Hoe kunnen we je helpen?

Wat moet een stichting doen wanneer ze te veel geld binnenhalen?

Het kabinet belooft lagere belastingen, maar hoe zit dat precies?

Een stichting heeft geen winstoogmerk, wat praktisch inhoudt dat winstbejag nooit het doel is van de onderneming. Dat betekent echter niet dat een stichting helemaal geen winst kan en mag maken. Dit zijn de te nemen stappen wanneer er meer geld dan nodig binnenkomt.

Het idee dat een stichting geen winst mag maken, is een veelgehoorde misvatting. Dit is namelijk onder bepaalde omstandigheden gewóón mogelijk.

De verwarring zit hem in het feit dat winstbejag niet is toegestaan. Met andere woorden: een stichting mag winst voor persoonlijke verrijking niet nastreven. Dit mag dan ook geen officiële doelstelling zijn.

Het kan natuurlijk zo zijn dat er, bewust of onbewust, meer geld binnenkomt dan nodig is voor de dagelijkse taken van de stichting. We spreken dan ook wel van een feitelijk overschot.

Wat moet er gebeuren met feitelijke overschotten?
Zo’n feitelijk overschot mag niet worden aangemerkt als winst voor persoonlijke verrijking. Het is dan ook niet toegestaan om deze te verdelen onder de leden, om maar wat te noemen.

In wezen is het enige wat er met zo’n feitelijk overschot mag gebeuren een herinvestering in de stichting. De winsten mogen dus worden gebruikt om de doelstellingen van de stichtingen te bevorderen en te behalen.

Een onderwijsstichting kan feitelijke overschotten dus gebruiken om nieuwe lesmaterialen in te kopen, maar niet om bestuursleden een bonus te geven – om maar wat te noemen. Laatstgenoemden mogen echter wél weer een redelijke vergoeding krijgen voor hun werkzaamheden.

Moet er over de winst belasting worden betaald?
Of een stichting ook belasting moet betalen over de winsten, hangt weer af van de aard van de organisatie. Voert de stichting activiteiten uit die vergelijkbaar zijn met commerciële bedrijven? Dan kan ze als belastingplichtig worden aangemerkt. Is dat niet het geval? Dan wordt de stichting mogelijk vrijgesteld van de vennootschapsbelasting.

Hoe lost een vereniging zijn schulden af?

Hoe lost een vereniging zijn schulden af?

Ja – een vereniging kan failliet gaan. En inderdaad: hierbij kan er sprake zijn van openstaande schulden die vroeg of laat afgelost moeten worden. We vertellen u in dit artikel hoe dat, in het geval van een vereniging, precies in zijn werking gaat.

Stap 1: aansprakelijkheid
De vraag die hierbij als eerst naar boven komt: wie is er aansprakelijk voor de gemaakte schulden?

In principe zijn dit niet de bestuurders. Een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid is namelijk een rechtspersoon. Dat houdt in dat de vereniging zelf aansprakelijk is.

Er zijn echter uitzonderingen. Bestuurders worden bijvoorbeeld alsnog aansprakelijk gesteld wanneer er sprake is van wanbestuur. Dat is ook het geval wanneer er sprake is van een vereniging met een beperkte rechtsbevoegdheid.

Stap 2: oplossingen voor zakelijke schulden
Is er géén sprake van aansprakelijkheid bij (een van de) bestuurders? Dan spreken we van een zakelijke schuld die op meerdere manieren afgelost kan worden.

Een schuld bij de overheid wordt meestal afgelost middels een betalingsregeling. Schulden bij andere schuldeisers verlopen veelal via een surseance van betaling: een regeling waarbij de vereniging de schuldeisers tijdelijk niet hoeft te betalen.

Zo’n surseance eindigt meestal in een faillissement. Alle zaken rondom eventuele schulden worden dan overgenomen door de curator en uiteindelijk een rechter.

Stap 3: oplossingen voor privéschulden
Is er sprake van wanbestuur óf een vereniging van rechtsbevoegdheid? Dan kan het zijn dat er ook sprake is van privéschulden.

Deze kun je aflossen door middel van een minnelijk traject, waarbij je hulp krijgt van de gemeente waarin je bent gevestigd. Lukt dat niet? Dan mag je gebruikmaken van een Wsnp-traject: de Wet schuldsanering natuurlijke personen. Je bent na dit traject schuldenvrij.

Mag een stichting écht geen winst maken?

Mag een stichting écht geen winst maken?

De bewering dat een stichting geen winst mag maken, is een mythe en daarmee onjuist. We weten echter wél waar dit veelgemaakte misverstand vandaan komt en leggen dit hieronder aan u uit. 

Een stichting is een rechtsvorm die veelal wordt opgericht wanneer een onderneming bepaalde sociale, maatschappelijke of ideële doelen heeft. Dat kan alleen, maar ook in samenwerking met anderen. 

Voorbeelden van bekende, Nederlandse stichtingen zijn KWK Kankerbestrijding, het Rode Kruis en Artsen Zonder Grenzen.

Winstgevendheid van een stichting
Veel mensen denken dat een stichting geen winst mag maken, maar dat is onjuist. Een stichting mag geld verdienen en ook winstgevend zijn. De verwarring ontstaat meestal door het gegeven dat deze winst verplicht moet worden gebruikt om het doel van de stichting te realiseren. Het is dus niet toegestaan om commerciële winsten te maken. Daar bestaan andere rechtsvormen, waaronder de besloten vennootschap, voor. 

Belastingplicht 
Dat houdt ook in dat een stichting gewóón belastingplichtig kan zijn. Dit is het geval wanneer de stichting streeft naar winst. Ze betalen in dat geval vennootschapsbelasting over de betreffende winst. 

Het kan daarbij zo zijn dat de stichting in kwestie ook btw of loonbelasting moet afdragen. Dat is bij btw het geval wanneer de stichting voldoet aan de regels van het ondernemerschap. Loonbelasting wordt betaald wanneer er sprake is van betaald personeel. 

Vrijstellingen
Sommige stichtingen betalen desondanks geen belastingen, omdat ze hiervan zijn vrijgesteld. Dat is het geval wanneer stichtingen te maken hebben met beperkt winstgevende activiteiten. 

We spreken hiervan wanneer de winst op jaarbasis niet hoger is dan €15.000 óf niet hoger is dan €75.000 verspreid over vijf opeenvolgende jaren. 

Wat is een stichting met een ANBI-status: wat is dat?

Wat is een stichting met een ANBI-status: wat is dat?

We weten allemaal wat een stichting is en doet. Wellicht heeft u weleens een stichting met een zogenoemde ANBI-status voorbij zien komen. Wat dat precies inhoudt, is minder bekend. 

Toch maar even voor de zekerheid: een stichting is een rechtspersoon die géén winst hoeft te maken, maar in plaats daarvan een sociaal of maatschappelijk doel probeert te realiseren. Een beetje ideologisch dus, hoewel dat niet altijd het geval hoeft te zijn. 

Wat is een ANBI-status? 
Wanneer een stichting inderdaad zo’n maatschappelijk of sociaal doel heeft, kan het zo zijn dat ze recht heeft op een ANBI-status. ANBI staat voor Algemeen Nut Beogende Instelling. 

Wanneer krijgt een stichting een ANBI-status? 
Die naam verklapt al een beetje wat de status inhoudt: hij wordt toegekend aan stichtingen die het algemeen nut dienen. Dat is het geval wanneer de stichting in kwestie zich inzet voor het belang van praktisch iedereen. 

De Belastingdienst heeft een aantal eisen opgesteld waaraan stichtingen moeten voldoen, willen ze in aanmerking komen voor de ANBI-status. Zo mag de instelling geen winstoogmerk hebben, moet het voor minstens 90% het algemeen belang dienen (de zogenoemde 90%-eis) en moeten alle betrokkenen bij de stichting voldoen aan bepaalde integriteitseisen. 
 
Wat zijn de voordelen van deze status? 
Een ANBI-status heeft verschillende voordelen. Bestuurders van een dergelijke stichting zijn bijvoorbeeld slechts beperkt aansprakelijkheid. Donateurs mogen eventuele giften aftrekken bij de inkomstenbelasting. En een stichting met een ANBI-status betaalt géén schenk- of erfbelasting. 

Zijn er ook nadelen? 
Nadelen zijn er echter ook. Het kost vooral veel tijd om zo’n stichting te realiseren. De aanvraag duurt even en het kan soms knap lastig zijn om de 90%-eis in de praktijk te brengen. Eigenaren hebben bovendien een publicatieverplichting. 

Hoeveel winst mag een stichting eigenlijk maken?

Hoeveel winst mag een stichting eigenlijk maken?

Stichtingen dienen sociale en maatschappelijke doelen. Het is dan ook niet hun doel om winst te maken. Maar mag dit theoretisch gezien wel? We leggen u het hieronder uit.

De meeste stichtingen hoeven geen winst te maken. Dat betekent echter niet dat het niet is toegestaan om geld te verdienen. Stichtingen mogen zelfs, net als alle andere rechtsvormen, winst maken.

Het verschil met andere bedrijfssoorten is dat een stichting deze winst wél moet inzetten ten behoeve van haar doelen. Het is niet toegestaan om de winst in te zetten voor commerciële doelen.

Voorbeeldsituatie
Stel – er is stichting die lesmaterialen maakt voor het basisonderwijs. Ze vragen daar geld voor, maar dat is puur bedoeld om de kosten voor de productie van de materialen te dekken. Onze fictieve stichting heeft namelijk als sociaal doel om zoveel mogelijk kinderen met een leerachterstand te helpen met hoofdrekenen – door middel van de lesm aterialen.

Nu blijkt er plotseling veel meer interesse te zijn in de lesmaterialen dan initieel gedacht. De stichting ontvangt daardoor niet alleen genoeg inkomsten om de kosten te dekken, maar houdt zelfs geld over. Met andere woorden: ze maken winst.

Een besloten vennootschap had dit mogen uitkeren aan haar bestuurders, maar dat is in het geval van de stichting niet toegestaan. Zij moeten dit bedrag uitkeren aan een sociaal doel: iets dat is te verantwoorden aan de Belastingdienst.

Betekent dit dat de bestuurders dan helemaal geen extraatje kunnen krijgen? Dat niet. Ze kunnen het geld namelijk wel uitkeren in de vorm van een onkostenvergoeding.

Maximale winst
Tot slot het antwoord op de titel van dit artikel: hoeveel winst mag een stichting eigenlijk maken?

Het antwoord: zoveel als ieder ander bedrijf. Het verschil zit hem namelijk in hoe deze winst wordt ingezet.

Omgaan met de AVG: zo zorgt u als vereniging voor een juiste persoonsgegevensverwerking

Omgaan met de AVG: zo zorgt u als vereniging voor een juiste persoonsgegevensverwerking

Verenigingen krijgen hoe dan ook te maken met personen en dus met persoonsgegevens. De verwerking hiervan moet voldoen aan de AVG: de Algemene Verordening Gegevensbescherming.

Stel: u bent actief in het bestuur van een plaatselijke voetbalvereniging. Dat houdt in dat u te maken krijgt met een ledenadministratie. Alle leden van de club moeten tenslotte ergens worden vastgelegd. Zo’n administratie bevat dus in ieder geval de naam- en adresgegevens van alle spelers.

Punt is – het is niet toegestaan om dit soort gegevens zomaar lukraak ergens op te slaan. Dit moet privacy-proof gebeuren. De AVG ziet erop toe dat dit ook daadwerkelijk gebeurt.

Hoe sla ik gegevens op volgens de normen van de AVG? Voldoen aan de AVG?
Stel uzelf dan in ieder geval déze vijf vragen voordat u aan de slag gaat met persoonsgegevensverwerking.

1. Met welke persoonsgegevens heb ik te maken?
Zijn dat enkel naam- en adresgegevens? Of komt er ook info over bijvoorbeeld iemands gezondheid om de hoek kijken?

In dat laatste geval spreken we van bijzondere persoonsgegevens. Daar zijn wettelijke uitzonderingen voor nodig.

2. Wat is mijn reden achter de persoonsgegevensverwerking?
U mag deze gegevens alleen opslaan en verwerken als dat écht nodig is. Dit noemen we de grondslag. Ga dus voor uzelf na of uw grondslag geldig is.

3. Heb ik extraatjes nodig?
Sommige verenigingen moeten bijvoorbeeld verplicht gebruikmaken van een functionaris gegevensbescherming – of een DPIA: een Data Protector Impact Assessment. Dat is het geval wanneer er een hoog privacyrisico bestaat.

Check de website van de Kamer van Koophandel om te bepalen of dit in uw geval zo is.

4. Heb ik alles goed beveiligd?
Persoonsgegevens moeten technisch goed beveiligd zijn, bijvoorbeeld op een afgeschermd deel van het intranet. Ga na of dit het geval is.

5. Voldoe ik aan de informatieplicht?
De informatieplicht eist dat u leden op de hoogte brengt van een het feit dat hun gegevens worden bewaard. Dat kan bijvoorbeeld met een privacyverklaring in makkelijke taal.

Goed nieuws: stichtingen en verenigingen mogen weer een ING-rekening openen

Goed nieuws: stichtingen en verenigingen mogen weer een ING-rekening openen

De bank ING had dit enige tijd verboden, maar staat verenigingen en stichtingen nu opnieuw toe als klanten. Hoe dit kan en waarom dit verbod er überhaupt was? We leggen u het hieronder uit. 

Even terug naar augustus in het jaar 2022. De ING maakte in die maand bekend voorlopig géén stichtingen en verenigingen meer als klanten aan te nemen. Niet omdat ze dat niet leuk vonden, maar omdat dit veel risico met zich meebracht. 

Dat zit als volgt. De ING is het wettelijk verplicht om grondig onderzoek te doen naar haar klanten. Dit om praktijken als witwasserij tegen te gaan. Dat kostte, volgens de ING zelf, in iedere situatie veel tijd, maar relatief nóg meer tijd in het geval van stichtingen en verenigingen. 

Bankrekeningen geopend door stichtingen en verenigingen zijn volgens de ING namelijk veel vaker creaties van criminelen. Dat leidde tot nóg grondigere onderzoeken – en daar had de ING dan weer géén capaciteit voor. 

Hoe ziet de situatie er nu uit? 
Maar goed. Dat was toen. 

Het is inmiddels ook voor stichtingen en verenigingen weer mogelijk om een ING-rekening te openen. Of het wordt mogelijk – moeten we eigenlijk zeggen. Vanaf 1 juni zijn ze weer welkom bij de traditionele grootbank. 

Dat komt omdat de ING nu maatregelen heeft genomen om deze onderzoeken invulling te geven. De bank heeft bijvoorbeeld haar personeel voldoende ingewerkt om de nodige veiligheidsmaatregelen te treffen. 

Dat moest in principe al eerder gebeuren, want de bank wilde eigenlijk eind 2022 alweer stichtingen en verenigingen verwelkomen. Dat is misschien niet gelukt, maar het is in ieder geval goed nieuws dat de hervatting binnenkort alsnog mogelijk is. 

Bron: NOS 

 

Schulden namens een vereniging: wat moet ik doen?

Schulden namens een vereniging: wat moet ik doen?

Een vereniging mag dan geen winstoogmerk hebben; dat betekent niet dat u bent gevrijwaard van mogelijke schulden. Hier zitten echter wel een aantal haken en ogen aan. We vertellen u hieronder wat u kunt verwachten wanneer u namens een vereniging schulden heeft.

We beginnen daarvoor bij het feit dat een vereniging een rechtspersoon is. Dit houdt in dat bestuurders van een vereniging in wezen niet zelf aansprakelijk zijn voor de schulden van een vereniging. Met andere woorden: heeft een vereniging schulden, dan kunnen schuldeisers géén aanspraak maken op uw privé-eigendom. Dit is bijvoorbeeld wél het geval bij een eenmanszaak.

Dat verandert echter wanneer uw verenging nog niet is ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel (KvK). Het verandert ook wanneer er sprake is van wanbestuur. U kunt dan alsnog privé aansprakelijk worden gehouden.

Faillissementen
Resulteert een schuld in het ergste geval in een faillissement? Dan heeft u verschillende opties. Het hangt er daarbij vanaf of u het faillissement zelf heeft aangevraagd óf iemand anders dit voor u heeft gedaan. Een faillissement vraagt u in de meeste gevallen zelf aan. U heeft dan drie opties: een daadwerkelijk faillissement, een minnelijk traject waarna de onderneming in aangepaste vorm door kan óf een reorganisatieakkoord.

Is het faillissement van uw vereniging echter door iemand anders aangevraagd? Onderneem dan zo snel mogelijk actie, zodat u binnen afzienbare tijd kunt overschakelen op een eventueel verweer.

Handelsregister
Het helpt dus in alle gevallen om uw vereniging in te schrijven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel. Dit voorkomt namelijk dat u privé aansprakelijk kan worden gehouden door schulden die namens de vereniging ontstaan, tenzij u wanbestuur pleegt

 

Verenigingen en de AVG: 5 dingen waar je op moet letten

Verenigingen en de AVG: 5 dingen waar je op moet letten

De AVG – de Algemene Verordening Gegevensbescherming – is de in Nederland van kracht zijnde privacywetgeving. En deze wetgeving heeft nogal wat gevolgen voor eigenaren van stichtingen en verenigingen. We geven je vijf tips die je helpen de AVG goed op orde te houden.

1. Ga zorgvuldig om met je ledenadministratie
Dit bestand bevat persoonsgegevens van de leden van je stichting. Voorbeelden daarvan zijn namen, e-mailadressen en eventuele betaalgegevens.

Let er hierbij goed op dat je alléén gegevens vastlegt die noodzakelijk zijn voor het lidmaatschap van de persoon in kwestie. Het is namelijk niet toegestaan om andere gegevens vast te leggen in je ledenadministratie.

2. Deel niet zomaar een ledenlijst
Zelfs wanneer je ledenadministratie uitsluitend noodzakelijke gegevens bevat, is het verboden om deze zomaar te delen met andere leden. Dit mag alleen wanneer je daar een zogenoemd gerechtvaardigd belang bij hebt. Dat is bijvoorbeeld het geval als andere leden deze gegevens ook daadwerkelijk nodig hebben.

3. Publiceer niet zomaar filmpjes en video’s
Dit kan namelijk de privacy van je leden aantasten. Zorg daarom altijd dat je toestemming hebt voor het plaatsen van beelden. Laat leden daarbij ook weten waar en waarom de beelden worden gepubliceerd.

4. Regel toestemming wanneer je persoonsgegevens aan derden doorgeeft
Het is bijvoorbeeld niet zomaar toegestaan om persoonsgegevens aan sponsors te geven. Je mag deze alléén gebruiken voor het doel waarvoor je ze hebt verzameld. Leden moeten bovendien de kans krijgen hun toestemming terug te trekken.

5. Geef persoonsgegevens wél door aan de gemeente
Althans – als ze daar om vragen. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn bij een subsidieaanvraag. En dan mag het vanzelfsprekend wel.

Bron: Kamer van Koophandel

 

Waarom banken massaal goede doelen weigeren

Waarom banken massaal goede doelen weigeren

Het zal u maar gebeuren: met sympathieke bedoelingen een goed doel starten en vervolgens ontdekken dat een bankrekening er voor u niet in zit. Toch is dat wat er momenteel op relatief grote schaal gebeurt. 

Dat meldt RTL Nieuws na een onderzoek. Hieruit bleek dat onder meer een inzamelingsactie voor MS-patiënten en een regionaal comité voor 4 en 5 mei géén bankrekening konden krijgen bij meerdere grootbanken. 

Waarom weigeren banken goede doelen? 
Het klopt inderdaad dat banken terughoudend zijn met het aannemen van stichtingen en verenigingen als nieuwe klanten. Dit heeft grotendeels te maken met de relatief hoge risicofactor die deze bedrijfsconstructies met zich meebrengen. Banken zien bijvoorbeeld dat witwassen vaker gebeurt binnen stichtingen en verenigingen.  

De oorzaak daarvan ligt wellicht in het feit dat stichtingen en verenigingen minder jaarcijfers hoeven te overleggen dan bijvoorbeeld een zzp’er. Minder verplichte transparantie maakt de kans op ongewenste witwaspraktijken een stuk groter. 

Heeft de wet hier iets mee te maken? 
De oorzaak ligt echter niet alleen bij de banken zelf. Dit heeft ook te maken met de Wwft – de Wet ter voorkoming van Witwassen en het Financieren van Terrorisme. Deze verplicht banken grootschalig onderzoek te doen naar klanten waarin veel contant geld omgaat, zoals bij stichtingen en verenigingen veel het geval is. 

Dit noopt banken tot het doen van uitvoerige onderzoeken naar de stichtingen en verenigingen die zich als klant bij hen aanmelden. Deze onderzoeken kosten tijd en dus geld, waardoor een stichting of vereniging als nieuwe klant niet altijd rendabel is. De ING heeft daarom al in augustus van dit jaar laten weten in 2022 géén stichtingen en verenigingen meer aan te nemen. 

Komt hier verandering in? 
Mogelijk komt er binnenkort wél een oplossing voor de onwenselijke situatie. De banken kijken momenteel namelijk gezamenlijk naar hoe de risico’s beter kunnen worden onderzocht. Dit moet vanaf volgend jaar voor verbetering zorgen. 

Bron: RTL Nieuws