Hoe kunnen we je helpen?

Wilsbekwaam of niet: hoe beoordeelt de notaris zijn klanten op dit gebied?

Wilsbekwaam of niet: hoe beoordeelt de notaris zijn klanten op dit gebied?

Het blijft een even lastig als heikel punt voor notarissen: het bepalen of en in hoeverre een klant wilsbekwaam is. Dit bepaalt bijvoorbeeld of hij of zij een levenstestament kan en mag tekenen. Een nieuw stappenplan moet daar onder andere meer overzicht in bieden.

Bepalen of iemand al dan niet wilsbekwaam is, gaat in wezen altijd gepaard met een zogenoemd wilsbekwaamheidsonderzoek. Dit onderzoek is verplicht, omdat het opstellen en ondertekenen van een testament een nogal gewichtige zaak is. Een testament van een persoon die achteraf niet-wilsbekwaam blijkt, wordt namelijk ongeldig verklaard.

Wilsbekwaamheidsonderzoek

Zo’n onderzoek bestaat doorgaans uit een aantal korte vragen. Deze gaan in principe in op wat de persoon in kwestie wil verwerken in zijn of haar levenstestament. Als daaruit blijkt dat er eigenlijk geen reden is om de twijfelen aan diens wilsbekwaamheid, stopt het onderzoek vrij vlot, waarna de notaris verder kan gaan met zijn of haar werk. De klant merkt hier doorgaans ook niet veel van.

Soms is er aanleiding voor extra aandacht aan de wilsbekwaamheid van de klant. Hoe de notaris de kwestie dan moet afhandelen, is afhankelijk van de situatie.

Stappenplan

Er is geen eenduidige manier om een situatie met een niet-wilsbekwaam persoon af te handelen. Of was, moeten we eigenlijk zeggen. Misschien is er daarom wel een nieuw stappenplan in het leven geroepen.

Dit stappenplan heeft nadrukkelijk de aansluiting gezocht bij het VN-verdrag Handicap. Dit is een verdrag met als doel het verbeteren van de positie van mensen met een beperking. Uitgangspunt daarbij is dat altijd wordt gestreefd naar een situatie waarbij de cliënt zelf beslist – en niet iemand anders.

Dit houdt dus ook in dat de notaris zoveel mogelijk met de klant zelf in zee moet gaan. Het is, in het kader van dit nieuwe stappenplan, de taak van de notaris om onbehoorlijke beïnvloeding te voorkomen.

Notarissen verwerken momenteel méér aktes dan ooit

Notarissen verwerken momenteel méér aktes dan ooit

De notaris is populair – zo blijkt. Vorig jaar werden er relatief al behoorlijk wat aktes verwerkt, maar 2021 gaat daar vooralsnog overheen. In totaal kwamen er tijdens het eerste kwartaal van 2021 meer dan 490.000 notariële aktes voorbij. En dat is flink meer dan pak ‘m beet een jaar geleden.

Vijftigduizend aktes meer, om precies te zijn. Dat meldt de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB). De gemiddelde notaris heeft het er dus maar druk mee.

Hypotheken

De stijging heeft onder andere te maken met een topdrukte qua hypotheken en andere overdrachten van onroerend goed. Dat heeft in eerste zin te maken met andere tarieven voor de overdrachtsbelasting. Om starters op de woningmarkt een handje te helpen, heeft de regering besloten deze tarieven te wijzigen: op een manier dat starters er meer profijt van hebben – en niet de beleggers. Deze zogeheten startersvrijstelling bedraagt nu een belasting van slechts twee procent voor woningen met een waarde tot €400.000.

Dat lijkt geholpen te hebben, want Nederlandse notarissen hebben in totaal 22.000 extra hypotheken verwerkt.

Samenlevingscontracten

De stijging wordt ook veroorzaakt door een veelvoud aan samenlevingscontracten. Het KNB meldt een stijging van zo’n veertig procent. Dat kan te maken hebben met de eerder genoemde hypotheken. Tenslotte sluiten starters die een huis kopen vaak ook direct een samenlevingscontract af.

Een derde stijging is te vinden in de bv’s. Enigszins opmerkelijk zijn er in het eerste kwartaal van 2021 ook meer besloten vennootschappen opgericht. Het aantal nieuwe bv’s staat momenteel op 19.500: een stijging van bijna 3.500 organisaties.

Afname

Daartegenover staat dat het aantal levenstestamenten juist weer afnam ten opzichte van vorig jaar. Daar zit ten tijde van schrijven echter weer vaart in: een stijging van 21,7 in maart van 2021. Drukke tijden voor de notaris dus.

De woningmarkt zit op slot: dit willen de vier grootste, politieke partijen voor je betekenen

De woningmarkt zit op slot: dit willen de vier grootste, politieke partijen voor je betekenen

De verkiezingen zijn achter de rug, de kabinetsformatie is eindelijk op gang en de woningmarkt – die zit nog altijd muurvast. Merkt u ook dat het lastig is om een geschikte en betaalbare woning te vinden? Dan is het handig om te weten wat de vier grootste partijen daaraan willen veranderen. Een overzicht.

VVD

Kritiek of niet – de VVD is nog altijd de grootste partij van Nederland en dus hebben de liberalen een ferme invloed op de plannen voor de woningmarkt. Ze willen allereerst meer bouwen en meer huurwoningen realiseren. De startersmarkt kan volgens hen flink rechtvaardiger: een van de partijbeloftes is gestoeld op de gedachte betaalbare woningen voor iedereen.

De VVD is tevens voor een aanpassing van de verhuurdersheffing en vindt dat woningbouwcorporaties dure woningen moeten verkopen en goedkope huizen moeten bouwen. De hypotheekrenteaftrek wordt niet genoemd.

D66

De democraten van D66 pleiten voor meer bouwlocaties verspreid over het land. Zo willen ze in ieder geval de krapte in de Randstad verkleinen. Ze willen daarbij aandacht besteden aan diverse woonbehoeftes en levensfases, zodat er meer gezinswoningen vrijkomen.

Wat D66 betreft, vervalt de verhuurdersheffing ten faveure van een verplichte bijdrage aan een fonds voor nieuwbouwwoningen. Ze willen de hypotheekrenteaftrek volledig afbouwen.

PVV

De PVV pleit allereerst voor de beschikbaarstelling van extra woongrond, zodat daar huizen voor verscheidene doelgroepen gebouwd kunnen worden. Ze pleiten daarnaast voor meer starterswoningen, eengezinswoningen en onderdak voor ouderen. De verhuurdersheffing komt daarbij niet aan de orde, maar de hypotheekrenteaftrek wel: daar moet men volgens de partij van Geert Wilders vanaf blijven.

CDA

Tot slot – het CDA. Zij komen met een woonplan waarmee Nederland binnen tien jaar één miljoen woningen rijker is. De verhuurdersheffing wordt ingewisseld voor afspraken omtrent bouwoplages en de hypotheekrenteaftrek komt ook hier niet aan de orde.

Huurder versus verhuurder: wie draait op voor de coronaproblemen?

Huurder versus verhuurder: wie draait op voor de coronaproblemen?

Veel ondernemingen zitten door de coronacrisis in zwaar weer. Sommigen zijn hierdoor (tijdelijk) niet in staat om hun huur te betalen. In dat geval rest de vraag wie in zijn of haar recht staat: de huurder die door extreem uitzonderlijke omstandigheden financiële problemen ondervindt óf de verhuurder die ook gewoon moet verdienen.

In alle gevallen geldt dat het nooit raadzaam is om zomaar te stoppen met het betalen van huur. Het kan namelijk zo zijn dat een verhuurder zelf ook moeilijkheden ervaart, bijvoorbeeld door bepaalde verplichtingen aan de bank.

Communicatie is, zoals wel vaker, het belangrijkst. Neem als huurder contact op met de verhuurder in kwestie. Leg de situatie uit en doe een voorstel tot uitstel van de huurbetaling. U kunt er, afhankelijk van de situatie, ook voor kiezen om voor te stellen de huur tijdelijk deels te voldoen.

Geen overeenkomst

Het kan zijn dat u er niet uitkomt met uw verhuurder, bijvoorbeeld wanneer deze u aan uw contract houdt. In dat het geval is het mogelijk om een rechter te benaderen. U kunt hem of haar dan vragen naar een aanpassing van dat contract, bijvoorbeeld op basis van onvoorziene omstandigheden. De rechter kijkt dan naar uw persoonlijke situatie en neemt daarbij verschillende facetten, waaronder de duur van de crisis en de beschikbare compensatiemaatregelen voor uw branche, in ogenschouw.

Ontbinding

In het ergste geval biedt ook de gang naar de reguliere rechter geen oplossing. U kunt in dat geval naar de kantonrechter stappen: de enige die in staat is om een huurcontract te ontbinden. De verhuurder heeft zodoende ook nooit de mogelijkheid om uw bedrijf uit het pand te verwijderen.

Wordt 2021 het jaar van de online notaris?

Wordt 2021 het jaar van de online notaris?

Dat het coronavirus ervoor heeft gezorgd dat veel bedrijfsactiviteiten op afstand moeten plaatsvinden, is nogal een understatement. Notarissen zijn wat dat betreft dan ook geen uitzondering, daar waar fysieke bijeenkomsten niet altijd even goed mogelijk zijn. De vraag is dan ook – wordt 2021 hét jaar waarin de notaris vooral digitaal opereert?
‘Het korte antwoord op deze vraag? Nee – zo snel gaat het waarschijnlijk niet. Het lange antwoord begint met het feit dat het coronavirus niet de enige verantwoordelijke is voor het feit dat notariële zaken vaker digitaal verlopen. Het fenomeen digitale, notariële akte stamt namelijk al uit het pre-coronatijdperk.
De Europese Unie is bijvoorbeeld een groot voorstander van deze digitalisering en heeft de online notaris door de jaren heen stukje bij beetje richting haar lidstaten gepusht. Het resultaat is dat het op 1 augustus 2021 mogelijk moet zijn om volledig digitaal een bedrijf op te richten.
Dat klinkt misschien als een veelbelovende stap – en dat is het natuurlijk ook – maar het is meer een stap in de digitale richting dan een complete make-over van de notaris in zijn huidige vorm. We verwachten wel dat de notariële dienstverlening op termijn meer en meer online plaatsvindt, waarna uiteindelijk alle aktes digitaal zijn te tekenen. Het coronavirus is dus slechts een extra duwtje in de richting van de online notaris.

Gevolgen voor de notaris

Een transitie als deze gaat natuurlijk gepaard met de nodige gevolgen voor het notarisambt. De kerntaken blijven vanzelfsprekend hetzelfde, maar de aanleg van een digitale databank lijkt onvermijdelijk. Het loont daarom om nu alvast na te denken over de benodigde software om online dossiers aan te maken. Dit scheelt hoogstwaarschijnlijk tijd wanneer het jaar van de online notaris wél aanbreekt.

Een bedrijfspand kopen in 2021: dit verandert er qua overdrachtsbelasting

Een bedrijfspand kopen in 2021: dit verandert er qua overdrachtsbelasting

De overdrachtsbelasting bij de aankoop van een bedrijfspand is in 2021 8 procent. U leest hieronder onder meer waarom deze wijziging er gekomen is.


Overdrachtsbelasting betalen rechtspersonen bij de aanschaf en verkoop van onroerende zaken. Het bekendste voorbeeld daarvan is de koop van een woning. Hiervoor geldt een belastingtarief van 2 procent.
Of gold – moeten we eigenlijk zeggen. Het Rijk heeft er namelijk voor gekozen om deze overdrachtsbelasting te schrappen voor starters tussen de 18 en de 35 jaar die een eerste woning voor minder dan €400.000 kopen.
Dat heeft alles te maken met de krapte op de woningmarkt en het dalende aantal starters dat in staat is om een huis te kopen. De afschaffing van de overdrachtsbelasting moet ervoor zorgen dat zij méér mogelijkheden krijgen. Voor kopers ouder dan 35 jaar en woningen duurder dan €400.000 blijft het percentage van 2 behouden – en voor beleggers en andere niet natuurlijke rechtspersonen is het tarief per dit jaar 8 procent.

Overdrachtsbelasting voor bedrijfspanden

U zou misschien denken dat de overdrachtsbelasting voor sommige bedrijfspanden ook wordt verlaagd, maar niets is minder waar. Sterker nog: deze overdrachtsbelasting wordt juist verhoogd – van 6 naar 8 procent. De reden daarvoor is het Klimaatakkoord. Daarin staat dat Nederland alle uitstoot van CO2 in de komende jaren moet terugdringen. Daar is geld voor nodig en dat moet onder meer komen uit deze verhoging. Naar verwachting levert deze maatregel 300 miljoen op.

Woningen en niet-woningen

De stijging geldt voor alle niet-woningen. Daaronder vallen bedrijfspanden, maar ook hotels, ziekenhuizen en zelfs grond – ook al wordt daar later een woning op gebouwd. We spreken pas van een woning – en dus een lager belastingtarief voor particulieren – wanneer het pand ook daadwerkelijk een woonfunctie heeft. Dat maakt het enigszins vreemd dat grond voor een woning als niet-woning wordt gezien. Een ander grijs gebied zijn woningen met bedrijfsruimte erin: dat zijn wettelijk gezien nog steeds huizen.

Gratis opslag van documenten: iets voor de Nederlandse notaris?

Gratis documenten opslaan: iets voor de Nederlandse notaris?

Maak kennis met Izimi: een nieuwe dienst die Belgische notarissen hun klanten sinds kort kunnen aanbieden.


Notariële aktes zijn vreemde documenten. Ze zijn zo goed als nooit nodig, maar desondanks onmisbaar. En als u ze nodig hebt, zijn ze doorgaans nergens te bekennen.
Blijkbaar speelde datzelfde probleem ook bij onze zuiderburen. Daar is de Federatie van het Notariaat namelijk met een oplossing gekomen: een manier om alle documenten op een centrale, uiterst veilige plaats te bewaren.

Izimi

Die manier, Izimi genaamd, werkt met een digitale kluis waarin klanten dergelijke aktes kunnen opslaan. Hiertoe hebben alleen de klanten toegang. Zelfs de notaris kan er niet bij. Hij of zij kan alleen maar documenten toevoegen.
Deze consumenten kunnen ook bepalen wie er na hun overlijden toegang krijgt tot hun persoonlijke Izimi-kluis. Toegang werkt met eID, de elektronische identiteitskaart van België.
Het gaat dus om notariële aktes, maar ook om allerlei andere documenten die de consument bij de notaris wenst te stallen. Gegevens rondom bankrekeningen, bijvoorbeeld. Iedere Belg mag tot 200 megabyte (MB) opslaan. Dat is best veel, gezien dit soort documenten normaal gesproken geen heel grote ruimtevreters zijn.

Kernexplosies en komeetinslagen

Een vraag die vanzelfsprekend bij zoiets rijst, betreft de veiligheid: is het veilig om belangrijke documenten in zo’n systeem te stallen? De Federatie van het Notariaat heeft daar vooralsnog niet veel over gemeld. Wel stellen ze dat er allerlei veiligheidstests zijn uitgevoerd en dat de gegevens worden opgeslagen in drie datacentra verspreid over België. Die centra zijn volgens hen in staat om kernexplosies en komeetinslagen te overleven. Ja, dat zijn echt de woorden van de Federatie.

In Nederland

Het voordeel van Izimi is dat alle notarissen er gebruik van kunnen maken en dat de documenten dus op één manier worden opgeslagen. Overzichtelijk en, zo lijkt ons, veilig. Wat dat betreft, is het in de toekomst misschien ook een idee voor de Nederlandse notaris.
Bron: Tweakers

Het fiscale verschoningsrecht wordt ingeperkt: wat is daarvan het effect?

Het fiscale verschoningsrecht wordt ingeperkt: wat is daarvan het effect?


Iedere Nederlandse belastingbetaler moet de Belastingdienst verplicht informatie verstrekken. Het gaat dan om gegevens die de dienst nodig heeft om verschillende heffingen op te stellen. Dat geldt ook voor eventuele derden die we ook wel administratieplichtigen noemen. Maar er zijn uitzonderingen.
Notarissen en advocaten, bijvoorbeeld. Zij maken gebruik van het zogenoemde fiscale verschoningsrecht. Dat houdt grofweg in dat zij niet verplicht zijn om informatie van cliënten te delen. Ze kunnen zich dan beroepen op dit recht.

Panama Papers

Juist dat recht staat momenteel hevig onder druk. De directe aanleiding daartoe? Dat zijn de Panama Papers: een verzameling gelekte documenten die in 2015 miljoenen gegevens van belastingontduikers blootstelde.
De Nederlandse regering stelt daarop dat feiten die fiscaal relevant zijn niet langer achtergehouden mogen worden. Ook niet door notarissen en advocaten. Met andere woorden: ze willen een inperking van het fiscale verschoningsrecht.

Verzet tegen de inperking

Daar zijn de twee genoemde beroepsgroepen het niet mee eens. Ze verzetten zich vooralsnog nadrukkelijk tegen de inperking van het fiscale verschoningsrecht en hebben hun zorgen onder meer via een brief geuit naar staatssecretaris Vijlbrief van Financiën.
De afzender van de brief is de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB). De organisatie is van mening dat de inperkingen onnodig en disproportioneel zijn. De KNB stelt bijvoorbeeld dat de Belastingdienst al genoeg mogelijkheden heeft tot het opvragen van informatie bij en over belastingplichtigen.

Gevolgen voor de advocatuur

Ook de advocatuur is in opstand gekomen tegen de voorgenomen inperkingen. Zij wijzen op andere gevolgen van de maatregelen, welke volgens hen effect hebben op de communicatie tussen advocaten en cliënten. Vertrouwelijke gesprekken zouden ernstig onder druk komen te staan.
We houden u op de hoogte van de te nemen maatregelen omtrent de inperking van het fiscale verschoningsrecht.

Voorkom sluiting: heeft uw kantoor al energielabel C of beter?

Voorkom sluiting: heeft uw kantoor al energielabel C of beter?


Een wetsverandering stelt hogere eisen aan de energiezuinigheid van kantoorpanden. Veel huurders en eigenaren van kantoren zijn echter niet op de hoogte van deze verandering die hoge eisen stelt aan de energiezuinigheid van hun kantoor. Concreet dient een kantoor van meer dan 100 vierkante meter vanaf 1 januari 2023 minimaal energielabel C te hebben. Per 1 januari 2030 wordt label A of beter zelfs de eis. Voldoet een pand of kantoor niet aan deze eisen? Dan kan de eigenaar of huurder in het ergste geval uit het kantoor worden gezet.

Grondige verduurzaming

De overheid heeft nieuwe doelen gesteld om de kantoormarkt grondig te verduurzamen. In Nederland staan ruim 62.000 kantoren die groter zijn dan 100 vierkante meter en geheel als kantoor dienen. Op dit moment voldoet slechts iets meer dan een derde van alle panden aan de nieuwe eisen. Zij hebben een energielabel C of beter. Dat blijkt uit cijfers van de Rijksdienst voor Ondernemen. Meer dan twee derde van alle panden scoort lager dan label C, of heeft nog helemaal geen energielabel geregistreerd.

Lage prioriteit

De klok tikt dus, maar door de coronacrisis heeft verduurzaming nu een lage prioriteit. Bedrijven zijn bezig met overleven en hebben het energielabel vaak als laatste punt op de agenda staan. Opvallend is wel dat veel ondernemers door de coronacrisis anders zijn gaan denken over hun kantoorruimte. De thuiswerktrend zorgt ervoor dat bedrijven op vierkante meters kunnen besparen. Zelfs het afstoten van kantoorpanden wordt vaker overwogen.

Meer werkcomfort en lager ziekteverzuim

Ook zien veel ondernemers op tegen de financiële investering die voor verduurzaming van hun kantoren noodzakelijk is. Uit onderzoek van het Economisch Instituut voor de Bouw blijkt dat die zorgen ongegrond zijn: de investeringskosten kunnen namelijk binnen afzienbare tijd worden terugverdiend. Daar komt bovenop dat medewerkers in een duurzaam gebouw harder werken en tegelijkertijd minder vaak ziek zijn. Meer werkcomfort zorgt voor een productiviteitsverbetering tot 15 procent, terwijl het ziekteverzuim tot 2,5 procent daalt.

Meer ondernemers kiezen voor de rechtsvorm bv

Meer ondernemers kiezen voor de rechtsvorm bv


De coronacrisis zet zelfstandig ondernemers ertoe aan de rechtsvorm van hun onderneming van eenmanszaak te wijzigen naar een besloten vennootschap (bv). Deze conclusie trekt de redactie van Business News Radio naar aanleiding van cijfers van de Kamer van Koophandel. Afgelopen maand hebben maar liefst 21 procent meer ondernemers hun bedrijfsvorm gewijzigd, in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar.

Privévermogen veiligstellen

De reden dat ondernemers dit doen, heeft te maken met de hoofdelijke aansprakelijkheid. Zij hopen op die manier hun privévermogen veilig te stellen, voor het geval zij door de coronacrisis hard geraakt worden. Bedrijven kijken duidelijk vaker naar de verschillende mogelijkheden om het privévermogen te beschermen. Diverse advieskantoren voor het mkb zien een veelvoud van het normale aantal aanvragen voor meer informatie over de mogelijkheden. Eerder kozen ondernemers een bv vanwege fiscale redenen, maar de laatste maanden is het vooral een vorm van risicomanagement. Men wil er juridische aansprakelijkheid mee voorkomen.

Ondanks hogere kosten is bv bij lagere winst interessant

Tegelijkertijd blijkt uit de cijfers van de Kamer van Koophandel ook dat het aantal nieuw opgerichte eenmanszaken juist sterk afneemt. Men richt direct een bv op, terwijl dat eigenlijk pas interessant is bij een winst van minimaal 150.000 euro. Hoewel de administratieve kosten van een bv hoger liggen, nemen veel ondernemers deze extra kosten voor lief. Daar staat tegenover dat een bv veel meer financiële zekerheid geeft, vooral wanneer er een tweede coronagolf komt. Wanneer een bv deze nieuwe golf niet overleeft, dan is het privévermogen in ieder geval veilig.

Niet voor elke ondernemer

Hoewel het oprichten van een bv de perfecte oplossing lijkt om ondernemers te wapenen tegen juridische en financiële aansprakelijkheid bij een faillissement, biedt een bv niet voor iedereen uitkomst. Het is namelijk belangrijk om er op dit moment financieel goed voor te staan. Wanneer er nu al schulden zijn, heeft omzetting van eenmanszaak naar een bv geen zin. Bestaande schulden moeten namelijk door de bv worden overgenomen en de ondernemer blijft ervoor verantwoordelijk.