Hoe kunnen we je helpen?

Datum voor compensatieregelingen evenementen blijft 1 juli

Datum voor compensatieregelingen evenementen blijft 1 juli

Organisatoren van evenementen krijgen bij een gedwongen annulering het recht op een subsidieregeling. Dat geldt echter alléén voor evenementen die na 1 juli worden georganiseerd – en dat blijft voorlopig zo.

Dat heeft minister Ingrid van Engelshoven van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW) onlangs laten weten aan de Tweede Kamer.

Haar mededeling volgde op de Kamervragen gesteld door Mustafa Amhaouch en Agnes Mulder van het CDA. Zij stelden dat de datum van 1 juli geen oplossing bood voor events die vóór deze dag gepland stonden. Voorbeelden daarvan zijn de TT in Assen en het festival Pinkpop. Laatstgenoemde is inmiddels afgelast, hoewel dat te maken had met complexiteiten rondom het inhuren van internationale artiesten.

Maar daar wil het kabinet dus niet aan beginnen. De Tijdelijke Regeling Subsidie Evenementen COVID-19, zoals de regeling voluit gaat heten, blijft uitsluitend bedoeld voor events na 1 juli.

Verplaatsing

Als reactie op de Kamervragen opperde Van Engelshoven dat evenementen eventueel verplaatst kunnen worden, zodat ze wel aanspraak kunnen maken op de regeling. Tot en met 16 juni zijn grootschalige evenementen sowieso niet toegestaan. Of het vanaf die dag wel mogelijk is, hangt af van de nationale gezondheidssituatie.

Regeling

De subsidieregeling omvat een steunpakket waarbij het Rijk garant staat voor de kosten van zo’n evenement, mocht deze door de verschillende coronabeperkingen niet door kunnen gaan.

In dat geval krijgt de organisatie het grootste deel van de gemaakte kosten terug in de vorm van een gift: tachtig procent. De overgebleven kosten worden dan terugbetaald in de vorm van lening.

Het kabinet heeft zo’n 385 miljoen euro beschikbaar gesteld voor deze regeling. Dat komt mede voort uit het feit dat verzekeraars de annuleringspolissen uit hun aanbod hebben geschrapt.

Inkomstenbelasting en de politiek: dit willen déze partijen met uw IB

Inkomstenbelasting en de politiek: dit willen déze partijen met uw IB

Kilometerheffingen, collectiviteitskortingen, basisverzekeringen… De nieuwe partijen in de Tweede Kamer hebben allemaal hun standpunten over wat u als ondernemer aangaat. Het belangrijkst is echter hun opinie omtrent de inkomstenbelasting. We nemen daardoor de plannen van de vijf grootste partijen rondom de IB met u door.

VVD

De VVD is van oudsher een ondernemerspartij en dat laat hun programma ook – soort van – zien. Qua IB zijn ze gefocust op de invoering van een korting op middeninkomens. Ze pleiten daarnaast voor een uitbreiding en verhoging van de arbeidskosten en willen werken méér laten lonen door de totstandkoming van een werkbonus.

De VVD vindt tevens dat het huidige belasting- en toeslagenstelsel makkelijker kan.

D66

D66 staat voor financiële solidariteit en uit dat via onder meer een negatieve inkomstenbelasting, gestoeld op de omvang van een huishouden – en niet op het inkomen. Ze denken dat zo’n systeem zorgt voor minder inkomstenbelasting, maar voor méér belasting op vervuiling en het vermogen.

De democraten zijn eveneens voorstander van gemeentes die zelf inkomstenbelastingen kunnen heffen.

PVV

De PVV stelt een aantal belastingverlagingen voor, waaronder een lagere btw op boodschappen, een verlaging van de energiebelasting en het behoud van zorgtoeslag voor bepaalde inkomens. Ze staan daarnaast voor het onveranderd blijven van zaken als ontslagvergoedingen en hypotheekrenteaftrek en zijn tegen rekeningrijden.

CDA

Om Nederland uit de crisis te helpen, staat het CDA positief tegenover een extra belastingtarief voor de hoogste inkomens: een zogenoemd toptarief. Ze zijn, net als de VVD, voor een vereenvoudigde versie van het toeslagenstelsel en willen dat ouders uitsluitend een inkomensafhankelijke bijdrage betalen voor eventuele kinderopvang.

PvdA

De Partij van de Arbeid wil een nieuw belastingtarief introduceren. Als het aan hen ligt gaan inkomens boven de €150.000 voortaan zestig procent afdragen.

Digitale revolutie: de voordelen van de online accountant

Digitale revolutie: de voordelen van de online accountant

De coronacrisis heeft ons met de neus op vele feiten gedrukt, maar de noodzaak tot digitalisering valt misschien wel het meeste op. Eens te meer is aangetoond dat winkeliers eigenlijk niet zonder een online shop kunnen, terwijl verschillende bedrijfsleiders ongetwijfeld nadenken of hun werknemers na de pandemie nog wel zo vaak naar kantoor hoeven te komen.

Ook de accountancybranche ontkomt niet aan dergelijke transities. Dat kan echter ook verschillende voordelen hebben.

De accountant werd lange tijd gezien als hét beroep waarbij face-to-face-communicatie onvermijdelijk was. De onderwerpen die accountants behandelen, zijn tenslotte gevoelig. Items als de inkomstenbelasting dienen bij voorkeur niet via Zoom of iets dergelijks te worden besproken.

Toch treden er nu in rap tempo veranderingen op. Een transitie die weliswaar al was ingezet, maar aanzienlijk is versneld onder de invloed van de pandemie. Datzelfde Zoom is bijvoorbeeld onmisbaar geworden binnen ieder willekeurig bedrijf. Het aantal digitale aankopen torent in rap tempo boven de omzet van traditionele winkeliers uit. Technologie is dus meer en meer leidend. En dat biedt ook accountants allerlei voordelen.

Voordelen van de online accountant

Zo kan een accountant veel beter inspelen op uw persoonlijke wensen. Processen als het doorgeven van de omzetbelasting kunnen nu niet alleen geautomatiseerd, maar ook naar uw ritme worden vormgegeven. Een accountant kent uw voorkeuren en werkwijze en dat maakt bijvoorbeeld het opgeven van de jaarcijfers eenvoudiger, maar ook sneller. En tijdswinst is voor zowel accountant als consument nooit verkeerd.

‘Gaat dat dan niet ten koste van de persoonlijke band tussen de accountant en klant?’ Nee – dat ligt niet in de lijn der verwachtingen. Empathie en passie zijn nog altijd onmisbare onderdelen. De accountancy is een menselijke branche. Het verschil dat de mensen nu gebruik kunnen maken van extra, digitale mogelijkheden waarmee het contact juist persoonlijker kan worden.

Plannen-voor-meer-steun-aan-beginnende-ondernemers:-wat-houdt-dit-in?

Plannen voor meer steun aan beginnende ondernemers: wat houdt dit in?

De Tweede Kamer kwam onlangs met – soort van – goed nieuws: de Kamer wil de coronasteun voor startups uitbreiden. Dat kan een uitweg zijn voor de ondernemingen die momenteel géén aanspraak kunnen maken op steun, vanwege een ‘te vroege’ inschrijving bij de Kamer van Koophandel.
Het is in deze tijd een veelgehoord argument wanneer u iemand vertelt dat de zaken moeizaam verlopen: ‘Maar u krijgt toch steun?’ De realiteit is echter dat er nogal wat ondernemingen buiten de diverse regelingen vallen. Ter illustratie: wie zijn of haar bedrijf tussen 1 januari en 30 juni 2020 is gestart, mag gebruik maken van de zogenoemde starterssteun. Die regeling werd min of meer in het leven geroepen om ervoor te zorgen dat nét begonnen ondernemingen niet direct na de opening de dupe worden van de coronapandemie.
Het houdt echter ook in dat u géén steun ontvangt wanneer uw bedrijf in december 2019 startte. Zodoende vallen er behoorlijk wat bedrijven buiten de boot. En daar wil de Tweede Kamer nu iets aan doen, zodat er geen levensvatbare bedrijven buiten de boot vallen.

Steunpakketten

Verschillende partijen pleiten nu voor een uitbreiding van de huidige maatregelen, waarmee ook ondernemers worden geholpen die eind 2019 zijn gestart. Ze achten de kans groot dat het kabinet dit binnen afzienbare tijd regelt. Hoe deze steun er precies uit komt te zien? Dat is nu nog niet duidelijk. Men werkt namelijk nog aan een exacte regeling.
Mochten bedrijven die eind 2019 zijn ingeschreven bij de Kamer van Koophandel in aanmerking komen voor steun, dan bestaat de kans dat deze lijkt op de steun die starters tussen 1 januari en 30 juni 2020 krijgen. Het kabinet heeft daarvoor in totaal zeventig miljoen euro beschikbaar gesteld.

Het basistarief voor de inkomstenbelasting is lager in 2021: dit moet u erover weten!

Het basistarief voor de inkomstenbelasting lager in 2021: dit moet u erover weten

Heeft u een inkomen tot €68.507? Dan hebben we in principe goed nieuws voor u. U betaalt vanaf dit jaar tenslotte minder belasting. Het basistarief voor de inkomstenbelasting is namelijk verlaagd. U betaalt over uw inkomsten géén 37,35 procent, maar 37,10 procent.

Dat lijkt misschien een erg kleine verandering – en in wezen is het dat natuurlijk ook. Feit blijft wel dat alle inkomens tot €68.507 onder de streep toch iets meer overhouden. En dat is altijd een welkome verandering.

Voor wie geldt deze wijziging?

De wijzigingen in het basistarief voor de inkomstenbelasting gelden voor iedereen die inkomstenbelasting betaalt. Daaronder vallen dus werkenden, maar ook mensen met een uitkering.

Waar komt deze wijziging vandaan?

Het wijzigen van het basistarief voor de inkomstenbelasting maakt deel uit van een pakket maatregelen genaamd Belastingplan 2021. De Eerste Kamer ging hier op 15 december van 2020 mee akkoord.

Overige wijzigingen

Het Belastingplan bevat meer nieuwe maatregelen op het gebied van verschillende soorten belastingen. Zo komt er, naast de verlaging van het basistarief voor de inkomstenbelasting, ook een wijziging in de overdrachtsbelasting. Vanaf dit jaar betalen woningkopers tot en met 35 jaar géén overdrachtsbelasting meer. Dat scheelt hen 2 procent van de aankoopprijs, waardoor het voor hen makkelijker moet worden om een huis te kopen. Vanaf 1 april 2021 geldt daarbij wel de aanvullende voorwaarde dat deze woning niet duurder mag zijn dan €400.000.
Andere belastingmaatregelen in het pakket hebben betrekking op onder meer de heffingskorting. Deze wordt met €126 verhoogd, wat gunstig is voor zowel zelfstandigen als werknemers in loondienst en waardoor werken weer iets meer gaat lonen. Daarnaast krijgen we te maken met verschillende milieubelastingen. Voorbeelden daarvan zijn een nieuwe vliegtaks en een CO2-heffing voor bedrijven die veel CO2 uitstoten.

Eten op kosten van de zaak: in hoeverre is het aftrekbaar?

Eten op kosten van de zaak: in hoeverre is het aftrekbaar?

Een lunch tijdens een reguliere werkdag. Een etentje met een klant of opdrachtgever. Het aantal potten filterkoffie voor het kantoorpersoneel dat er werkelijk doorheen vliegt. Voor een ondernemer zijn eten en drinken doorgaans een behoorlijke kostenpost. De logische vraag is dan ook: in hoeverre zijn deze kosten aftrekbaar?


Kosten voor eten en drinken zijn onvermijdelijk in het bestaan van iedere ondernemer. Maar daarbij bestaat er wel een onderscheid tussen kosten die puur zakelijk zijn en kosten die iedereen had kunnen maken.
Een lunch of, wanneer u lang doorwerkt, diner is dan ook niet aftrekbaar. Iedereen moet tenslotte eten en het mag geen voordeel zijn wanneer u dit toevallig op het werk doet.
Maar wanneer ditzelfde etentje ook een zakelijk doel heeft (een zakenlunch, bijvoorbeeld), verandert de zaak. Deze soorten eten en drinken zijn namelijk wél aftrekbaar.

Met drempel

De Belastingdienst gebruikt hier bij twee manieren van berekenen: met en zonder drempel. Deze drempel bedraagt € 4.500. Alles wat u boven dat bedrag uitgeeft aan eten en drinken mag u aftrekken van de belasting.
Dat is voor een zzp’er of een ander klein bedrijf niet echt aantrekkelijk: u moet behoorlijk wat op kunnen, wilt u op jaarbasis voor meer dan € 4.500 eten en drinken. Maar voor grotere instanties kan het een manier zijn om op termijn op dergelijke kosten te besparen.

Zonder drempel

De versie zonder drempel is dan ook interessanter voor kleine ondernemingen. Sommigen noemen dit ook wel de 80/20-regel: u mag tachtig procent van de kosten voor zakenlunches, koffiepotten en andere voedsel gerelateerde elementen opvoeren als kosten. De overige twintig procent zijn gewoon voor het bedrijf. De drempel van € 4.500? Die kunt u verder vergeten.

Alles wat u als ondernemer moet weten over uitstel van belastingbetaling

Alles wat u als ondernemer moet weten over uitstel van belastingbetaling


De coronacrisis heeft veel ondernemers (zwaar) getroffen. Mede daardoor heeft de regering een aantal overbruggende maatregelen in het leven geroepen, zoals de Tozo – de Tijdelijke overbrugging zelfstandig ondernemers. Dergelijke steunpakketten zouden echter geen nut hebben als getroffen bedrijven daarnaast gewoon moeten voldoen aan de gebruikelijke belastingverplichtingen. Daarom stelt ook de Belastingdienst zich momenteel iets soepeler op.
Ondernemers als u hebben bijvoorbeeld de mogelijkheid om uitstel van belastingbetaling aan te vragen. De bedrijven die dit voor 1 oktober 2020 al deden, kregen uitstel tot 1 januari 2021. Dat gold voor alle belastingsoorten die nog openstonden op het moment waarop het verzoek werd ingediend.
Daarnaast werkt de Belastingdienst ook met een ruimere betalingsrekening voor bedrijven die erg getroffen zijn. We noemen deze regeling ook wel bijzonder uitstel: een tamelijk royale regeling die u in staat stelt de verlate belasting in 36 maanden terug te betalen. Dit begint dan vanaf 1 juli 2021.

Aanvragen van uitstel

Het is tijdelijk ook eenvoudiger om dit uitstel aan te vragen – ook in het geval van bijzonder uitstel. Hoe soepel zo’n aanvraag verloopt, hangt af van de hoogte van de schuld. Is deze lager dan €20.000? Dan volstaat het opsturen van bewijsstukken die aantonen dat de omzet sinds 12 maart 2020 aanzienlijk is gedaald.
Is de belastingschuld hoger dan €20.000? Dan heeft de Belastingdienst een verklaring van een derde partij nodig. In de realiteit komt dit meestal neer op een boekhouder, accountant of vertegenwoordiger van de brancheorganisatie.
Aanvullend daarop stelt de Belastingdienst dat er in de getroffen periode géén bonussen of dividenden mogen worden uitgekeerd. U mag eveneens geen eigen aandelen inkopen.

Formulier

U vindt de aanvraagformulieren voor uitstel van belastingbetaling online via de website van de Belastingdienst.

Dit zijn de belangrijkste actuele steunmaatregelen voor ondernemers

Dit zijn de belangrijkste actuele steunmaatregelen voor ondernemers


Uit onderzoek van onderzoeksbureau Kantar, blijkt dat ondernemers relatief weinig weten over de beschikbare financiële steunmaatregelen. Vooral de fiscale coronareserve en de TVL zijn bij een groot gedeelte van de ondernemers nog onbekend. Uit hetzelfde onderzoek blijkt ook dat meer dan de helft van alle bedrijven negatieve gevolgen ervaart door de coronacrisis. Het gaat om een afname van de omzet, marktvraag en financiële reserves, terwijl de kosten over het algemeen hetzelfde zijn gebleven.

Belangrijkste regelingen

Redenen genoeg om de belangrijkste regelingen voor u op een rij te zetten. Ten eerste is er de NOW 3.0-regeling. Deze biedt steun voor werkgevers met tenminste twintig procent (verwacht) omzetverlies. U vraagt NOW 3.0 aan van 16 november tot en met 13 december 2020. Ook het Besluit tijdelijke ondersteuning zelfstandigen (TOZO) is een belangrijke regeling. Bedoeld voor zelfstandige ondernemers met financiële problemen, uitgevoerd door gemeenten. Minder bekend is de Tegemoetkoming vaste lasten mkb (TVL), voor mkb’ers in zwaar getroffen sectoren. Bedoeld om de vaste materiële kosten te kunnen betalen.

Versoepeling en uitstel bij de Belastingdienst

De Belastingdienst verleent uitstel van belastingbetaling tot uiterlijk tot 1 januari 2021 voor alle ondernemers. Maatwerkoplossing voor terugbetaling is mogelijk. De maatregel geldt voor vrijwel alle soorten belastingen van de Belastingdienst. Ook wordt het voor ondernemers gemakkelijker om de voorlopige aanslag aan te passen als de inkomsten veranderd zijn. Daarnaast is de invorderingsrente tijdelijk verlaagd tot 1 januari 2021. Ook is het urencriterium versoepeld. De Belastingdienst gaat er voor de periode van 1 maart t/m 31 mei 2020 vanuit dat ondernemers aan het urencriterium hebben voldaan, ook als dat in werkelijkheid niet zo is.
Ook het gebruikelijk loon van een dga (directeur groot aandeelhouder) mag worden verlaagd. Als aanmerkelijkbelanghouder bepaalt de gebruikelijkloonregeling de minimale hoogte van uw loon. In 2020 mag u uitgaan van een lager loon, evenredig aan de omzetdaling. Bent u werkgever? Dan krijgt u meer vrije ruimte om uw werknemers een onbelaste vergoeding te geven. Van 1,7 procent naar 3 procent voor de eerste 400.000 euro van de loonsom.

Versoepeling kredieten

De overheid heeft kredietregelingen versoepeld en banken geven uitstel voor zakelijke financieringen. Zo bieden banken getroffen bedrijven tot zes maanden uitstel van aflossing op hun lopende leningen tot 2,5 miljoen euro. U vindt een overzicht van alle regelingen en mogelijkheden bij de Kamer van Koophandel.

Gemiddeld maken 4 op de 10 IB-ondernemers gebruik van noodsteun

Gemiddeld maken 4 op de 10 IB-ondernemers gebruik van noodsteun


Uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat 40 procent van alle bedrijven met 2 tot 250 medewerkers een beroep heeft gedaan op een van de drie beschikbare noodmaatregelen. Het gaat om de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW), de Tegemoetkoming Ondernemers Getroffen Sectoren COVID-19 (TOGS) en uitstel van betaling van diverse belastingen. In totaal gaat het om ongeveer 164.000 bedrijven.

Gebruik van meerdere regelingen

Bijna de helft van al deze ondernemingen maakt gebruik van twee, of zelfs drie maatregelen. De eenmalige TOGS-uitkering van 4.000 euro werd 95.000 keer uitbetaald. Bijna 65.000 bedrijven vroegen uitstel van betaling voor belastingen aan. De NOW-regeling werd door bijna 110.000 organisaties aangevraagd. De combinatie van NOW en TOGS komt met bijna 36.000 bedrijven het meeste voor. 22.500 organisaties maken daarnaast ook gebruik van de mogelijkheden om belastingen later te betalen.

Steunaanvragen bij kleine organisaties (10-50 medewerkers)

Van de kleinere organisaties (10 tot 50 medewerkers) maakt 58 procent gebruik van een of meer van de beschikbare steunmaatregelen. Ook de kleinere steunmaatregelen zijn hierin meegeteld. Opvallend is dat maar liefst twee derde van kleine bedrijven met 2 tot 10 werknemers in het geheel geen gebruik maakt van steunmaatregelen. Onder zelfstandigen (eenmanszaken) heeft 20 procent een aanvraag voor de eerste Tozo-regeling gedaan. In totaal gaat het om circa 300.000 aanvragen onder alle zzp’ers en overige zelfstandigen.

300.000 Tozo-aanvragen Zelfstandig ondernemers

Meer dan driekwart van alle in Nederland geregistreerde bedrijven zijn eenmanszaken. Voor 1,1 miljoen zzp’ers vormen hun inkomsten als zelfstandige hun hoofdinkomen. Voor ruim 400.000 als zelfstandig geregistreerde ondernemers vormen hun werkzaamheden neveninkomsten naast een dienstbetrekking. Speciaal voor inkomensondersteuning voor eenmanszaken is de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) in het leven geroepen. Niet alle 300.000 door zelfstandigen aangevraagde steun is toegekend, vanwege ander inkomen of het niet voldoen aan het urencriterium.

Aanbieden mogelijkheid contactloos betalen steeds populairder

Aanbieden mogelijkheid contactloos betalen steeds populairder


De coronacrisis leidt tot een grote toename in het aantal contactloze betalingen. Aanvankelijk was er tijdens de eerste periode van de lockdown juist een sterke daling van het aantal, maar ook de waarde van de betalingen aan de kassa. Al vanaf de maand april werd het herstel zichtbaar. Het herstel was zelfs zo sterk dat de totale waarde van alle betalingen weer gelijk was aan de waarde in dezelfde periode in 2019. Vergeleken met juni 2019 lag de waarde van betalingen aan de kassa maar liefst 15 procent hoger.

Contactloos betalen wint terrein

Uit onderzoek van De Nederlandsche Bank (DNB) en Betaalvereniging Nederland, blijkt dat vooral contactloos betalen veel terrein wint. Betaalvormen zoals pinnen en contante betalingen vereisen meer contact en zijn sinds de uitbraak van het coronavirus aanzienlijk minder populair geworden. Sinds de lockdown is vooral het gebruik van contante betaling sterk afgenomen. Contactloos betalen gebeurt vooral via de pinpas, maar ook betalen met behulp van de mobiele telefoon neemt toe.

Banken stimuleren contactloos betalen

Banken stimuleren en vereenvoudigen contactloos betalen. Op die manier dragen zij bij aan het beperken van verdere verspreiding van het coronavirus. Contactloos betalen beperkt namelijk het handcontact tussen koper en verkoper. Een van de maatregelen die banken hiervoor hebben genomen, is het verhogen van de limieten voor contactloos betalen. Voor de lockdown moest een consument vanaf 25 euro zijn of haar pincode intoetsen. Deze limiet is verhoogd naar 50 euro.

Aandeel contante betalingen sterk gedaald

Uit het onderzoek van DNB en Betaalvereniging Nederland blijkt dat voor de pandemie gemiddeld 30 procent van alle betalingen aan de kassa contant plaatsvond. In maart 2020 daalde dit aantal tot slechts 13 procent. Eind juni 2020 liep het aandeel contante betalingen terug tot 23 procent. Opvallend daarbij is dat de afname van contante betalingen vooral zichtbaar is bij jongeren (12 tot 34 jaar) en ouderen (65-plus).