Hoe kunnen we je helpen?

Coronacrisis: de non-foodsector verkocht nog nooit zo weinig als in januari van 2021

Coronacrisis: de non-foodsector verkocht nog nooit zo weinig als in januari van 2021

Het is nogal een understatement om te stellen dat de detailhandel hard is getroffen door de gevolgen van de COVID-19-pandemie. Nu hebben we daar ook cijfers bij. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) stelt namelijk dat winkeliers in de non-foodsector niet eerder zo’n neergang in het aantal verkopen hebben meegemaakt.

Het CBS meldt een verkoopdaling van maar liefst 38 procent ten opzichte van januari 2020. Dat is de sterkste daling sinds op z’n minst 2005: het jaar waarin het CBS begon met het bijhouden van statistieken rondom dit soort verkopen.

Volgens het bureau zijn met name kleding- en schoenenzaken erg hard getroffen. Zij moesten gemiddeld meer dan de helft aan omzet inleveren. Andere zwaar getroffen branches zijn meubelzaken, elektronicawinkels en verkopers van recreatieartikelen. Zij verloren ongeveer 33 procent van hun opbrengsten, aldus het CBS.

Voedingswaren

De food-sector, die gewoon open mocht blijven, heeft juist te maken met een stijging van 8,6 procent. Supermarkten zijn het succesvolst: zij kenden een omzettoename van zo’n tien procent. Drogisterijen genoten eveneens meer omzet dan in januari 2020.

Online verkoop

Winkeliers in de getroffen branches hebben wel enige omzet uit online verkopen kunnen halen. Deze zijn volgens het CBS in januari meer dan verdubbeld: een stijging van 129 procent.

Verschillende winkelketens hebben echter aangegeven dat ze hun webshops voornamelijk als extra activiteit gebruiken. Volgens hem compenseren de digitale uitgaves bij lange na niet voor de omzet die normaal gesproken in hun winkels wordt gerealiseerd. Ze stellen onder meer dat klanten online veel gerichter zijn in hun aankopen en niet spontaan nog wat extra producten meenemen.

Bron: ANP en Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)

De online omzet in de detailhandel stijgt

De online omzet in de detailhandel stijgt

Door de coronapandemie mag het geen verrassing heten dat de omzet uit internetverkopen binnen de detailhandel aanzienlijk is gestegen. Het CBS meldde voor het vierde kwartaal van 2020 een stijging van bijna 56 procent ten opzichte van een jaar eerder.
Daarmee valt ook de totale omzet van het laatste kwartaal hoger uit: 4,5 procent hoger dan in 2019. We moeten daar wél bij vermelden dat er nogal wat verschillen zijn tussen de uiteenlopende branches. Zo steeg de omzet van doe-het-zelf-zaken met bijna 17 procent, maar leverden kledingwinkels juist 26,9 procent in.

Verschillende soorten webwinkels

Een ander onderscheid dat op basis van omzetstijgingen wordt gemaakt, is dat tussen webwinkels en zogenoemde multi-channelers. Een webwinkel heeft verkopen via online kanalen als primaire bedrijfsactiviteit, waar een multi-channeler gebruik maakt van meerdere manieren om zijn of haar waar te verkopen. Het zijn met name de multi-channelers die op dit terrein het meeste winst boeken. De online omzet kende in het vierde kwartaal van 2020 een stijging van maar liefst 71,5 procent en daarmee werd het oude record van 68 procent verbroken.

Webwinkel starten

Retailers zonder webwinkel doen er verstandig aan hier snel mee te beginnen. Het aantal verkopen via internet stijgt enorm – en niet alleen door het coronavirus. Daarbij is het wel raadzaam om rekening te houden met alle bijkomstigheden. Het laten maken en onderhouden van een webwinkel vergt in investering in tijd en geld. Hosting en domeinregistratie zijn hier slechts voorbeelden van. Ook marketing kost geld. Bijvoorbeeld in de vorm van advertenties, zoekmachineoptimalisatie en het inhuren van specialisten daarvoor.
Tip: besteed, indien mogelijk, het maken van een webshop altijd uit aan een specialist. Dat is misschien een investering, maar dat betaalt zich op een later moment zeker uit.

Belastingwijzigingen voor ondernemers: dit zijn de belangrijkste veranderingen in 2021

Belastingwijzigingen voor ondernemers: dit zijn de belangrijkste veranderingen in 2021

Een nieuw jaar betekent doorgaans ook allerlei fiscale veranderingen. Hieronder leest u een aantal van de belangrijkste wijzigingen voor ondernemers.

Afbouw van de zelfstandigenaftrek

De verandering die het meest in het oog springt, is de afbouw van de zelfstandigenaftrek. Deze gaat vanaf dit kalenderjaar in stappen omlaag. Dat begint met een verlaging van €360. Daarna volgt een verlaging van €390, waarna de overheid in acht verlagingen van telkens €110 afschaalt tot een bedrag van €3.240. De reden van deze afbouw is het verkleinen van fiscale verschillen tussen zelfstandigen en werkenden in loondienst.
Ook krijgen ondernemers te maken met de onderstaande veranderingen.

Verhoging heffingskortingen

Deze stonden eigenlijk gepland voor 2022 maar zijn een jaar naar voren gehaald. De algemene heffingskorting stijgt met €126.

Veranderingen in de vennootschapsbelasting (Vbp)

Doordat er vanaf 2021 wordt getoetst met een hogere drempel, vallen naar verwachting méér mkb-bedrijven in het lage segment van de vennootschapsbelasting – de Vbp. Mkb’ers betalen dit jaar vijftien procent belasting over winsten tot €245.000. Dat bedrag stond tot en met vorig jaar op €200.000. Deze in principe aantrekkelijke verandering heeft tot doel om de economie door meer financiële ruimte te creëren bij ondernemers.

Invoeringen van een CO2-heffing

Industriële bedrijven krijgen vanaf 2021 te maken met een zogenoemde CO2-heffing. Dat houdt in dat ze een heffing gaan betalen wanneer er sprake is van een teveel aan uitstoot. Deze heffing wordt in de komende jaren verder verhoogd. Het is de bedoeling bedrijven zo te stimuleren om efficiënter en vooral duurzamer te produceren.

Invoering van een meldplicht voor internationale belastingconstructies

Maakt uw bedrijf gebruik van een belastingconstructie die landsgrenzen overschrijdt? Dan moet u de Belastingdienst daar vanaf dit jaar van op de hoogte brengen.

Accountant versus belastingplichtige: wie betaalt – indien nodig – de boete?

Accountant versus belastingplichtige: wie betaalt een eventuele boete?

In beginsel is de belastingplichtige te allen tijde eindverantwoordelijk voor zijn of haar aangiftes. Ook wanneer de boekhouder of accountant de fout in gaat. Maar dat lijkt in het geval van onverhoopte boetes toch net iets anders te liggen.


Bedrijfseigenaren ervaren belastingen veelal als een blok aan het been. Ze vinden het doorgaans een wirwar aan regels en besteden het mede daarom maar wat graag uit aan iemand die er wél verstand van heeft. Een boekhouder of accountant is in hun ogen een garantie voor juiste, boetevrije aangiftes.
Maar dat laatste lijkt toch niet helemaal zo te zijn, meldt Rendement.nl. Ze noemen een voorbeeld van een situatie uit 2018. Hierbij werkte een bv, een projectontwikkelaar, aan de ontwikkeling van een wooncomplex.

Boete

De administratie werd binnen het bedrijf in kwestie gevoerd, hoewel een accountant de daadwerkelijke aangifte verzorgde. Zodoende ontstond een situatie waarbij de organisatie btw-facturen naar een investeerder stuurde, terwijl de accountant nihil-aangiften voor de btw indiende. Resultaat: een naheffings-aanslag, maar ook een boete.
De eigenaar van de bv in kwestie kon leven met de aanslag, maar vocht wel de boete gerechtelijk aan en wilde deze verhalen op de accountant.

Uitspraak

Met succes, want de rechter oordeelde in het nadeel van de accountant: het bedrijf mocht vertrouwen op diens deskundigheid.
Toch heeft ook de accountant de boete niet hoeven te betalen. De rechtbank oordeelde namelijk dat deze ten onrechte was opgelegd: geen van de betrokken partijen had bewust fouten gemaakt en dus was er ook geen sprake van schuld.

Eindverantwoordelijkheid

Eindstand is dat er dus een maar zit aan de eindverantwoordelijkheid van de belastingplichtige. Deze wordt vanzelfsprekend in stand gehouden, maar in het geval van boetes kan dit mogelijk anders uitpakken.

Coronacrisis: waarom u met een bv (juist) nu in het voordeel bent

Coronacrisis: waarom u met een bv (juist) nu in het voordeel bent


Dat het coronavirus het bedrijfsleven treft, hoeven we u waarschijnlijk niet uit te leggen. De impact van de pandemie is voor de ene branche groter dan de ander, maar dat geldt in zekere zin óók voor rechtspersonen. Dat meldt het bedrijf VRB Advies.
VRB Advies ondersteunt organisaties tijdens het maken van keuzes rondom rechtspersonen. Ze komen tot een opmerkelijke conclusie. Volgens hen is een besloten vennootschap, in het licht van de huidige situatie, de beste rechtspersoon om te hebben.

Besloten vennootschap

Een besloten vennootschap (bv) is een van de verschillende rechtspersonen waaruit (beginnende) ondernemers kunnen kiezen. Hij of zij wordt dan onder meer omgedoopt tot directeur-grootaandeelhouder (dga) van het bedrijf.
Het grootste verschil zit hem echter in de aansprakelijkheid. De eigenaar van bijvoorbeeld een eenmanszaak of een vennootschap onder firma (vof) kan ook persoonlijk aansprakelijk worden gehouden tijdens noodlijdende situaties als faillissementen.
Dat is in het geval van een besloten vennootschap niet het geval. Eventuele schuldeisers mogen zich beroepen op bedrijfsbezit, maar niet op het privévermogen.

Voordelen

Daar zit volgens VRB Advies nu net het grote verschil tijdens de huidige coronacrisis. Het risico op omvallen is voor bedrijven relatief groot. Met een besloten vennootschap bescherm je dan in ieder geval je eigen huis en haard. Een belangrijke zaak!

Stijging nieuwe bv’s

En dat hebben veel ondernemers zich geen tweede keer laten vertellen, zo blijkt uit de recente cijfers. Volgens VRB Advies heeft er een stijging plaatsgevonden van 300% in het aantal nieuwe bv’s.
Overigens is het ook weer niet zo dat een omschakeling naar een besloten vennootschap een garantie is voor het beschermen van privé-eigendommen. Het is bijvoorbeeld niet mogelijk om schuldeisers af te wenden wanneer het faillissement er al enige tijd aan zat te komen – nog vóór de coronacrisis.

Thuiswerkende medewerkers? Houd hier rekening mee

Salderingsregeling zonnepanelen vanaf 2023 afgebouwd


Een werkgever met thuiswerkende werknemers krijgt te maken met diverse verplichtingen. Vooral op het gebied van de Arbowet zijn de eisen streng. Een werkgever is verantwoordelijk voor een veilige en gezonde werkomgeving, ook als dat de thuissituatie is. Denk hierbij aan een bureau-opstelling en de Arbeidstijdenwet. Die houdt onder meer in dat werknemers voldoende rust moeten kunnen nemen tussen de werkdagen en -tijden.

Arbobesluit en Arboregeling

Als werkgever is het goed om de definitie van veilig en gezond werken per branche in de gaten te houden. Deze staat beschreven in het Arbobesluit en de Arboregeling. Ga als werkgever in overleg met werknemers en vraag wat zij nodig hebben voor een gezonde en veilige werkplek thuis. Want als werkgever kunt u uw werknemers daarin ondersteunen. Als werkgever heeft u bovendien een zorgplicht. Blijf daarom altijd communiceren over de fysieke en mentale gezondheid van de medewerkers.

Nieuwe verplichtingen door coronavirus

De overheid verzoekt het bedrijfsleven om zoveel mogelijk werkzaamheden vanuit huis te verrichten. Er zijn geen nieuwe verplichtingen voor werkgevers ingevoerd, omdat de Arbowet al voldoende handvatten biedt voor een veilige en gezonde thuiswerkplek. In sommige gevallen kan het wel verstandig zijn de arbeidsovereenkomsten van medewerkers aan te passen. Hierin kunt u om toestemming vragen voor preventieve controles van de thuiswerkplek.
Ook kunt u laten vastleggen waar een thuiswerkplek aan dient te voldoen, of een bruikleenovereenkomst opnemen als u uw medewerkers voorziet van meubilair en computerapparatuur. Daarbij dient u de privacyregels duidelijk te omschrijven. Beschrijf hierin tot in hoeverre u toegang mag krijgen tot de thuiswerklocatie om de werkzaamheden te controleren of te voldoen aan uw zorgplicht.

Prettig werken

Stel een plan op met verschillende scenario’s en blijf voortdurend met werknemers in contact. Zo bent u beter voorbereid op eventuele nieuwe maatregelen en veranderingen. Door mensen te instrueren niet te veel of juist te weinig te werken, hun vakanties en vrije dagen op te nemen en zich te houden aan de werktijden, zorgt u voor een goede balans tussen werk en privé en voorkomt u stress.

Versoberd 3e steunpakket voor ondernemers beschikbaar per 1 oktober

Versoberd 3e steunpakket voor ondernemers beschikbaar per 1 oktober


Er komt een derde steunpakket voor ondernemers die getroffen zijn door coronacrisis. In totaal maakt het kabinet 11 miljard euro vrij. Belangrijk detail is wel dat er meer en strengere voorwaarden zijn om voor een of meerdere van de steunpakketten in aanmerking te komen.

Nieuwe steunmaatregelen tot 1 juli 2021

Het kabinet komt met de aankondiging van nieuwe steunmaatregelen, omdat het huidige (tweede) steunpakket op 1 oktober 2020 afloopt. In het nieuwe pakket worden de populaire Tozo- en NOW-regelingen behouden. De NOW-regeling wordt met negen maanden verlengd. Ook de Tozo-regeling (Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers) wordt verlengd. Deze regeling zorgt voor inkomensondersteuning voor zelfstandigen die door de coronacrisis hard zijn geraakt. De nieuwe 3.0-regelingen hebben een looptijd tot 1 juli 2021.

Versobering NOW 3.0-regeling

Hoewel de looptijd van de nieuwe regelingen langer is dan de eerste twee regelingen, zullen de voorwaarden bij beide vormen elke drie maanden worden versoberd. Het kabinet wil er op die manier voor zorgen dat de financiële steun vooral terechtkomt bij de ondernemers die het echt nodig hebben. Zo wordt op dit moment nog maximaal 90 procent van de salarissen bij getroffen bedrijven doorbetaald. Per 1 januari 2021 daalt dit percentage naar 70 procent. Per 1 april daalt het percentage naar 60 procent. Om recht te hebben op steun, moet bovendien de omzet volgens de nieuwe NOW-regeling met minimaal 30 procent zijn gedaald. In de huidige regeling kan een aanvraag al bij een omzetdaling van 20 procent worden goedgekeurd.

Versobering Tozo 3-regeling

Ook de voorwaarden voor de aanvraag van de Tozo-regeling worden versoberd en aangescherpt. Naast de al gebruikelijke inkomenstoets voor partners, komt daar bij Tozo 3 een toets op beschikbare geldmiddelen bij. Per 1 oktober 2020 mag de aanvrager over niet meer dan 46.520 euro vermogen beschikken. De Tozo is puur bedoeld als bijstandsregeling voor zelfstandigen, die met deze uitkering in de noodzakelijke kosten voor levensonderhoud kunnen voorzien. Na 1 juli 2021 komt er definitief geen Tozo 4, maar wordt de regeling vervangen door het Besluit Bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz). De regeling is dan weer hetzelfde als voor de coronacrisis.

Impact aflopen van steunmaatregelen vanaf derde en vierde kwartaal zichtbaar

Impact aflopen van steunmaatregelen vanaf derde en vierde kwartaal zichtbaar


Verschillende experts voorspellen dat de impact van de coronacrisis vooral in de tweede helft van 2020 zichtbaar wordt. In het derde en vierde kwartaal lopen veel steunmaatregelen en regelingen voor betalingsuitstel af. Veel ondernemers maken gebruik van de NOW-regeling en andere steunmaatregelen om de financiële impact en verdere verspreiding van het coronavirus tegen te gaan.

Toename van bedrijven met betalingsproblemen

De Belastingdienst verleent uitstel van betaling voor vrijwel alle belastingen. Dit versoepelde beleid geldt tot 1 oktober 2020. Daardoor zullen veel bedrijven in het laatste deel van het jaar alsnog in financiële problemen komen, zo is de verwachting. Uit cijfers van het CBS blijkt dat er in de eerste twee kwartalen van 2020 zelfs minder faillissementen waren, vergeleken met dezelfde periode vorig jaar. Daaruit blijkt dat ondernemers duidelijk baat hebben bij de diverse steunmaatregelen. Desondanks betekent uitstel van betaling geen afstel. De rekening komt later dit jaar alsnog. Naast de Belastingdienst hebben ook veel banken uitstel van betaling verleend. Bijna 130.000 bedrijven maakten hier gebruik van.

40 procent meer faillissementen verwacht in 2020

Na de zomer gaan de banken naar verwachting veel meldingen krijgen van bedrijven met betalingsproblemen. Zowel de ING als de Rabobank voorspelt dit. Wel zullen de aantallen lager uit kunnen vallen door eventuele nieuwe overheidsmaatregelen en economisch herstel. Het economisch bureau van ING voorspelt desondanks dat het aantal faillissementen in 2020 met 40 procent zal toenemen naar 4.500 bedrijven. Daarbij gaat het bureau er vanuit dat er geen tweede lockdown komt.

Spannende periode

Verschillende managementbureaus, adviesorganisaties en herstructureringsexperts delen de visie van ING. Men verwacht dat het na de zomer snel drukker zal worden. Op dit moment liggen bedrijven nog massaal aan het infuus, zonder belasting te betalen. Daarmee belooft vooral het laatste kwartaal van 2020 en het eerste half jaar van 2021 een spannende periode te worden.

 

Belastingdienst: verlengen bijzonder uitstel van betaling kan per 29 juni via online formulier

Belastingdienst: verlengen bijzonder uitstel van betaling kan per 29 juni via online formulier


Is uw BV door de coronacrisis in betalingsproblemen gekomen en heeft u daarom uitstel van betaling voor verschillende belastingen aangevraagd? Het aanvragen van bijzonder uitstel van betaling was per 16 maart 2020 mogelijk. U kreeg dan automatisch drie maanden uitstel. Per 29 juni 2020 wordt het op de site van de Belastingdienst mogelijk om deze regeling via een online formulier te verlengen. Zo voorkomt u dat u uw belastingschuld op korte termijn moet voldoen. Daarmee voorkomt u mogelijk verdere financiële problemen. Zo creëert u tijd en ruimte om uw omzet weer op peil te krijgen.

Eerste verlening van drie maanden loopt deze weken af

Er zijn inmiddels drie maanden verstreken sinds de regeling op 16 maart van start ging. Heeft u voor uw BV in maart vanwege de gevolgen van de maatregelen tegen het coronavirus bijzonder uitstel van betaling aangevraagd? Dan loopt dat uitstel binnen enkele weken af. De Belastingdienst stuurt BV’s en andere ondernemingen die hiermee te maken krijgen, tijdig een verlengingsverzoek. Daarmee kondigt men aan dat het verleende uitstel vervalt. Indien noodzakelijk voor de financiële gezondheid van uw BV dient u de regeling dus te verlengen.

Online formulier per 29 juni online

Het online formulier waarmee dat mogelijk is, zal per 29 juni op de site van de Belastingdienst verschijnen. Ook als het uitstel voor uw BV vóór 29 juni afloopt, mag u het formulier gebruiken. Uiteraard blijft het ook mogelijk om schriftelijk per post de verlenging van het uitstel aan te vragen. Verlenging is zonder opgaaf van reden mogelijk tot een bedrag van maximaal € 20.000. Heeft het bijzonder uitstel voor uw BV betrekking op een bedrag van meer dan € 20.000 aan te betalen belastingen? Dan vereist de Belastingdienst een toelichting. Via het online formulier is deze informatie mee te sturen.

Doe altijd zoals gebruikelijk belastingaangifte

Het versoepelde uitstelbeleid geldt in ieder geval tot 1 oktober 2020. Voor aanvraag van uitstel dient u wel altijd zoals gebruikelijk uw belastingaangifte te doen. Wacht totdat u een (naheffings)aanslag heeft ontvangen en vraag daarvoor het bijzonder uitstel van betaling aan. Bezwaar maken tegen de (naheffings)aanslag is dus niet nodig. Zodra het nieuwe online formulier beschikbaar is, zal de Belastingdienst dat melden via alle bekende kanalen. Meer informatie over de regeling vindt u op de pagina bijzonder uitstel van betaling vanwege de coronacrisis. .