Stichtingen en verenigingen worden doorgaans geassocieerd met idealen en het behalen van sociaal-maatschappelijke doelen. Dat houdt vanzelfsprekend niet in dat er binnen deze organisaties geen sprake kan zijn van wanbeleid. We leggen u hieronder uit wanneer dat het geval is.
Wanbeleid verwijst naar situaties waarin het bestuur van een stichting of vereniging tekortschiet in haar taken. Een vrij brede omschrijving die derhalve veelomvattend is. Het kan gaan om financieel beheer, maar ook om misbruik van macht.
Enkele voorbeelden van wanbeleid binnen een stichting of vereniging zijn het gebruik van geld voor persoonlijke doelen, het doelbewust negeren van wettelijke vereisten of het voeren van een gebrekkige administratie.
Wettelijke zorgplicht
De term wanbeleid is niet los te zien van een ander begrip: wettelijke zorgplicht. Dit houdt in dat bestuurders van stichtingen en verenigingen verplicht zijn te handelen in het belang van de organisatie en haar doelstellingen.
Gebeurt dat niet? Dan is er sprake van het niet nakomen van deze wettelijke zorgplicht en dus van wanbeleid.
Mogelijke gevolgen
(Mogelijk) wanbeleid bij stichtingen en verenigingen wordt in Nederland in de gaten gehouden door de rechter. Een rechtbank kan, bij ernstig wanbeleid, besluiten de bestuurders te ontslaan of de organisatie onder curatele te stellen.
De Belastingdienst kan ingrijpen wanneer er hierbij sprake is van fraude.
Preventieve maatregelen
Het is een weerbarstig cliché, maar ook in dit geval geldt – voorkomen is beter dan genezen. Daarom bestaat er een fenomeen genaamd governance. Dit omvat het opstellen van duidelijke statuten, het uitvoeren van audits en een transparante manier van werken. Het instellen van een raad van toezicht kan helpen om bestuurders scherp te houden.