Hoe kunnen we je helpen?

Waarom u vóór 1 maart 2022 een aangifte van de schenkbelasting moet doen

Waarom u vóór 1 maart 2022 een aangifte van de schenkbelasting moet doen


Schenken is mogelijk op verschillende manieren. We noemen giften, goedkope verkopen van onroerend goed en renteloze leningen als uiteenlopende voorbeelden. Wat ze met elkaar gemeen hebben? U betaalt over het ontvangen, geschonken bedrag de zogenoemde schenkbelasting. En die kunt u maar beter vóór 1 maart 2022 aangeven.

De Belastingdienst spreekt van een schenking wanneer u iemand iets geeft waarvan die persoon rijker wordt – en u armer, vanzelfsprekend. De ontvangende partij betaalt hierover schenkbelasting – dus niet de gever.

Dat is echter niet altijd het geval. De Belastingdienst houdt namelijk rekening met uitzonderingsgevallen. Zo mogen ouders vrij aan hun kinderen en kleinkinderen schenken, tenzij het gaat om héle hoge bedragen. De exacte percentages en eventuele vrijstellingen verschillen per situatie. Check deze vooraf goed op de website van de Belastingdienst.

Aangifte doen 

Of u nu wél of géén aanspraak maakt op zo’n vrijstelling: u moet aangifte doen van uw schenking wanneer u méér dan €3.244 hebt ontvangen. Dit  bedrag ligt hoger wanneer deze van uw ouders afkomstig is: €6.604. Je doet dit door middel van een aangifteformulier dat eveneens verkrijgbaar is via de website van de Belastingdienst.

Zo’n aangifte moet uiterlijk 1 maart door de fiscus zijn ontvangen. Ter illustratie: ontvangt u een schenking in 2021? Dan moet de aangifte vóór 1 maart 2022 zijn afgerond.

En dit jaar is het helemaal belangrijk om de aangifte uiterlijk 1 maart 2022 af te ronden. De schenkvrijstelling van 2021 is namelijk hoger dan in de voorgaande jaren. Hij is met maar liefst €1.000 verhoogd.

Voorwaarde

Een voorwaarde is wel dat de schenking in 2021 is gedaan. Heeft u een schenking ontvangen in 2021 en wilt u profiteren van deze extra vrijstelling van €1.000? Omcirkel dan 1 maart 2022 in uw agenda.

Hoe ziet de bijtelling voor 2022 eruit?

Hoe ziet de bijtelling voor 2022 eruit?


Ah – bijtelling… U ontkomt er bijna niet aan wanneer u zakelijk een auto aanschaft en deze óók particulier gebruikt. Tenslotte mag u zonder bijtelling slechts 500 kilometer particulier rijden – en daar zit u vrij snel aan. Wat we óók weten, is wat het percentage bijtelling voor 2022 precies is. Lees snel verder!

Helaas: de bijtelling voor 2022 gaat andermaal omhoog. Dat is meestal zo bij een jaarwisseling en de transitie tussen 2021 en 2022 is geen uitzondering.

We moeten daarbij wél melden dat er wezenlijke verschillen zijn tussen benzine- en dieselauto’s, hybride én elektrische voertuigen. We lichten ze hieronder toe.

Bijtelling voor 2022: benzine- en dieselauto’s

Om met benzine- en dieselauto’s te beginnen: potentiële eigenaren van deze wagens moeten voor 2022 rekening houden met een bijtelling van 22 procent van de cataloguswaarde.

Ter illustratie: u koopt een benzineauto van €30.000. De bijtelling is, zoals gezegd, 22 procent: €6.600. Valt u binnen het laagste belastingtarief van 37,07 procent? Dan betaalt u €2.446 extra aan belasting.

Bijtelling voor 2022: hybride auto’s

Over hybride auto’s kunnen we – voor zover het de bijtelling betreft – kort zijn. Hiervoor geldt namelijk dezelfde regeling als voor benzine- en dieselauto’s. Heeft u een half-elektrische wagen? Lees dan de alinea hierboven.

Bijtelling voor 2022: elektrische auto’s

Eigenaren van elektrische auto’s zijn qua bijtelling in het voordeel. Zij betalen slechts 16 in plaats van 22 procent. Dat geldt wél tot een drempelbedrag van €35.000: daarboven geldt eveneens de 22 procent bijtelling.

Voorbeeld: u koopt een elektrische auto van €30.000. De bijtelling is dan 16 procent: €4.800.

Valt u – ook – hier in het laagste belastingtarief van 37,07 procent? Dan betaalt u in dit geval €1.779,36 aan extra belasting.

Versimpeling btw-regels voor eigenaren van zonnepanelen: dit moet u erover weten

Versimpeling btw-regels voor eigenaren van zonnepanelen: dit moet u erover weten


Goed nieuws voor woningbezitters met zonnepanelen op het dak. De btw-heffing over deze panelen wordt namelijk verder versoepeld. Een leuk nieuwtje van staatssecretaris Vijlbrief van Financiën.

Vijlbrief bracht het nieuws naar voren na inbreng van de Vereniging Eigen Huis. Deze belangenclub zette zich afgelopen tijd in versimpelingen van de regels rondom de KOR – de kleineondernemersregeling. Volgens hen maakte deze regels het particulieren té moeilijk wanneer ze in aanmerking wilden komen voor een btw-teruggave van hun zonnepanelen.

De staatssecretaris deelde blijkbaar deze mening, want de btw-regels voor eigenaren van zonnepanelen worden versimpeld.

Hoe zag de situatie eruit?

De KOR werd op 1 januari 2020 geïntroduceerd. De regeling verplichte particuliere eigenaren van zonnepanelen om zich te melden bij de Belastingdienst om een aangifte voor omzetbelasting – de btw – te doen.

Dat zorgde onder particulieren echter voor dusdanig veel administratieve rompslomp dat het niet opwoog tegen hete eventuele voordeel dat ze eruit konden halen. Een veelvoud aan regels leidde ertoe dat veel mensen simpelweg het overzicht kwijtraakten.

Hoe wordt de situatie?

Aan die situatie komt dus, mede dankzij de inzet van de Vereniging Eigen Huis, een einde. De KOR geldt dan niet meer voor iedere eigenaar van zonnepanelen.

Is er géén sprake van het zogenoemde teruggavebelang? En is de omzet die particulieren met behulp van hun zonnepanelen genereren minder dan €1800 per jaar? Dan hoeven ze zich niet langer te melden bij de Belastingdienst.

Voor particulieren die dit nog wél moeten doen, komt er een eenduidig, digitaal formulier. Dit moet het makkelijker maken om de btw terug te vragen.

Men kijkt nog of de wijzigingen ook met terugwerkende kracht kunnen plaatsvinden.

Géén woonadres meer in het Handelsregister: heeft dat voordelen?

Nieuwsartikel voor accountancybranche – Particulier


Bent u een ondernemer óf actief als bestuurder? Dan vindt u uw naam ongetwijfeld terug in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel. Nóg wel, althans. De regering heeft ervoor gekozen om hier op 1 januari 2022 een einde aan te maken.

Het Handelsregister is al jarenlang openbaar. Het doel daarvan: rechtszekerheid in het economische verkeer. Het geeft ondernemers de kans om de gegevens van andere ondernemers te controleren. Zo weet je in ieder geval dat je zaken doet met een – soort van – betrouwbaar persoon.

Maar de laatste jaren is het Handelsregister zijn doel, wat dat betreft, een beetje voorbij geschoten. Juist de openheid van het register resulteerde in een handel van privégegevens.

En dat niet alleen. Meer dan eens leidde de optimale vindbaarheid tot stalking, dreiging en intimidatie.

Een doorn in het oog, zo vond de Tweede Kamer. Vandaar dat is besloten dat het Handelsregister per 1 januari 2022 op slot gaat.

Voordelen

De voordelen van dat besluit zijn duidelijk. De Tweede Kamer verwacht dat hiermee een einde komt aan zowel de handel als de intimidatie. Het beschermt daarnaast ook de privacy van ondernemers.

Dat betekent niet dat de Kamer het oorspronkelijke doel van het Handelsregister uit het oog verliest. Het is zodoende nog steeds mogelijk om gegevens van ondernemers op te zoeken. Dit blijft echter een voorrecht voor partijen die hiervoor wettelijke toestemming hebben. Voorbeelden daarvan zijn de Belastingdienst en andere overheidsinstellingen, maar ook deurwaarders en advocaten.

Autoriteit Persoonsgegevens

De nieuwe regeling is deels een initiatief van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP). Zij schreven begin dit jaar al in een advies dat het Handelsregister uitsluitend toegankelijk moest zijn voor specifieke partijen en belanghebbenden.

De tijdens de vakantie doorwerkende accountant: wat levert hij u op?

De tijdens de vakantie doorwerkende accountant: wat levert hij u op?
Een recent onderzoek van verzekeraar Movir laat zien dat een groot deel van de zelfstandige accountants en boekhouders de zomervakantie heeft overgeslagen. Dat is geen keuze, maar nood – zo blijkt. De situatie is enigszins nadelig voor de accountants in kwestie, maar juist voordelig voor particulieren.

Volgens de studie van Movir heeft maar liefst 75 procent van de Nederlandse accountants doorgewerkt tijdens de zomerperiode. De verzekeraar concludeert dat een van de pandemie herstellende economie daarbij de achterliggende gedachte is. Veel accountants en boekhouders willen er niet tussenuit glippen. Niet nu de financiën juist nét iets beter gaan.

Voor- en nadelen

Dat kan nadelig zijn voor de doorwerkende accountants. Stevig doorwerken zonder vakanties is tenslotte van invloed op de mentale gezondheid – iets waar ook accountants helaas niet aan ontkomen.

Maar voor particulieren kan het juist voordelig zijn. De accountant blijft tenslotte bereikbaar in een periode waarin hij of zij normaal gesproken juist minder communiceert. Dat kan handig zijn, omdat het huidige tijdvak – na twee lockdowns – onder particulieren nogal wat vragen oproept. Veel mensen hebben evengoed te maken met financiële onzekerheid, bijvoorbeeld als gevolg van verminderd of helemaal géén werk. En dan is het lekker als accountants en boekhouders u niet in de kou laten staan.

Drukte

Let wel: accountants zijn logischerwijs ook niet van steen. Stress en onrust komen ook bij hen voor. Dat betekent vanzelfsprekend niet dat u niet voor al uw vragen bij hen terechtkunt. Het houdt wél in dat het verstandig is om hier indien mogelijk een béétje rekening mee te houden.

Stichtingen en verenigingen: het verschil tussen ANBI en SBBI

Stichtingen en verenigingen: het verschil tussen ANBI en SBBI

ANBI en SBBI zijn veelvoorkomende termen wanneer stichtingen en verenigingen ter sprake komen. We nemen beide begrippen hieronder met u door.

ANBI (Algemeen Nut Beogende Instellingen)

Een ANBI is een afkorting voor Algemeen Nut Beogende Instelling. Dat zegt in wezen precies wat het is: en instelling die, voor op z’n minst 90 procent, het algemeen nut dient. Daartoe mag zo’n organisatie géén winstoogmerk hebben, er moet een actueel beleidsplan zijn en een bestuurder moet zijn vermogen scheiden van dat van de ANBI. Voorbeelden van ANBI’s zijn goede doelen, culturele instellingen en gebedshuizen.

Het starten van een ANBI brengt redelijk wat voordelen met zich mee. Een dergelijke instelling betaalt bijvoorbeeld geen schenk- of erfbelasting en komt in aanmerking voor een eventuele teruggave van de energiebelasting. Donateurs van een ANBI kunnen mogelijke giften aftrekken van onder andere hun inkomstenbelasting.

Een variant van de ANBI is de zogenoemde culturele ANBI. We spreken hiervan wanneer de organisatie in kwestie voor minstens 90 procent cultureel nut dient. Daarvan is doorgaans sprake bij poppodia, musea, schouwburgen en filmfestivals.

SBBI (Sociaal Belang Behartigende Instelling)

Een SBBI is een stichting of vereniging die een sociaal belang dient. Daarvan is sprake wanneer deze weliswaar de belangen van de leden behartigt, maar ook van aantoonbare waarde is voor de maatschappij in z’n geheel. Voorbeelden hiervan zijn voetbalclubs, tennisverenigingen of scoutingverenigingen.

Ook de SBBI heeft te maken met verschillende belastingvoordelen, hoewel dit er minder zijn dan bij de ANBI. Ze betalen over erfenissen of schenkingen boven de 2.012 euro géén belasting – mits ze voldoen aan de eisen voor het zijn van een SBBI. Zo moet uit de statuten blijken dat de organisatie daadwerkelijk een sociaal belang nastreeft, mag de organisatie geen winst maken en mogen bestuursleden enkel een onkostenvergoeding ontvangen die niet boven een bepaalde norm uitkomt.

Eigenaar van zonnepanelen? Er komen btw-versoepelingen aan!

Eigenaar zonnepanelen - Eigenaar van zonnepanelen? Er komen btw-versoepelingen aan! - Brixxs

Dat heeft te maken met de invoering van de vernieuwde kleineondernemersregeling – de KOR. We vertellen u er hieronder meer over.

Deze regeling werd op 1 januari van 2020 ingevoerd, waarna de btw-regels voor eigenaren van zonnepanelen opeens een stuk complexer werden. Té complex, zo vond ook de staatssecretaris. Gevolg daarvan is dat de regels voor eigenaren van zonnepanelen binnenkort juist weer versoepeld worden.

Geen verplichting

Het gaat om twee verschillende versoepelingen, speciaal voor particuliere zonnepanelenhouders. De eerste versoepeling heeft te maken met de verplichting om uzelf, als eigenaar van zonnepanelen, als btw-ondernemer aan te melden bij de Belastingdienst. Die verplichting hoorde bij de invoering van de KOR en gaf eigenaren van zonnepanelen de mogelijkheid om in rekening gebrachte btw terug te vragen.

Dat klinkt weliswaar mooi, maar in de praktijk bleek het nogal wat administratieve rompslomp met zich mee te brengen. Vandaar dat deze verplichting komt te vervallen.

Niet voor iedereen, overigens. Eigenaren die de teruggave van de btw vinden opwegen tegen de administratieve lasten kunnen er evengoed gebruik van maken.

Dubbele aangiften

Een andere versoepeling draait om de zogenoemde dubbele aangiften. Particulieren die tussen 3 december en 1 januari zonnepanelen kochten, moesten daarvan niet één, maar twee keer aangifte doen. Dat had te maken met de late aanlevering van de btw-factuur: dusdanig laat in het jaar dat hij niet meer kon worden aangemeld voor de KOR. Eigenaren van zonnepanelen ontvingen daarop twee btw-aangiftes: eentje in het vorige én eentje in het nieuwe jaar.

Dat was vanzelfsprekend niet de bedoeling – vooral niet omdat er ook dubbel betaald moest worden. Dit is nu aangepast, waardoor ook deze particulieren nog maar één keer aangifte hoeven te doen.

Een nieuw belastingplan voor G7-landen: wat houdt het in?

Een nieuw belastingplan voor G7-landen: wat houdt het in?

Canada, Duitsland, Frankrijk, Italië, Japan, het Verenigd Koninkrijk én de Verenigde Staten. Ze kwamen allemaal onlangs bijeen om het onder meer te hebben over een wereldwijde minimumbelasting voor organisaties. Dit houdt het plan grofweg in.

Het is niet zo dat het de krantenkoppen compleet beheerst, maar het onderwerp belastingontwijking is desondanks een hot topic. Steeds vaker horen we van topbedrijven die onder andere Nederland gebruiken als, volgens velen, een belastingparadijs, waarbij ze over hun gigantische winsten weinig tot geen belasting betalen.

Een onwenselijke situatie, zo vonden ook de landen van de G7. Daarom werd belastingontwijking andermaal op de tafel gegooid tijdens het meest recente overleg. Daaruit is een nieuw belastingplan ontstaan, waarmee met name de Amerikaanse techgiganten meer belast kunnen worden.

Meer rechten

Kort gezegd houdt het in dat Europese landen bedrijven als Amazon nu meer en vaker kunnen belasten. Het wordt daarmee voor dat soort organisaties moeilijker om te schuiven met de winsten, om zo bepaalde belastingvoordelen te creëren. In plaats daarvan moeten de Google’s en Facebooks van deze wereld nu voornamelijk belasting betalen in de landen waar ze operationeel zijn.

Vennootschapsbelasting

Een ander onderdeel van het nieuwe belastingplan is de totstandkoming van een wereldwijde minimum vennootschapsbelasting. Ook deze regel is in het leven geroepen op de ontwijking van belasting door grote bedrijven een halt toe te roepen. Zij betalen wereldwijd een minimumbelasting van minstens vijftien procent.

De Europese landen roepen al langer om dergelijke maatregelen, maar de VS hield tot voor kort de boot af. Het definitieve akkoord wordt naar verwachting in de herfst van 2021 opgeleverd. Dit komt doordat sommige landen hiervoor hun nationale wet- en regelgevingen moeten aanpassen.

De aanpassingen in de bijtellingen starten tóch pas vanaf 2022: waarom?

De aanpassingen in de bijtellingen starten tóch pas vanaf 2022: waarom?

Dit kalenderjaar stond er een kleine wijziging in de bijtellingsregeling op het programma. Stond, ja. De Belastingdienst was voornemens om werknemers met meer dan één auto van de zaak op een iets andere manier te belasten, maar heeft inmiddels laten weten dat dit met een jaartje is uitgesteld. De reden? Het bleek vooralsnog in de praktijk lastig uitvoerbaar. Of, zoals de Belastingdienst het zelf verwoordt: ‘praktijkvragen.’

Nu schatten we dat er relatief niet veel mensen zijn die meerdere auto’s van de zaak hebben. Maar goed: het kan voorkomen – om uiteenlopende redenen.

Bijtelling

Een auto van de zaak heeft doorgaans te maken met het fenomeen bijtelling. U betaalt dan extra wanneer u, binnen één kalenderjaar, meer dan vijfhonderd kilometers voor privégebruik rijdt. Dat stelt u weliswaar in staat om op en neer naar de supermarkt te rijden, maar voorkomt dat u – min om meer op kosten van de baas – complete tours door Nederland maakt.

‘Moeten mensen die meerdere auto’s van de zaak hebben dan over alle auto’s deze bijtelling betalen?’

Nou – niet per se. Dat ligt eraan hoeveel rijbewijzen er binnen uw huishouden voorkomen. Zijn dat er twee? Dat betaalt u inderdaad voor twee auto’s bijtelling. Maar bent u alleen? Dan betaalt u voor slechts één van de twee wagens extra.

De regeling is nu zo dat u bijtelling gebruikt voor de auto met de hoogste cataloguswaarde. Dus stel – uw baas heeft u een BMW én een Fiat meegegeven. Dan betaalt u bijtelling voor de BMW, want die is duurder. Nu nog wel.

Situatie in 2022

Want dat is namelijk precies wat er misschien niet dat jaar, maar wel in 2022 op de schop gaat. Vanaf dan betaalt u niet langer bijtelling voor de prijzigste auto, maar voor het voertuig dat het meest wordt gebruikt. Het oorspronkelijke prijskaartje doet er dan niet langer meer toe.

Onbelaste reiskostenvergoedingen zijn mogelijk tot 1 juli 2021

Onbelaste reiskostenvergoedingen zijn mogelijk tot 1 juli 2021

De coronacrisis noopte de Belastingdienst tot het ontwikkelen van allerlei steunpakketten en maatregelen voor zowel werkgevers als -nemers. Eén daarvan is de invoering van de onbelaste reiskostenvergoeding. Daarmee mochten bedrijven hun medewerkers voorzien van een netto vergoeding voor de reiskosten.

Of mogen – moeten we eigenlijk zeggen. De regel is namelijk nog steeds actief: tot 1 juli van dit jaar. Dat is enigszins opvallend, want de maatregel stond al twee keer op de nominatie om te vervallen: eerst op 1 januari en daarna op 1 april 2021.

Nog steeds actief

De reden dat onbelaste reiskostenvergoedingen nog altijd mogelijk zijn, heeft te maken met het feit dat er nog altijd relatief veel mensen te maken hebben met reiskosten. Inderdaad, ondanks dat er volop thuis wordt gewerkt.

Deze kosten bestaan bijvoorbeeld uit vaste lasten die gepaard gaan met de aankoop of lease van een auto die vóór de pandemie werd gebruikt voor woon-werkverkeer. Andere mensen hebben (vlak) voor de coronacrisis een ov-abonnement gekocht of verlengd en betalen daarvoor nog altijd een maandelijks bedrag. De verlenging van de mogelijkheid tot onbelaste reiskostenvergoedingen moet hen tot 1 juli uit de problemen houden.

Toekomst

Hoewel het ons zeker lijkt dat de regel ergens dit jaar verdwijnt, is het waarschijnlijk dat de regering ook al kijkt naar nieuwe mogelijkheden omtrent dit soort reglementen. We gaan tenslotte steeds meer thuiswerken: mogelijk keert de situatie van vóór de pandemie niet in dezelfde vorm terug.

Daar horen vergoedingen voor medewerkers die thuiswerken bij – in samenhang met eventuele reiskostenvergoedingen. En dat vereist weer een nieuwe set maatregelen. Met andere woorden: er gaat waarschijnlijk het een en ander veranderen op het gebied van reiskostenvergoedingen. Nóg meer, ja. We houden je vanzelfsprekend op de hoogte!