Ja – een vereniging kan failliet gaan. En inderdaad: hierbij kan er sprake zijn van openstaande schulden die vroeg of laat afgelost moeten worden. We vertellen u in dit artikel hoe dat, in het geval van een vereniging, precies in zijn werking gaat.
Stap 1: aansprakelijkheid
De vraag die hierbij als eerst naar boven komt: wie is er aansprakelijk voor de gemaakte schulden?
In principe zijn dit niet de bestuurders. Een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid is namelijk een rechtspersoon. Dat houdt in dat de vereniging zelf aansprakelijk is.
Er zijn echter uitzonderingen. Bestuurders worden bijvoorbeeld alsnog aansprakelijk gesteld wanneer er sprake is van wanbestuur. Dat is ook het geval wanneer er sprake is van een vereniging met een beperkte rechtsbevoegdheid.
Stap 2: oplossingen voor zakelijke schulden
Is er géén sprake van aansprakelijkheid bij (een van de) bestuurders? Dan spreken we van een zakelijke schuld die op meerdere manieren afgelost kan worden.
Een schuld bij de overheid wordt meestal afgelost middels een betalingsregeling. Schulden bij andere schuldeisers verlopen veelal via een surseance van betaling: een regeling waarbij de vereniging de schuldeisers tijdelijk niet hoeft te betalen.
Zo’n surseance eindigt meestal in een faillissement. Alle zaken rondom eventuele schulden worden dan overgenomen door de curator en uiteindelijk een rechter.
Stap 3: oplossingen voor privéschulden
Is er sprake van wanbestuur óf een vereniging van rechtsbevoegdheid? Dan kan het zijn dat er ook sprake is van privéschulden.
Deze kun je aflossen door middel van een minnelijk traject, waarbij je hulp krijgt van de gemeente waarin je bent gevestigd. Lukt dat niet? Dan mag je gebruikmaken van een Wsnp-traject: de Wet schuldsanering natuurlijke personen. Je bent na dit traject schuldenvrij.