…en we vertellen u hieronder wat u daarover moet weten. Lees snel verder!
Tijdelijke huurcontracten zijn het gevolg van de Wet doorstroming huurmarkt die in 2016 werd geïntroduceerd. Verhuurders mochten nieuwe huurders hierdoor tijdelijke contracten aanbieden, bijvoorbeeld van één jaar. Huurders konden dit soort contracten tussentijds opzeggen, maar verhuurders niet.
Klinkt nobel, toch? Maar in de praktijk pakte de tijdelijke huurcontracten helaas minder goed uit.
Ze stelden verhuurders namelijk in staat om telkens tussentijds de huren te verhogen. Critici van de wet noemden het fenomeen daardoor ook wel ‘een cadeautje voor de verhuurders’.
Wat houdt de afschaffing in?
Het lijkt nu gedaan te zijn met dit cadeautje en het uitpakken daarvan. Een meerderheid in de Tweede Kamer heeft namelijk gestemd voor de afschaffing van het tijdelijke huurcontract. Ze hopen daarmee de verhogingen te beëindigen, maar ook stress tegen te gaan. Volgens veel partijen zorgt een tijdelijk huurcontract eveneens voor onzekerheid bij de huurder: de wetenschap dat ze binnen twee jaar hun huis moeten verlaten.
In plaats daarvan willen tegenstanders een zogenoemde initiatiefwet introduceren. Deze wet moet ervoor zorgen dat huurders beter beschermd zijn, bijvoorbeeld door het vaste contract weer de norm te maken.
Sommige partijen pleiten hierbij wél voor uitzonderingen. Voorbeelden daarvan zijn ouderen die voor hun pensioen een extra woning hebben gekocht, grote gezinnen, studenten en promovendi.
Het verschil met nu is dat de maximumduur van twee jaar dan omhoog moet naar vijf jaar.
Zijn er ook keerzijdes van een afschaffing?
Andere partijen zijn echter tegen een beëindiging van het tijdelijke huurcontract. De VVD verwacht bijvoorbeeld dat het woningaanbod hierdoor een knauw krijgt.
Ze willen daarom liever werken met maximumbedragen in de vrije sector, bijvoorbeeld van €1.000 per maand.
Bron: NOS