Ja, deze vragen zijn bij ons bekend en dit is ook in de Tweede Kamer middels een motie aan de orde gesteld. Er is een motie aangenomen met de opdracht aan de regering om: “te bezien of de NOW kan worden uitgebreid met de mogelijkheid om op werkmaatschappijniveau c.q. autonoom aan het economisch verkeer deelnemende onderdelen van een concern aanspraak te laten maken, met voldoende waarborgen om negatieve effecten als strategisch gedrag te mitigeren”. Zie bijgaande link. Update, 22 april 2020 Op 22 april 2020 heeft het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een brief naar de Kamer gezonden inzake moties en toezeggingen. Hierin staat samengevat het volgende: Voor concerns met minder dan 20 procent omzetverlies wordt het mogelijk gemaakt dat individuele werkmaatschappijen subsidie voor hun loonkosten aanvragen op basis van de omzetdaling van de werkmaatschappij. Aan deze mogelijkheid worden extra voorwaarden verbonden:
- door eisen te stellen aan het dividend- en bonusbeleid en aan het overleg met de vakbeweging;
- door aanvullende accountantscontroles te vereisen.
Verder verwijst de brief naar “uitvoerig overleg dat er met de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) geweest is over de condities waaronder een versoepeling mogelijk is”. De NBA werkt momenteel een programma van aanpak uit. Hierin wordt ingezet op een standaard werkwijze rond de benodigde verklaringen in het kader van de NOW-regeling voor accountants en aan een adequate ondersteuning om haar leden hierbij te gaan faciliteren. Te denken valt hierbij aan een opleidingsprogramma, een helpdesk en een communicatiebeleid. Het projectteam bestaat uit leden van binnen en buiten de NBA die zijn geselecteerd op basis van hun specifieke kennis en ervaring. De NBA blijft hierbij in overleg met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Update, 1 mei 2020 In vervolg op de eerdergenoemde motie en toezeggingen aan de Kamer is de regeling aangepast. Meer informatie treft u achter deze link. Ten aanzien van het concernbegrip staat hier onder andere in: 1. Na artikel 6 wordt een artikel ingevoegd, luidende: Artikel 6a. Afwijking van bepalen omzetdaling op niveau concern of groep In afwijking van artikel 6, vierde lid, kan aan de werkgever die deel uitmaakt van een groep, die daarom bij de aanvraag tot vaststelling van de subsidie heeft verzocht, subsidie worden verstrekt waarbij de omzetdaling wordt bepaald op basis van de omzetdaling van die rechtspersoon of vennootschap afzonderlijk, indien aan de voorwaarden is voldaan. 2. Artikel 8 wordt gewijzigd: Aan het vijfde lid wordt toegevoegd dat in afwijking van de eerste zin voor de werkgever die onderdeel is van een groep als bedoeld in artikel 6, vierde lid, niet hetzelfde percentage van 20%, bedoeld in het vierde lid, onderdeel b hoeft te worden gehanteerd als het percentage dat voor de groep wordt gehanteerd, als de werkgever verzocht heeft om toepassing van artikel 6a. De voorwaarden zijn samengevat:
- de rechtspersoon of vennootschap heeft geen bedrijfsmatige activiteiten die voor meer dan de helft bestaan uit het binnen de groep ter beschikking stellen van arbeidskrachten (i.c. loon-bv’s);
- de rechtspersoon of vennootschap handelt in overeenstemming met overeenkomst met de OR of vertegenwoordiging werknemers;
- het groepshoofd/moedermaatschappij, verklaart voorafgaand aan de aanvraag dat over 2020 geen dividenden aan aandeelhouders of bonussen aan de Raad van Bestuur en directie van het concern en de rechtspersoon of vennootschap of winstdelingen, zullen worden uitgekeerd of eigen aandelen zullen worden ingekocht door de rechtspersonen binnen de groep tot en met de datum van de vergadering waarin de jaarrekening wordt vastgesteld in 2021.
- de andere rechtspersonen of vennootschappen binnen een groep als bedoeld in artikel 6, vierde lid, voeren geen opdrachten of projecten uit die ten koste kunnen gaan van de afzonderlijke rechtspersoon of vennootschap waarvoor de omzetdaling wordt bepaald;
- de omzetdaling van de groep, bedoeld in artikel 6, vierde lid, bedraagt minder dan 20%, in de periode, bedoeld in artikel 8, vierde lid, onderdeel c.
- Indien werknemers van de rechtspersoon of vennootschap, waarvan de omzet wordt vastgesteld, in de subsidieperiode werkzaamheden verrichten bij een andere rechtspersoon of vennootschap, wordt de omzet van de rechtspersoon naar boven bijgesteld. Voor de berekening van de verhoging wordt de omzet over 2019 afgezet tegen de loonkosten over 2019. Deze verdeling wordt toegepast op de loonkosten zoals deze zijn ingezet bij de andere rechtspersoon of vennootschap en toegerekend aan de omzet over de periode, bedoeld in artikel 8, vierde lid, onderdeel c.
Update 20 mei 2020 Op woensdag 20 mei heeft het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een brief naar de Tweede Kamer gestuurd met de aankondiging van de Derde wijziging in de NOW regeling. Ten aanzien van de ‘concernproblematiek’, zoals hierboven verwoord, zijn hier een aantal antwoorden in terug te vinden. Deze zijn terug te vinden in paragraaf 2 ‘Bepaling relevante loonsom en omzet in situaties van overgang van onderneming’ en betreffen onder andere: In de uitvoering van de NOW is gebleken dat zich met name rondom een onderneming die een andere onderneming heeft overgenomen sprake kan zijn van een niet-representatieve omzet- of loonsombepaling. De minister stelt voor om het mogelijk te maken de afwijking van de standaardregel voor omzetbepaling van startende ondernemingen toe te passen op ondernemingen die een andere onderneming hebben overgenomen. Voor ondernemingen die op 1 januari 2019 nog niet bestonden, geldt dat voor de referentieperiode voor omzet de hele kalendermaanden vanaf de eerste kalendermaand na de dag van aanvang van de bedrijfsuitoefening in 2019 tot en met februari 2020 worden genomen, omgerekend naar 3 maanden. Door de reeds in de regeling opgenomen bepaling voor startende ondernemingen ook als mogelijkheid te hanteren bij ondernemingen die (een deel van) een andere onderneming hebben overgenomen en dus feitelijk in een nieuwe bedrijfssamenstelling zijn gaan werken, kan de omzetvergelijking vanaf de eerste kalendermaand na de dag van overgang voor de hele kalendermaanden in 2019 tot en met 29 februari 2020 worden genomen, omgerekend naar 3 maanden. Op die manier kan beter aangesloten worden bij de daadwerkelijke omzet(daling) van ondernemingen die een overname hebben gedaan voorafgaand aan de NOW. Net als voor startende ondernemingen geldt voor ondernemingen die een overname hebben gedaan en gebruik willen maken van de regeling, dat deze overname minimaal één kalendermaand voor 29 februari 2020 ligt; er moet immers een relevante refertemaand overblijven. Zowel voor startende ondernemingen, als ondernemingen die een overname hebben gedaan, geldt dat duidelijk traceerbaar is vanaf welk moment de start of overname zou moeten leiden tot een alternatieve omzetberekening. Doordat bij genoemde situaties, anders dan bijvoorbeeld bedrijven met een seizoenspiek in de omzet, duidelijk is vanaf welke datum de alternatieve berekening gehanteerd moet worden, is deze rekenmethode ook voor accountants (die over een omzetdaling een verklaring moeten afgeven) hanteerbaar en controleerbaar. Bovengenoemde oplossingen dekken niet alle situaties waarin de omzet- of loonsom in de referteperiode door een overname niet precies aansluit op de daadwerkelijke omzet(daling) of loonsom. De minister acht het wel van belang dat – indien aanvragen uitvallen in de reguliere processen – deze in de uitvoering zodanig worden beoordeeld en behandeld dat in zoveel mogelijk gevallen recht wordt gedaan aan het doel van de NOW. De NBA heeft een dertigtal FAQ’s met specifieke vragen rond het concernbegrip voorgelegd aan het ministerie van SZW. Zodra de antwoorden afgestemd zijn, zullen wij hierover berichten op deze website. Geplaatst: 17 april 2020 (10:10 uur) Laatste versie: 25 mei 2020 (09:12 uur)