Bedrijven die meer dan honderd man aan personeel hebben, moeten vanaf juli 2024 verplicht checken hoeveel CO2 deze medewerkers uitstoten. Deze zogenoemde CO2-registratieplicht heeft voordelen, maar roept ook weerstand op.
Het gaat om het bijhouden van de kilometers die werknemers afleggen voor zakelijke ritten, maar ook voor het woon-werkverkeer. Het is daarbij de bedoeling dat ondernemingen dit splitsen qua type brandstof (benzine, diesel of elektrisch) én voertuig (bromfiets, openbaar vervoer of auto).
De rapportageplicht maakt deel uit van het Klimaatakkoord. De overheid heeft hierin afspraken vastgelegd die de uitstoot van broeikasgassen terug moeten dringen.
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat beoordeelt in 2026 of de gezamenlijke uitstoot van de in totaal achtduizend bedrijven met een registratieplicht voldoende daalt. Als dat inderdaad het geval is, blijft de rapportageplicht in stand.
Is dat niet het geval? Dan komt er een plichtmatige maximumuitstoot. Bedrijven moeten dan zelf bepalen hoe ze hieraan aan voldoen.
Dit zijn de voordelen
Het grootste voordeel van de CO2-registratieplicht is dat hiermee in kaart kan worden gebracht of de uitstoot van CO2 voldoende wordt teruggebracht. De splitsing qua type brandstof en voertuig helpt hierbij te bepalen welke maatregelen er nodig zijn wanneer dit niet of onvoldoende gebeurt.
De regels moeten in 2023 leiden tot één megaton aan CO2-winst.
Dit zijn de nadelen
Niet iedereen staat welwillend en positief tegenover de maatregel. Zo claimen sommige bedrijven dat de plicht een voorbeeld is van regeldruk. Ze noemen het bijhouden van de uitstoot van het personeel niet na te leven en té veel werk.
Als mogelijke alternatief wordt het aanmoedigen om elektrisch te rijden of vaker de fiets te pakken genoemd.