Bedrijf A dat een nieuw kantoorpand betrekt. Bedrijf B dat een bedrijfsruimte verhuurt aan Bedrijf C. Het komt allemaal nog steeds wel voor, maar we zien een duidelijke daling qua frequentie. Wat veroorzaakt deze schijnbaar onwelwillendheid om bedrijfspanden te verhandelen?
De oorzaak achter deze daling in het aantal verhandelbare bedrijfspanden is te vinden in de particuliere huizenmarkt.
Althans. Niet per se daar. We bedoelen hiermee dat de reden achter deze daling soortgelijk is aan de situatie op de woningmarkt. Want bedrijfspanden mogen misschien goedkoper worden; de hypotheekrente blijft maar stijgen. En dat trekt simpelweg minder geïnteresseerden aan.
Hoe erg is de daling?
Dat de daling aan de behóórlijke kant is, blijkt wel uit de cijfers die de makelaarsorganisatie NVM onlangs bekendmaakte. In het eerste kwartaal zijn er meer dan een kwart minder vierkante meters aan kantoren verhuurd – vergeleken met de cijfers van een jaar eerder. Het percentage komt neer op 26%.
Dit ligt zelfs nog hoger bij bedrijfsruimtes die géén winkel of kantoorpand zijn: 28%. We doelen daarmee onder meer op opslagplaatsen en scholen. Volgens de NVM komt het hierbij steeds vaker voor dat verkopende partijen een té hoge prijs vragen. Kopers zijn niet bereid deze prijs te betalen, want resulteert in minder transacties. De makelaarsorganisatie spreekt ook wel van mismatches.
En dat terwijl het kapitaal in principe wél aanwezig is. Het lijkt erop dat men zijn of haar kans afwacht op de alsmaar veranderde markt van zowel bedrijfs-als woonruimtes.
Speelt de stikstofcrisis nog een rol?
Wat ook meespeelt, is dat er momenteel weinig nieuwbouw plaatsvindt. Dat heeft vanzelfsprekend te maken met de stikstofcrisis, hoewel we ook niet voorbij kunnen gaan aan de hoge bouwkosten en de gestegen rente.