Hoe kunnen we je helpen?

De aanvullende zorgverzekering wordt steeds populairder

De aanvullende zorgverzekering wordt steeds populairder

Het is een schril contrast met de voorgaande jaren, maar verzekeraars merken op dat meer en meer mensen kiezen voor het aanvullend verzekerd zijn. Dat blijkt uit een onderzoek van de organisatie Vektis.

De afgelopen jaren zagen verzekeraars – soort van – lijdzaam toe hoe het aantal aanvullende verzekeringen alsmaar daalde. Dat lijkt nu tot een halt te komen. Vektis meldt namelijk dat ongeveer 85 procent van alle Nederlanders momenteel zo’n verzekering heeft. Dat is meer dan vorig jaar, waar het percentage bleef steken rond de 83 procent. Het populairst zijn verzekeringen voor de tandarts en de fysiotherapeut.

Coronacrisis

Vermoed wordt dat de huidige pandemie daar een rol in speelt. Volgens Vektis heeft het coronavirus er, al dan niet onbedoeld, voor gezorgd dat er meer aandacht is voor zorg in het algemeen. Dat leidde er mogelijk toe dat vele mensen zich hebben gebogen over hun verzekeringen. Qua zorg heeft dat uitgemond in een vermeerdering van aanvullende verzekeringen.

Het is bovendien niet per definitie zo dat basisverzekeringen mensen ook daadwerkelijk verzekeren voor de gevolgen van corona. Ter illustratie: wie door het coronavirus behoefte heeft aan fysiotherapie, krijgt de kosten daarvoor enkel vergoed wanneer de verwijzing vier maanden na het ziektebeeld is afgegeven. De kans is aanwezig dat een aanvullende verzekering dit wél doet, waarna mensen zich tamelijk massaal voor een aanvullende dekking hebben aangemeld.

Overschrijvingen

Een andere wijziging in het verzekeringslandschap die mogelijk is te koppelen aan het coronavirus, is het aantal overstappingen. Aan het begin van het jaar zijn ongeveer 1,7 miljoen Nederlanders van verzekering geswitcht. Sommigen veranderden daarbij zelfs van verzekeraar, bijvoorbeeld van Menzis naar Zilveren Kruis.

Vektis ziet ook dat minder Nederlanders gaan voor een collectieve verzekering. Dit percentage nam dit jaar af: van 63,5 naar 61,6 procent.

Waarom het niet slim is om verzekeringen op te zeggen

Waarom het niet slim is om verzekeringen op te zeggen

Een allriskverzekering die eigenlijk niet nodig is. Een reisverzekering voor landen waar je toch nooit naartoe gaat. Een inboedelverzekering die véél meer dekt dan je nodig hebt. Oververzekering is een veelvoorkomend fenomeen in het Nederlandse verzekeringswezen en steeds meer mensen ontdekken dat ze overbodige borgstellingen hebben. Dat lost u echter niet op door dit soort verzekeringen dan maar op te zeggen.

Verzekeringen zijn gebonden aan verandering, daar waar je leven waarschijnlijk ook niet altijd ongewijzigd blijft. Dat betekent echter niet dat varianten als de reisverzekering dan maar moet opzeggen. Ook wanneer u – om welke reden dan ook – niet meer zo vaak de hort op gaat als voorheen, loont het om deze, wellicht in een iets andere vorm, te behouden.

Ons advies is dan ook: pak, zodra er iets in uw leven aanzienlijk wijzigt, uw polisbladen er bij. Daarmee doelen op situaties als verhuizingen, geboortes en de komst van een nieuw gezinslid.

Toereikend – of niet?

Bekijk dan of de verzekeringen die u in het verleden hebt afgesloten toereikend zijn voor de nieuwe situatie. Ga bijvoorbeeld na of uw vorige inboedelverzekering past bij uw nieuwe koophuis. Het kan zijn dat er u er een extra verzekering bij moet nemen, maar het is net zo goed mogelijk dat u tegenwoordig goedkoper uit kunt zijn. Zodoende bespaart u op uw verzekeringen zónder dat u deze zomaar laat varen.

Meer verzekeringen

Andere voorbeelden van verzekeringen die afhankelijk zijn van uw persoonlijke situatie zijn de autoverzekering, verschillende reisverzekeringen en de aansprakelijkheidsverzekering. Ga voor alle verzekeringen na of ze nog steeds toepasselijk zijn voor uw situatie en gebruik, als dat het geval is, een online vergelijkingstool om te bekijken of een concurrent wellicht hetzelfde biedt, maar voor minder geld. Dat bespaart u uiteindelijk veel meer geld dan een simpele stopzetting.

Van fiets switchen: wat betekent dat voor mijn verzekering?

Van fiets switchen: wat betekent dat voor mijn verzekering?

Dankzij een goed verzekerde fiets gaat u met een veilig gevoel op. Maar hoe zit dat wanneer u een nieuwe fiets heeft gekocht? We vertellen u er hieronder méér over.

Fietsverzekeringen worden langzaam maar zeker een onmisbaar. Zeker nu fietsen vaker elektrisch en dus prijziger worden, is het raadzaam een passende verzekering af te sluiten, mocht er onverhoopt sprake zijn van schade of diefstal. Het kan natuurlijk zo zijn dat u al een fietsverzekering heeft, maar dat u onlangs een nieuw exemplaar heeft besteld en de verzekering dus eigenlijk overgezet moet worden. Of dit wel of niet kan, is afhankelijk van welke verzekering u nu heeft.

Doorlopende verzekeringen

Heeft u een doorlopende verzekering? Dan is het in principe altijd mogelijk om uw fietsverzekering te verleggen. Deze verzekering geldt tenslotte voor onbepaalde tijd. U neemt hierover contact op met de verzekeraar in kwestie.

Een ander voordeel van de doorlopende verzekering is dat u deze ook gewoon kunt stopzetten, bijvoorbeeld wanneer u helemaal stopt met fietsen en dus geen verzekering meer nodig heeft. Hou daarbij wel de opzegtermijn in de gaten. Bij de meeste verzekeraars is zoiets pas mogelijk na een jaar.

Aflopende verzekeringen

Het kan ook zo zijn dat uw huidige fiets is verzekerd met een aflopende verzekering. U heeft uw fiets dan voor een vooraf bepaalde periode verzekerd en de premie in één keer betaald. Zo’n verzekering geldt voor één fiets. Het is dan ook niet mogelijk om de verzekering te wijzigen: daarvoor moet een nieuwe verzekering afsluiten.

Het is soms wél mogelijk om uw premie deels terug te krijgen, bijvoorbeeld wanneer u de nieuwe fiets ook bij dezelfde verzekeraar laat verzekeren. Neem in dat geval opnieuw contact op met de verzekeraar in kwestie.

Overstappen van zorgverzekering? Voorkom deze veelgemaakte fouten!

Overstappen van zorgverzekering? Voorkom deze veelgemaakte fouten!

Rond de jaarwisseling is het gebruikelijk dat veel Nederlanders van zorgverzekering switchen. Daar gaat doorgaans een grootscheeps vergelijkingsproces aan vooraf – en dat is maar goed ook. Wie zonder zich te informeren overstapt, kan zomaar in een aantal welbekende valkuilen belanden.

Gezinsverzekering

Het klinkt raadzaam en enigszins logisch: ieder gezinslid inschrijven bij dezelfde zorgverzekeraar. Zo declareert iedereen op eenzelfde wijze, krijgt het hele huishouden dezelfde brieven en weet iedereen hoe de online omgeving van de verzekeraar in kwestie werkt. Handig, niet? In de praktijk valt dat wel mee. Dat heeft er simpelweg mee te maken dat het ene gezinslid een hele andere zorgbehoefte heeft dan het andere gezinslid. Een gerichte aanvullende verzekering is dan meestal een beter idee.
Maar wie zijn hele gezin van dezelfde verzekering voorziet, verzekert iedereen voor bijvoorbeeld fysiotherapie. Ook de leden van het gezin die daar waarschijnlijk geen gebruik van maken. Kortom: zonde van het geld. Bekijk de zorgbehoefte dus altijd per persoon.

Collectieve zorgverzekering

Het principe dat we hierboven schetsen, geldt ook voor collectieve zorgverzekeringen. Deze varianten worden vaak aangeboden via werkgevers of verenigingen, soms met aanzienlijke kortingen.
Tip: reken goed uit of deze korting voor u écht aantrekkelijk is. Als u bespaart op iets dat u helemaal niet nodig heeft, bent u namelijk alsnog duurder uit.

Ongebruikte zorg

Aanvullende zorg wordt meestal aangeboden in de vorm van pakketten. Zo kunnen alternatieve zorg en kraamzorg onder dezelfde polis vallen. Bent u een man? Dan hoeven we u waarschijnlijk niet uit te leggen dat kraamzorg voor u wellicht een beetje overbodig is. Mocht de situatie zo zijn dat u wel alternatieve zorg nodig heeft, kijk dan eerst of er verzekeraars zijn die dit los of onder een relevantere polis aanbieden. Dit voorkomt dat u betaalt voor zorg die u nooit gaat gebruiken.

Een gezamenlijke zorgverzekering: is dat goedkoper of juist niet?

Gezamenlijke zorgverzekering: goedkoper of juist niet?

Het korte antwoord? Nee – het is meestal niet goedkoper om een gezamenlijke zorgverzekering af te sluiten. Het lange antwoord? Dat leest u hieronder.


Als gezin zijnde heeft het verschillende voordelen om aangesloten te zijn bij één en dezelfde zorgverzekeraar. Het is bijvoorbeeld erg overzichtelijk. Iedereen wordt, wanneer nodig, op eenzelfde wijze bericht, alle gezinsleden kunnen op dezelfde manier declareren en beide partners betalen maandelijks hetzelfde bedrag.
Maar als u denkt dat u hiermee goedkoper uit bent, komt u doorgaans bedrogen uit. Wie geld wil besparen doet er meestal goed aan om juist apart van elkaar te verzekeren.

Persoonlijke zorgbehoeftes

Dat heeft alles te maken met het persoonlijke karakter van zo’n zorgverzekering. Verschillende personen hebben tenslotte ook verschillende zorgbehoeftes – ook binnen het gezin. Het kan bijvoorbeeld zo zijn dat Persoon A vaak bij de fysiotherapeut moet zijn – om welke reden dan ook. Persoon B daarentegen maakt veelal gebruik van homeopathische middelen, bijvoorbeeld om van een allergie af te komen.
Stel: Persoon A en Persoon B zijn beiden aangesloten bij dezelfde zorgverzekeraar. Deze aanbieder dekt een groot deel van de fysiobezoekjes, maar niet van de homeopathische middelen.
Dan kunt u denken – prima: er wordt in ieder geval iets gedekt. Maar de kans is groot dat een andere zorgverzekeraar de homeopatische middelen wél dekt. Misschien dekt deze verzekeraar de fysiotherapie wel veel beperkter, maar dat maakt voor Persoon B niet uit: die heeft hij of zij toch niet nodig.

Samenvatting

Conclusie: het is altijd beter om te kijken naar gescheiden zorgverzekeringen. Maak gebruik van een online vergelijker om erachter te komen welke verzekeraar het beste tegemoetkomt aan uw wensen en gebruiken. En als dat dan toevallig dezelfde organisatie is als die van uw partner, dan is dat natuurlijk altijd mooi meegenomen.

Ik heb een Wlz-indicatie: is een aanvullende zorgverzekering nodig?

Ik heb een Wlz-indicatie. Is een aanvullende zorgverzekering nodig?

De Wet langdurige zorg (Wlz) geeft u toegang tot verpleeghuizen of soortgelijke instellingen. Daarbij lijkt het wellicht raadzaam om een aanvullende zorgverzekering af te sluiten, maar dat is in de meeste gevallen niet nodig.


Dat komt doordat de zorg in dit geval wordt vergoed vanuit de Wet langdurige zorg. In veel gevallen is dat zelfs inclusief bijkomende zorg-aspecten, zoals tandheelkundige zorg of fysiotherapie. Een aanvullende verzekering is dus doorgaans onnodig en weggegooid geld.

Langdurige zorg

Om er zeker van te zijn dat uw zorg echt vanuit de Wlz wordt vergoed, kunt u uw indicatie checken. Wlz-zorg wordt daarop ook wel verblijf met behandeling genoemd. Staat dat op uw blad? Dan wordt uw behandeling reeds vergoed en is een aanvullende verzekering overbodig.
Om er helemaal zeker van te zijn dat dit het geval is, kunt u ook contact opnemen met het CIZ. Dit is de instantie die de indicatie heeft afgegeven.
U kunt een mogelijk overbodige verzekering ook bekijken vanaf de zijde van de zorgverzekeraar. Log hiervoor in bij de verzekeraar in kwestie en bekijk in uw polis welke aanvullende zorg wordt gedekt. Als daar langdurige zorg staat, is dat dus dubbelop. Ook hier geldt: neem in geval van twijfel contact op, dit keer met de zorgverzekeraar.

Tandarts en fysiotherapie

Verblijft u in een Wlz-instelling en ontvangt u, als onderdeel van uw behandeling, tandheelkundige zorg? Dan wordt ook deze zorg vergoed vanuit de Wlz. Een tandartsverzekering is in dezen dus ook niet nodig.
Dat geldt in meerdere of mindere mate ook voor paramedische zorg, waaronder podotherapie, fysiotherapie en ergotherapie vallen. Let wel: deze moet dan echt deel uitmaken van uw zorgtraject. Dus stel, u breekt tijdens uw verblijf in het zorgcentrum uw been, dan behoort de daarvoor verleende paramedische zorg niet tot het Wlz-pakket.
Bron: Tweakers

Coronavirus: dit moet u weten over de drie bekendste verzekeringen

Coronavirus: dit moet u weten over de drie bekendste verzekeringen


In deze tijden van crisis doen veel mensen een beroep op verzekeringen. Daarbij doemen nogal wat vragen op. Vergoedt mijn zorgverzekering een COVID-19 behandeling? Is mijn reisverzekering nog van kracht bij reizen naar oranje gebieden? En kan ik als zzp’er een beroep doen op mijn arbeidsongeschiktheidsverzekering tijdens een verplichte quarantaineperiode? Hieronder vindt u een kort antwoord op de meest prangende vragen.

Zorgverzekeringen

Een zorgverzekering is misschien wel de meest besproken verzekering tijdens de huidige pandemie. Daar horen ook veel zorgen bij, maar die zijn niet nodig: de basisverzekering vergoedt de reguliere zorg voor de behandeling van COVID-19. Let er wel op dat deze kosten mogelijk eerst worden verrekend met het eigen risico.
Dat geldt ook voor behandelingen die in het buitenland plaatsvinden. U kunt uw behandeling in een veilig gebied (met een groene of gele kleurcode) uit uw basisverzekering betalen.
Dat geldt overigens ook voor gebieden die een negatief reisadvies (met een oranje of rode kleurcode) hebben. We adviseren echter wel met klem om niet naar deze landen te reizen, tenzij het absoluut noodzakelijk is. Bekijk www.nederlandwereldwijd.nl voor een actueel overzicht van deze kleurcodes.

Reisverzekeringen

Een reisverzekering doet niet veel tijdens een pandemie als deze. Epidemieën zijn uitgesloten en dat betekent onder meer dat u geen geld terugkrijgt bij een mogelijke annulering. Neem in plaats daarvan contact op met uw reisorganisator.
Bent u al in het buitenland en krijgt dit land een oranje of rode code? Dan bent u wél verzekerd voor de kosten van een vervroegde terugreis, maar dit vervalt zodra u langer dan nodig blijft. Met andere woorden: u moet direct naar huis.

Arbeidsongeschiktheidsverzekering

Een arbeidsongeschiktheidsverzekering dekt zzp’ers die ziek worden. COVID-19 is geen uitzondering. De verzekering biedt echter géén dekking wanneer u om preventieve redenen in quarantaine moet.

Aantal fietsdiefstallen daalt, maar totale financiële schade neemt toe

Aantal fietsdiefstallen daalt, maar totale financiële schade neemt toe


Goed nieuws: het aantal fietsdiefstallen daalt in Nederland. Maar helaas is het slechte nieuws dat de schadelast wel aanzienlijk stijgt. Onderzoeksbureau Beke stelt in het onderzoek ‘Fietsdiefstal in Nederland’, dat fietsdiefstal de Nederlandse samenleving zo’n 600 miljoen euro per jaar kost. Beke voerde dit onderzoek uit in opdracht van SAFE, de Stichting Aanpak Fiets- en E-bikediefstal.

Populariteit elektrische fiets

De stijging van de schadelast is te verklaren door de grote populariteit van de elektrische fiets, waarvan de gemiddelde waarde aanzienlijk hoger ligt dan de gemiddelde fiets. De opmars van de e-bike lijkt niet te stuiten. Zo werden er in 2007 nog iets meer dan 80.000 elektrische fietsen verkocht, tegenover bijna 425.000 exemplaren vorig jaar. Naar verwachting stijgt het aandeel elektrische fietsen de komende jaren nog verder.

Minder gelegenheidsdieven

Ondanks de daling in het absolute aantal fietsdiefstallen, wordt er in Nederland gemiddeld toch nog elke minuut een fiets gestolen. En dat is steeds vaker een elektrische fiets. Hoewel de e-bike verantwoordelijk is voor de grootste stijging in de schadelast, speelt ook de toegenomen verkoop van dure mountainbikes en bakfietsen een rol. Daarnaast valt op dat een fiets steeds minder vaak door een individuele (gelegenheids)dief wordt gestolen, maar er sprake is van een toename in activiteit van georganiseerde bendes die de gestolen fietsen naar Oost-Europa transporteren.

Verandering in het verzekeringssysteem

Een heroverweging van het verzekeringssysteem kan een mogelijke oplossing zijn. Onderzoeksbureau Beke stelt in hun onderzoek en no-claimregeling voor consumenten voor. Claimt u in zo’n geval vijf jaar geen schade? Dan krijgt u korting op de premie, of een vergoeding. Zelf kunt u al veel doen door uw fiets altijd veilig te stallen en te zorgen voor een goedgekeurd tweede slot. Bij het verzekeren van elektrische fietsen voeren veel verzekeraars bovendien een verplichte jaarpremie in, om het bewustzijn bij consumenten te vergroten.

Woonverzekeringen kunnen voor veel Nederlanders aanzienlijk goedkoper

Woonverzekeringen kunnen voor veel Nederlanders aanzienlijk goedkoper


Hoewel het vaak loont om elk jaar op zoek te gaan naar de beste en meest voordelige woonverzekering, blijkt uit onderzoek van Allianz Direct dat Nederlanders maar weinig overstappen. Uit de resultaten blijkt ook dat veel mensen niet precies weten wat ze elke maand betalen aan kosten voor verzekeringen. Maar liefst 40 procent van de respondenten weet het helemaal niet, een derde weet het ongeveer. Een op de vijf mensen weet wel precies hoeveel er elke maand aan diverse verzekeringen wordt uitgegeven.

Ouderen bijna 30 jaar vaste klant

Notarissen binnen het personen- en familierecht merken vooral dat cliënten op leeftijd prijs stellen op een goed testament. Ook neemt het aantal telefoontjes waarin cliënten vragen of alles goed geregeld is toe. In lopende zaken willen cliënten het proces graag versnellen en hun dossier afronden. Doorgaans duurt het opstellen van een testament tot zes weken. Het aantal spoedaanvragen neemt toe. Vooral 65-plussers zijn erg trouw. Zij blijven maar liefst 29 jaar vaste klant bij een woonverzekeraar. Volwassenen tussen 18 en 34 jaar blijven gemiddeld slechts vijf jaar klant bij dezelfde verzekeraar. Hoe ouder iemand is, des te trouwer hij of zij aan zijn verzekeraar is. De gemiddelde Nederlander blijkt ongeveer 16 jaar bij dezelfde verzekeraar te blijven. Daarbij is 60 procent van de mensen nog nooit overgestapt van opstal-, inboedel- of aansprakelijkheidsverzekering.

Redenen om over te stappen

De reden om wél over te stappen van woonverzekering is vooral een betere prijs-kwaliteitverhouding. Ook vindt men de prijzen bij de huidige verzekeraar vaak te duur worden. Ook een verhuizing vormt voor een vijfde van de gevallen voor een overstap. Tot slot zijn samenwonen of ontevredenheid over de geboden service nog twee redenen.

Woningeigenaar kan ruim 70 euro per jaar besparen

Het vergelijken van opstal- en inboedelverzekeringen kan veel voordeel opleveren. Gemiddeld kan een verzekerde zo’n 15 procent besparen op de jaarpremie voor diverse woonverzekeringen. Op dit moment betalen mensen met een huurwoning ongeveer 20 euro per maand aan woonverzekeringen. Wie in het bezit is van een koopwoning, betaalt ongeveer 40 euro per maand. Door te vergelijken en over te stappen bespaart een gemiddelde woningeigenaar ruim 70 euro per jaar voor een vergelijkbare woonverzekering. Er kan nog meer worden bespaard door kritisch te kijken naar de gewenste dekkingen.

‘Schone lei’-beleid voor ex-kankerpatiënten zorgt voor gelijke premies en rechten

‘Schone lei’-beleid voor ex-kankerpatiënten zorgt voor gelijke premies en rechten


Ex-kankerpatiënten lopen vaak tegen problemen op wanneer zij zich willen verzekeren, bijvoorbeeld voor een overlijdensrisicoverzekering (ORV). Om mensen die de ziekte hebben gehad gelijk te behandelen, is door minister Hoekstra aan de Tweede Kamer een ‘schone lei’-beleid voorgesteld. Het afsluiten van een ORV moet daarmee in de toekomst geen probleem meer zijn. Een ORV moet vaak in combinatie met een hypotheek worden afgesloten om de bank meer zekerheid te bieden.

Na aantal jaren melden van de ziekte niet langer nodig

De schone lei betekent dat mensen die kanker hebben gehad en vijf of tien jaar kankervrij zijn, niet meer verplicht hoeven te melden dat zij de ziekte hebben gehad. Bij het afsluiten van een ORV krijgt men altijd vragen over het eigen medische verleden. Deze maatregel gaat ervoor zorgen dat er geen willekeur meer zal bestaan in het acceptatiebeleid van verschillende verzekeraars. Hierdoor worden ex-kankerpatiënten nu nog regelmatig ongelijk behandeld.

Diagnose is reden voor afwijzing aanvraag ORV

In de praktijk blijkt namelijk dat ruim 60 procent van de ex-kankerpatiënten het niet lukt om een ORV af te sluiten. De diagnose kanker werd door verzekeraars aangegeven als de hoofdzakelijke reden van afwijzing. Opvallend detail is dat 25 procent van de mensen de aangeboden verzekering alsnog weigerde, vanwege de extra kosten boven op de basispremie. Zelfs vijf jaar na de diagnose had 50 procent van de mensen problemen met het afsluiten van een overlijdensrisicoverzekering. Na vijf jaar is de kans op terugkeer van de ziekte gemiddeld klein. 40 procent van de ex-kankerpatiënten accepteert het betalen van een extra premie, die regelmatig oploopt tot honderden euro’s boven op de reguliere premie.

Verschillende termijnen van 5 en 10 jaar kankervrij

Om een beroep te doen op het ‘schone lei’-beleid moet iemand minimaal 10 jaar na het stellen van de diagnose kankervrij zijn. Alleen voor mensen die bij de diagnose minderjarig waren, zal een termijn van slechts vijf jaar worden gehanteerd. Het NFK gaat het beleid in samenwerking met het Verbond van Verzekeraars de komende tijd verder uitwerken. Dat doen zij op basis van onder andere officiële cijfers van de Nederlandse Kankerregistratie.