Welke baten vallen onder het omzetbegrip uit de NOW-regeling en hoe wordt de omzetdaling berekend?
De onderstaande baten vallen onder omzetbegrip uit de NOW-regeling en worden op de volgende manier berekent:
De onderstaande baten vallen onder omzetbegrip uit de NOW-regeling en worden op de volgende manier berekent:
In de regelgeving is het volgende opgenomen ten aanzien van het omzetbegrip en de berekening van de omzetdaling: Voor de berekening van de omzetdaling wordt gekeken naar uw omzet in januari tot en met december 2019. 25% van die omzet (= de referentie-omzet) wordt vergeleken met de verwachte omzet in de meetperiode. De meetperiode is een periode van drie aaneengesloten kalendermaanden vanaf 1 maart 2020. Dat is meestal de periode maart-april-mei 2020. Deze periode kan ook later starten, bijvoorbeeld als de omzetdaling pas later zichtbaar is. Dan kan als meetperiode april-mei-juni 2020 of mei-juni-juli 2020 worden gekozen. Het verschil tussen 25% van omzet 2019 (= de referentie-omzet) en de omzet in de gekozen meetperiode geldt als het omzetverlies. Op basis van dit verlies krijgt de aanvrager de compensatie. Omdat dit verlies nog niet definitief berekend kan worden op dit moment, krijgt de aanvrager een voorschot van 80% van verwachte vergoeding alvast uitgekeerd. Achteraf wordt het daadwerkelijke omzetverlies vastgesteld middels een eindafrekening, die boven een subsidiebedrag van € 125.000 (voorschot € 100.000 ) moet worden voorzien van een accountantsverklaring. Bij bepaling van de omzetdaling is het in geval van twijfel ook van belang om de doelstelling van de regeling in de overwegingen te betrekken; de geest van de wet. De doelstelling is om werkgevers tegemoet te komen in de betaling van de loonkosten, indien sprake is van een acute terugval in de omzet met ten minste 20% gedurende een periode van drie maanden, vanwege de gevolgen van de buitengewone omstandigheden rond de coronapandemie. Het gaat dan om omstandigheden die niet tot het normale ondernemersrisico kunnen worden gerekend. De doelstelling is om werknemers in dienst te kunnen houden voor de uren die zij werkten vóórdat sprake was van deze omzetdaling. De uitkomst van de berekening van de omzetdaling wordt uitgedrukt in hele procenten en naar boven afgerond.
De omzet, die gerealiseerd is in de periode vanaf de eerste kalendermaand na de dag van aanvang van de bedrijfsuitoefening tot en met 29 februari 2020, gedeeld door het aantal maanden waarvan de omzet in aanmerking wordt genomen, vermenigvuldigd met drie is de referentie-omzet bij een verkort boekjaar. Bij een gebroken boekjaar worden de omzetcijfers over de kalendermaanden van 2019 samengevoegd om te komen tot de omzet per kalenderjaar 2019.
Indien de rechtspersoon of vennootschap onderdeel is van een groep als bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, wordt uitgegaan van de omzetdaling van de groep zoals deze op 1 maart 2020 bestond. Indien de rechtspersoon een dochtermaatschappij is van een ander (zoals bedoeld in artikel 24a van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek) worden de dochtermaatschappij en de rechtspersoon voor de werking van deze regeling behandeld als waren zij een groep. Voor de bepaling van de omzetdaling worden de Nederlandse rechtspersonen en vennootschappen in aanmerking genomen, alsmede buitenlandse rechtspersonen en vennootschappen met loon in Nederland.
Per 1 mei jl. is artikel 6a toegevoegd aan de regeling. De werkgever die deel uitmaakt van een groep, kan subsidie worden verstrekt waarbij de omzetdaling wordt bepaald op basis van de omzetdaling van die rechtspersoon of vennootschap afzonderlijk (=werkmaatschappij- of subgroepniveau), indien aan de voorwaarden is voldaan. Deze zijn samengevat:
Deze organisaties stellen in veel gevallen in plaats van een winst- en verliesrekening een staat van baten en lasten op. Baten die voortvloeien uit normale activiteiten van deze rechtspersonen worden in veel gevallen met een andere benaming aangeduid. Deze worden voor het doel van deze regeling wel meegenomen in het omzetbegrip. Deze werkgevers krijgen namelijk financiering vanuit (semi)publieke middelen en dat zorgt in het kader van de NOW-regeling ook voor opbrengsten van waaruit de loonkosten worden betaald. De baten, opbrengsten en andere voordelen, zoals uitkeringen, subsidies, renteopbrengsten en bijdragen vanuit een overheidsinstelling of andere opbrengsten, zoals giften worden ook als omzet gezien voor deze regeling. In dit kader worden financiering uit publieke middelen of andere vormen van baten meegenomen in het omzetbegrip bij organisaties waar dit één van haar belangrijkere inkomstenbronnen is. Bepaalde financiering/bekostiging uit het publieke domein worden dus als omzet/baten gezien (zie RJ274 en bijv. RJ640.204a en verder).
Begrippen als “concern” en “normale activiteiten” vragen nog om nadere oordeelsvorming en mogelijk om verduidelijking van de NOW-regeling door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Materiële subsidies met een specifiek doel, zoals bijvoorbeeld investeringssubsidies, die normaliter niet worden gebruikt voor de betaling van loonkosten, vallen wellicht niet onder het omzetbegrip van deze Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid van bijvoorbeeld not-for-profit organisaties. Er zijn signalen dat organisaties in het publieke domein het gebruik maken van de NOW-regeling uitsluiten in combinatie met aanvullende publieke bekostiging, zodat er niet dubbel kan worden ontvangen. De concrete uitwerking hiervan hebben wij nog niet beschikbaar. Ook zijn er nog vragen over de gevolgen van rechtsvormwijzigingen van eenmanszaak/vof naar BV of andersom per 1 januari 2020 bijvoorbeeld. Ten slotte zijn er vragen over de nieuwe bepalingen voor de bepaling van omzetdaling op werkmaatschappijniveau (artikel 6a). Hoe moeten financials en accountants vaststellen dat binnen de groep “geen opdrachten of projecten uit worden gevoerd die ten koste kunnen gaan van de afzonderlijke rechtspersoon of vennootschap waarvoor de omzetdaling wordt bepaald”.
De geconsolideerde tekst van de NOW-regeling treft u achter deze link.
De tweede wijziging van de NOW-regeling (artikel 6a) treft u achter deze link.
De derde wijziging van de NOW-regeling (o.a. omzetbepaling bij overgang van een onderneming) treft u achter deze link. Geplaatst: 26 mei 2020 (16:15 uur)
Bron : Welke baten vallen onder het …
Veel gestelde vragen over NOW regeling
Voor de definitie van omzet bij de NOW regeling wordt aaneengesloten bij de omzet definitie in het jaarrekeningenrecht. Hierin wordt uitgegaan van de netto-omzet: de opbrengst uit levering van goederen en diensten uit het bedrijf onder aftrek van kortingen en belastingen die over de omzet zijn geheven
Opbrengsten zijn baten die ontstaan bij de uitvoering van de normale activiteiten van een onderneming. Dit betekent dat omzet wordt verantwoord als de activiteiten betrekking hebbend op de levering van goederen of diensten voor een specifieke klant waarmee een (verkoop)contract is gesloten
Ontvangt u andere opbrengsten dan uit de verkoop, zoals uitkeringen, subsidies, renteopbrengsten en bijdragen vanuit een overheidsinstelling of andere opbrengsten, zoals giften, of declaraties vanuit zorgverzekeraars? Dan vallen deze opbrengsten voor de regeling ook onder omzet.
De aanvraag NOW 2.0 geldt voor een periode van 4 maanden en ziet op omzetdalingen vanaf 1 juni 2020. Met de online rekenhulp berekent u het percentage omzetverlies over een periode van 4 maanden.
De onderstaande baten vallen onder omzetbegrip uit de NOW-regeling en worden op de volgende manier berekent:
Als u niet bij Exact Online kunt inloggen, kunt u de volgende stappen volgen om dit op te lossen:
De hoogte van de tegemoetkoming in de loonkosten is afhankelijk van het omzetverlies. Dus: hoe groter de daling, hoe hoger de tegemoetkoming.
Bij aanvragers van NOW3, eerste, tweede en derde tijdvak – wordt volgens de standaardregel – het omzetverlies in de gekozen driemaands periode in 2020 vergeleken met een vierde van de jaaromzet van 2019.
De NOW-regeling (Tijdelijke Noodmaatregel voor Overbrugging Werkbehoud) gaat uit van het omzetcriterium. Er kunnen echter bij de cliënt situaties ontstaan waardoor de (periodieke) facturering wel doorgaat, maar de betalingen hierop sterk teruglopenDe ondernemer ontvangt dan minder geld en zo kunnen er toch liquiditeitsproblemen voor de onderneming van uw cliënt ontstaan.
De NOW-regeling kan soms gunstig en soms heel ongunstig uitpakken voor bedrijven met grote seizoensfluctuaties zoals strandtenten, toeristische attracties of bedrijven in de landbouw.