Het aantal winkels in de gemiddelde, Nederlandse winkelstraat neemt al tijden af. Tegelijkertijd hebben we te maken met een enorm woningtekort. Het is dus logisch dat steeds meer eigenaren van (voormalig) winkelpaden kiezen voor een omdoping tot woonhuis. Is het de toekomst – of toch niet?
Verschillende cijfers wijzen uit dat er in de afgelopen jaren honderden winkels zijn omgebouwd tot woningen. Dat is bijvoorbeeld het geval bij voormalige buurtsupermarkten, maar ook bij zaken die tot relatief voor kort nog een bakker of groenteboer waren.
Hoewel er meestal veel aan dit soort panden moet gebeuren – de meeste winkels hebben tenslotte niet de karakteristieken van een woning – is het een logische ontwikkeling. Het voorkomt leegstand én helpt woningzoekenden.
Huurprijzen
En toch is het niet per definitie het ei van Columbus, zo blijkt.
Dat heeft allereerst te maken met geld. De huurprijzen in drukke winkelstraten zijn tenslotte dermate hoog dat het niet meteen loont om een winkelpand in zo’n straat te verbouwen tot woning. Dit leidt tenslotte tot dusdanig hoge huurprijzen dat de woningen alsnog niet aantrekkelijk zijn voor bijvoorbeeld starters.
Bestemmingsplannen
Een groter probleem wordt echter gevormd door de zogenoemde bestemmingsplannen. Niet alle winkels zijn zomaar te wijzigen naar woningen. Dat hangt van zo’n plan af, waarin staat wat de gemeente met het betreffende pand, of de betreffende omgeving, van plan is.
Gemeentes zijn van oudsher niet happig op het aanpassen van dit soort bestemmingsplannen, hoewel ze hier de laatste tijd – ongetwijfeld aangemoedigd door het nijpende woningtekort – wel flink wat soepeler mee omgaan.
Particulieren
En dan zijn er nog panden die in handen zijn van particulieren, die vanzelfsprekend ook akkoord moeten gaan met de transformatie. Heel wat belemmerende factoren, maar tegelijkertijd ook voldoende mogelijkheden om het woningtekort aan te pakken.