Het korte antwoord? Ja – het komt veel voor. Het lange antwoord? Dat leest u hieronder.
In de nacht van 29 op 30 oktober vond er in Nederland een bijzonder initiatief plaats: de Nacht van de Nacht. Daarbij maakten tientallen bedrijven en gemeentes een vuist tegen wat overtollig licht wordt genoemd: licht dat vaak brandt, maar eigenlijk niet echt nodig is. Onder overtallig licht worden onder meer reclames en sfeerverlichtingen geschaard. Dergelijke lichten zijn tijdens de Nacht van de Nacht logischerwijs uit gebleven.
Het initiatief was afkomstig van verschillende natuur- en klimaatverenigingen en vond de afgelopen editie voor de achttiende keer plaats. Organisatoren hopen mensen meer bewust te maken van het feit dat licht vaak overbodig aanstaat. Dat is, zeker in de huidige tijd, niet wenselijk.
Kantoorlicht
Onder overtollig licht bevindt zich ook licht dat brandt in kantoren en andere grote panden. Het gaat dan vanzelfsprekend niet om de lampen die overdag aanstaan, maar die na werktijd niet worden uitgezet.
En dat gebeurt veel, zo blijkt uit een schatting van TNO. Zij stellen dat we gezamenlijk 1 miljard kilowattuur per jaar aan elektriciteit kunnen besparen wanneer we simpelweg de lichten ’s avonds doven. Dit komt overeen met het jaarlijkse verbruik van maar liefst 350.000 huishoudens.
Populairder dan eerder
De boodschap lijkt aan te komen, want dit jaar deden er meer bedrijven en gemeentes mee dan ooit. Zelfs het Binnenhof sloot aan.
Een andere, positieve verandering is dat het dempen van dit soort lichten niet meer blijft bij slechts de Nacht van de Nacht. Onder meer de gemeente Utrecht en het ministerie van Economische Zaken en Klimaat hebben aangegeven vaker hun lichten te gaan dimmen. Een positieve ontwikkeling.
Bron: NOS
