Hoe kunnen we je helpen?

Verenigingen en de AVG: 5 dingen waar je op moet letten

Verenigingen en de AVG: 5 dingen waar je op moet letten

De AVG – de Algemene Verordening Gegevensbescherming – is de in Nederland van kracht zijnde privacywetgeving. En deze wetgeving heeft nogal wat gevolgen voor eigenaren van stichtingen en verenigingen. We geven je vijf tips die je helpen de AVG goed op orde te houden.

1. Ga zorgvuldig om met je ledenadministratie
Dit bestand bevat persoonsgegevens van de leden van je stichting. Voorbeelden daarvan zijn namen, e-mailadressen en eventuele betaalgegevens.

Let er hierbij goed op dat je alléén gegevens vastlegt die noodzakelijk zijn voor het lidmaatschap van de persoon in kwestie. Het is namelijk niet toegestaan om andere gegevens vast te leggen in je ledenadministratie.

2. Deel niet zomaar een ledenlijst
Zelfs wanneer je ledenadministratie uitsluitend noodzakelijke gegevens bevat, is het verboden om deze zomaar te delen met andere leden. Dit mag alleen wanneer je daar een zogenoemd gerechtvaardigd belang bij hebt. Dat is bijvoorbeeld het geval als andere leden deze gegevens ook daadwerkelijk nodig hebben.

3. Publiceer niet zomaar filmpjes en video’s
Dit kan namelijk de privacy van je leden aantasten. Zorg daarom altijd dat je toestemming hebt voor het plaatsen van beelden. Laat leden daarbij ook weten waar en waarom de beelden worden gepubliceerd.

4. Regel toestemming wanneer je persoonsgegevens aan derden doorgeeft
Het is bijvoorbeeld niet zomaar toegestaan om persoonsgegevens aan sponsors te geven. Je mag deze alléén gebruiken voor het doel waarvoor je ze hebt verzameld. Leden moeten bovendien de kans krijgen hun toestemming terug te trekken.

5. Geef persoonsgegevens wél door aan de gemeente
Althans – als ze daar om vragen. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn bij een subsidieaanvraag. En dan mag het vanzelfsprekend wel.

Bron: Kamer van Koophandel

 

Waarom banken massaal goede doelen weigeren

Waarom banken massaal goede doelen weigeren

Het zal u maar gebeuren: met sympathieke bedoelingen een goed doel starten en vervolgens ontdekken dat een bankrekening er voor u niet in zit. Toch is dat wat er momenteel op relatief grote schaal gebeurt. 

Dat meldt RTL Nieuws na een onderzoek. Hieruit bleek dat onder meer een inzamelingsactie voor MS-patiënten en een regionaal comité voor 4 en 5 mei géén bankrekening konden krijgen bij meerdere grootbanken. 

Waarom weigeren banken goede doelen? 
Het klopt inderdaad dat banken terughoudend zijn met het aannemen van stichtingen en verenigingen als nieuwe klanten. Dit heeft grotendeels te maken met de relatief hoge risicofactor die deze bedrijfsconstructies met zich meebrengen. Banken zien bijvoorbeeld dat witwassen vaker gebeurt binnen stichtingen en verenigingen.  

De oorzaak daarvan ligt wellicht in het feit dat stichtingen en verenigingen minder jaarcijfers hoeven te overleggen dan bijvoorbeeld een zzp’er. Minder verplichte transparantie maakt de kans op ongewenste witwaspraktijken een stuk groter. 

Heeft de wet hier iets mee te maken? 
De oorzaak ligt echter niet alleen bij de banken zelf. Dit heeft ook te maken met de Wwft – de Wet ter voorkoming van Witwassen en het Financieren van Terrorisme. Deze verplicht banken grootschalig onderzoek te doen naar klanten waarin veel contant geld omgaat, zoals bij stichtingen en verenigingen veel het geval is. 

Dit noopt banken tot het doen van uitvoerige onderzoeken naar de stichtingen en verenigingen die zich als klant bij hen aanmelden. Deze onderzoeken kosten tijd en dus geld, waardoor een stichting of vereniging als nieuwe klant niet altijd rendabel is. De ING heeft daarom al in augustus van dit jaar laten weten in 2022 géén stichtingen en verenigingen meer aan te nemen. 

Komt hier verandering in? 
Mogelijk komt er binnenkort wél een oplossing voor de onwenselijke situatie. De banken kijken momenteel namelijk gezamenlijk naar hoe de risico’s beter kunnen worden onderzocht. Dit moet vanaf volgend jaar voor verbetering zorgen. 

Bron: RTL Nieuws

Met welke belastingen komen stichtingen en verenigingen in aanraking?

Met welke belastingen komen stichtingen en verenigingen in aanraking?

Belastingen zijn er uiteraard ook voor stichtingen en verenigingen. Met name drie zijn voor deze organisaties relevant. Hieronder leest u welke. 

  1. Omzetbelasting
    Stichtingen en verenigingen kunnen, net als iedere andere onderneming, btw-plichtig zijn. Dit is bijvoorbeeld het geval bij een voetbalvereniging die trainingen en wedstrijden verzorgt voor leden die daarvoor contributie betalen. Een andere voorbeeld is een stichting voor natuurbehoud die lezingen organiseert voor leden en daarvoor entree vraagt. 
  1. Vennootschapsbelasting
    Het is óók mogelijk dat een stichting of vereniging belasting moet betalen over de winst. Dit is het geval wanneer de stichting of vereniging in kwestie een onderneming drijft. Zij betalen dan de zogenoemde vennootschapsbelasting.
    U drijft een onderneming wanneer niet-leden van een stichting óók gebruik kunnen maken van de diensten – tegen betaling, uiteraard. Dat is bijvoorbeeld het geval bij een voetbalvereniging waarbij ook niet-leden kunnen meetrainen – of wanneer een stichting voor natuurbehoud iedereen tegenover een betaling toelaat bij zijn lezingen.
    Let wel: het hoeft niet per se zo te zijn dat u vennootschapsbelasting moet betalen. Sommige stichtingen en verenigingen zijn namelijk vrijgesteld hiervan. Bekijk de website van de Belastingdienst om te checken of u hiervoor in aanmerking komt. 
  1. Loonheffingen
    Loonheffingen zijn ook vormen van belasting – en wederom ontspringen stichtingen en verenigingen de dans niet. Ze ontkomen er bijvoorbeeld niet aan wanneer ze werknemers in dienst hebben. Coaches, bijvoorbeeld. Of presentators voor die eerder genoemde lezingen.
    We spreken echter pas officieel van personeel wanneer de medewerker in kwestie wordt betaald, er een gezagsverhouding is tussen de stichting en de medewerker én deze medewerker het werk niet door iemand anders kan laten doen. 

Bron: Belastingdienst

KvK-phishing: zó herkent u het

KvK-phishing: zó herkent u het

De Kamer van Koophandel (KvK) waarschuwt stichtingen en verenigingen: er zijn neppe e-mails in omloop. Wat deze waarschuwingen precies inhouden? We vertellen het u hieronder.

Deze mails verwijzen naar zogenaamde events georganiseerd door de KvK. Events die in werkelijkheid helemaal niet plaatsvinden, maar waarvoor u wél onder andere uw bankgegevens moet afstaan. Een typisch gevalletje phishing, dus.

De mails, die dus helemaal niet zijn verzonden door de KvK, bevatten een QR-code die linkt naar informatiepagina’s over oriënterende informatiebijeenkomsten. De e-mails richten zich daarmee niet alleen op bestaande instanties, maar ook op stichtingen en verenigingen in wording.

Wat de mails bovendien zeer geloofwaardig maakt, is dat de échte Kamer van Koophandel wel degelijk soortgelijke events organiseert. Dit zijn de zogeheten KvK Start Events.

Een lastige situatie, dus.

Hoe herken ik een neppe mail?
Het is, ondanks dat de neppe mails er geloofwaardig uitzien, mogelijk om het kaf van het koren te scheiden. Dat doet u op deze twee manieren:
– Check de URL;
– Bekijk welke gegevens men vraagt.

Check de URL
Een mail van de Kamer van Koophandel linkt altijd naar www.KvK.nl – en niet naar iets anders. Gebeurt dat wel? Dan heeft u waarschijnlijk te maken met phishing.

Bekijk welke gegevens men vraagt
De KvK Start Events vragen enkel om wat basisinformatie. Fraudeurs hebben daarentegen veel meer info nodig. Je kunt een phishing-mail dus onder meer herkennen aan de vraag om een bankrekeningnummer.

Wat kan ik hieraan doen?
Voorkomen is natuurlijk altijd beter dan genezen. Klik daarom nooit zomaar op linkjes in mails en vul géén persoonlijke gegevens in. U kunt bovendien bij twijfel contact opnemen met de daadwerkelijke instantie – in dit geval dus de Kamer van Koophandel

Bron: BNNVARA

Stichtingen en verenigingen kunnen géén bankrekeningen meer aanvragen bij de ING

Stichtingen en verenigingen kunnen géén bankrekeningen meer aanvragen bij de ING

Dat heeft alles te maken met een witwasonderzoek waar de ING momenteel zijn handen aan vol heeft.

Het is voor stichtingen en verenigingen sinds 19 augustus 2022 niet meer mogelijk om een bankrekening bij de ING te openen. Dat meldt de NOS.

De reden hierachter is dat de bank heeft momenteel té druk heeft met controles op eventuele witwaspraktijken. Dat is dan weer een gevolg van een wet die het kredietverstrekkers als de ING verplicht om goed onderzoek te doen naar financieel-economische criminaliteit.

Onderzoek toonde aan dat grote banken dit onvoldoende deden. De ING zelf werd hier eveneens schuldig van bevonden. De bank trof daarvoor in 2018 een schikking met het Openbaar Ministerie. Kosten: 775 miljoen euro.

Vanaf 2023 weer welkom
Het is – wat dat betreft – logisch dat de bank meer middelen inzet voor een beter klantenonderzoek. Dit zijn echter zoveel middelen dat stichtingen en verenigingen daar nu de dupe van zijn. De bank heeft te weinig capaciteit om hen te helpen met nieuwe aanvragen voor een bankrekening.

Dat houdt niet in dat stichtingen en verenigingen helemaal niet meer welkom zijn. Verwacht wordt dat ze ergens in het eerste kwartaal van 2023 gewoon weer bediend kunnen worden.

Meer kosten
De kosten gaan dan wel omhoog – en ook dat heeft te maken met het klantenonderzoek. De kosten hiervan worden namelijk doorberekend aan ING-klanten. Stichtingen en verenigingen betalen vanaf september €7,50 per maand voor het klantenonderzoek. Dat is hetzelfde bedrag als bv’s, coöperaties en kerkgenootschappen betalen.

Eenmanszaken, vennootschappen onder firma en maatschappen zijn overigens uitgezonderd van de regel. Zij betalen niet mee aan het klantenonderzoek.

Bron: NOS

Een stichting starten: waar moet ik rekening mee houden?

Een stichting starten: waar moet ik rekening mee houden?

Plannen om een stichting op te richten? Dan weet u waarschijnlijk wel dat zo’n rechtspersoon zich niet primair mag richten op het maken winst en u voor de oprichting ervan bij de Kamer van Koophandel (KvK) met zijn. Bent u echter ook bekend met déze vijf elementen van het starten van een stichting?

1. De kosten van een stichting starten liggen tussen de €400 en de €1.000
Deze kosten hoeft u niet te betalen bij de Kamer van Koophandel, maar wél bij de notaris. Zie het als een vergoeding voor het verplichte opstellen van een notariële akte of testament. Handig om rekening mee te houden!

2. Bestuurders van een stichting zijn – meestal – niet hoofdelijk aansprakelijk
Worden er schulden gemaakt? Dan bent u als bestuurder van een stichting niet hoofdelijk aansprakelijk.

Dat verandert echter wanneer er sprake blijkt te zijn van zogenoemd wanbestuur. Nogmaals: iets om rekening mee te houden.

3. U moet aangifte doen voor de vennootschapsbelasting
Niet altijd, althans. Maar wel wanneer u door middel van arbeid óf kapiteel meedoet aan het economisch verkeer. De vennootschapsbelasting voor stichtingen is ook verplicht wanneer u concurreert met ondernemers of wanneer een inspecteur u uitnodigt om aangifte te doen.

U betaalt géén vennootschapsbelasting wanneer uw winst niet boven de €15.000 per jaar uitkomt en u de voorgaande vier jaren niet meer dan €75.000 winst maakte.

4. U moet een bestuur samenstellen
Dit bestuur is meestal op z’n minst driekoppig. Het bestaat dan uit een voorzitter, een secretaris en een penningmeester. Het is desondanks óók mogelijk om een stichting helemaal zelf op te richten.

5. Stichtingen zijn altijd op te zeggen
We noemen dit ontbinden. Belangrijk daarbij is dat u vooraf in de statuten vastlegt hoe en wanneer dit moet gebeuren.

Rabo ClubSupport: wat houdt het in?

Rabo ClubSupport: wat houdt het in?

Verenigingen in Nederland konden zich tot en met 14 juni weer inschrijven voor Rabo ClubSupport. Wat dit fenomeen precies inhoudt? We leggen het u hieronder uit.

De Rabobank kennen we natuurlijk allemaal. De traditionele grootbank is niet meer weg te denken uit het Nederlandse straatbeeld en helpt ondernemers, maar ook particulieren aan betaalrekeningen, spaarrekeningen, leningen en méér.

Ook stichtingen en verenigingen kunnen voor een breed scala aan bankproducten terecht bij een van de vele filialen. Maar voor hen biedt Rabobank nét ietsje meer. Tenminste – als uw stichting of vereniging een club betreft.

De Rabobank ondersteunt namelijk al twintig jaar verenigingen door heel Nederland door middel van iets dat al bijna nét zo beroemd is als de bank zelf: Rabo ClubSupport.

Wat is Rabo ClubSupport?
Rabo ClubSupport is precies wat je bij de term verwacht: ondersteuning namens de Rabobank voor uw vereniging. Dat kan met geld, maar ook via netwerken en kennis.

De bank beschikt over een speciaal fonds om verenigingen te versterken. Het gaat dan met name om verenigingen die een maatschappelijk doel hebben. Voorbeelden: voetbalverenigingen die hun clubhuis willen verduurzamen, ouderverenigingen die kinderen van school halen of instanties die zich specialiseren in het werven van vrijwilligers.

Hoe meld ik me aan voor Rabo ClubSupport?
Aanmelden voor Rabo ClubSupport kon dit jaar tot en met 14 juni. Dat betekent dus dat u voor dit jaar te laat bent, maar niet getreurd: de actie wordt jaarlijks herhaald – in ongeveer dezelfde tijd van het jaar.

Na de aanmelding kunnen leden van de Rabobank stemmen op welke vereniging zij het meest waardig vinden voor het ontvangen van Rabo ClubSupport. Dat kan dan meestal vanaf het najaar – dit jaar is het vanaf 5 september.

Dit leidt uiteindelijk tot (financiële) steun voor één vereniging in kwestie. Daarmee hoopt de bank de regio te versterken.

Volledige versus beperkte rechtsbevoegdheid: wat zijn de verschillen?

Volledige versus beperkte rechtsbevoegdheid: wat zijn de verschillen?

Verenigingen zijn ideale rechtsvormen voor onder meer het organiseren en uitvoeren van maatschappelijke activiteiten. We onderscheiden echter verschillende soorten, waaronder verenigingen met volledige én beperkte rechtsbevoegdheden.

Het oprichten van een vereniging is mogelijk wanneer u minimaal twee leden heeft. Deze leden nemen dan de beslissingen over uiteenlopende elementen, zoals de vorming van een bestuur én de goedkeuring van de jaarrekening. Ze vergaderen minstens één keer per jaar.

Alle verenigingen kunnen op meerdere manieren aan geld komen. Voorbeelden daarvan zijn contributies van leden, erfenissen en subsidies. Het is nooit het doel om winst te maken, maar het is niet verboden om dit wél te doen.

Verschillende soorten verenigingen
We onderscheiden drie soorten verenigingen:  

  • Verenigingen met een volledige rechtsbevoegdheid; 
  • Verenigingen met een beperkte rechtsbevoegdheid; 
  • Verenigingen van Eigenaars (VvE’s).

Verenigingen met een volledige rechtsbevoegdheid
Een vereniging met een volledige rechtsbevoegdheid richt u op via de notaris. Dit is een vereniging met dezelfde rechten en plichten als een mens. U kunt op basis daarvan gebouwen kopen, geld lenen en erfenissen ontvangen.

Het is verplicht om deze verenigingsvorm in te schrijven in het Handelsregister.

Verenigingen met een beperkte rechtsbevoegdheid
Een vereniging met een beperkte rechtsbevoegdheid is ook op te richten zónder een bezoek aan de notaris. Dat maakt het starten van zo’n vereniging makkelijker en een stuk laagdrempeliger. De oprichting van zo’n vereniging komt echter met een aantal beperkingen. Het is bijvoorbeeld niet mogelijk om namens zo’n vereniging een pand te kopen of een erfenis te ontvangen.

Een ander groot verschil tussen verenigingen met een volledige én beperkte rechtsbevoegdheid is de verplichting tot inschrijving in het Handelsregister. Een vereniging met een beperkte rechtsbevoegdheid hoeft u namelijk niet verplicht in te schrijven bij de Kamer van Koophandel. Dit mág echter wel.

Vereniging van Eigenaars (VvE’s)
Een VvE is een apart type vereniging en specifiek bedoeld voor eigenaren van meerdere woningen in hetzelfde gebouw.

Bron: Kamer van Koophandel

Moeten verenigingen zich nu wél of niet bij de KvK inschrijven?

Moeten verenigingen zich nu wél of niet bij de KvK inschrijven?


Het starten van een onderneming begint bij de Kamer van Koophandel – de KvK. Eenmanszaken, vennootschappen onder firma en stichtingen zijn allen verplicht hun bedrijf op te geven in het Handelsregister. Geldt dat ook voor verenigingen?

Het korte antwoord? Een informele vereniging moet dat niet, een formele vereniging moet dat wel.

Het lange antwoord: dat vindt u hieronder.

Wat is een informele vereniging?

Een informele vereniging is eigenlijk precies wat u denkt dat het is: een club mensen die, los van allerlei verplichtingen, regelmatig bij elkaar komt om vervolgens iets uit te voeren. We doelen daarmee bijvoorbeeld op kaartclubjes. Dit soort verenigingen mogen zelf de regels bepalen én beslissen wie er wel of niet lid van de vereniging kan worden. Ze hebben zelfs te maken met het begrip aansprakelijkheid. Die ligt, in dit geval, bij de bestuurders of organisatoren.

Een informele vereniging is echter géén juridische rechtspersoon en hoeft daardoor niet in het Handelsregister te worden opgenomen.

Wat is dan een formele vereniging?

De zaak verandert wanneer u een formele vereniging wilt starten. Dat is meestal het geval wanneer de vereniging met enige vorm van risico te maken krijgt. Een kaartclub heeft niet zoveel risico’s, maar een officiële voetbalvereniging wel – denk bijvoorbeeld aan blessures. Je wilt daarvoor niet als persoon aansprakelijk zijn.

Wanneer een vereniging formeel wordt, wordt dit een rechtspersoon. Deze is vervolgens aansprakelijk wanneer er onverhoopt iets misgaat. Het oprichten van zo’n vereniging vereist een bezoek aan de notaris voor het opstellen van de formele statuten én een trip naar uw plaatselijke KvK-filiaal. U kunt uw nieuwbakken vereniging hier inschrijven in het Handelsregister. Dat is tenslotte verplicht.

Een winstgrens voor stichtingen: wanneer is er sprake van?

Een winstgrens voor stichtingen: wanneer is er sprake van?


Ja – ook stichtingen en verenigingen kunnen belastingplichtig zijn. Voor de vennootschapsbelasting, om precies te zijn. Dat is het geval wanneer de organisatie in kwestie een onderneming drijft. Wat dat exact inhoudt? We leggen het u hieronder uit.

Stichtingen, verenigingen en andere, vergelijkbare organisaties hebben meestal géén winstoogmerk. Ze zijn in die hoedanigheid niet belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting.

Dat verandert echter wanneer zo’n stichting door middel van arbeid en kapitaal alsnog probeert om winst te maken. Ze concurreren dan met reguliere bedrijven die wél belastingplichtig zijn – en dus wordt de stichting dat ook. Met andere woorden: ze drijven een onderneming.

Eerste versus tweede winstgrens

Het is echter niet zo dat iedere stichting die winst maakt ook daadwerkelijk belasting moet betalen. De winst moet hiervoor, binnen een jaar tijd, een bedrag van €15.000 overschrijden. Dit bedrag wordt ook wel de eerste winstgrens genoemd.

Maar zelfs als dit het geval is, is het géén uitgemaakte zaak dat een stichting of vereniging vennootschapsbelasting betaalt. Ze krijgen namelijk óók vrijstelling wanneer de winsten van de afgelopen vier jaar samen niet meer dan €75.000 bedragen. Dit bedrag noemen we de tweede winstgrens.

Wijziging in de tweede winstgrens

De wetgeving omtrent de tweede winstgrens is overigens recent gewijzigd. Deze gold namelijk niet voor stichtingen en verenigingen die minder dan vijf jaar actief waren.

Gold, inderdaad. Een uitspraak van de Hoge Raad heeft hier verandering in gebracht, waardoor deze organisaties nu alsnog niet ontkomen aan het betalen van vennootschapsbelasting.

Mits ze de eerste én tweede winstgrens overschrijden, natuurlijk. Ze worden, in dat geval en aan de hand van deze grenzen, jaarlijks getoetst.