De vooruitzichten voor potentiële kopers die op zoek zijn naar een eigen woning, blijven weinig rooskleurig. Sterker nog: De Nederlandsche Bank (DNB) voorspelt dat de prijzen volgend jaar met nog eens 4,1 procent omhoog gaan. En dat terwijl de prijzen van koopwoningen dit jaar al met bijna 6 procent zijn gestegen…
Het ene na het andere record sneuvelt naarmate de prijzen van de koopwoningen verder stijgen. Een gemiddeld koophuis kostte eind vorig jaar ruim €450.000 euro: een bedrag waarvoor mogelijke kopers een inkomen van minimaal €95.000 nodig hebben. En als de voorspelling van De Nederlandsche Bank uitkomt, wordt dit bedrag volgend jaar alleen maar hoger.
Wat is de oorzaak?
De oorzaak achter deze prijsstijgingen is simpel: er zijn niet genoeg huizen beschikbaar. Het aantal woningen dat te koop staat, is dermate beperkt dat er maar geen licht aan het einde van de tunnel lijkt te zijn.
Het speelt daarbij ook een rol dat de hypotheekrente is gedaald en de inkomens van veel mensen zijn gestegen. Dit heeft ervoor gezorgd dat potentiële kopers meer geld kunnen lenen en daardoor hogere biedingen kunnen uitbrengen.
Hoe zit het met de recente daling?
De voorspellingen van De Nederlandsche Bank staan enigszins haaks op de situatie van vorig jaar, waarbij er juist wat lucht op de markt leek te komen. De prijzen zakten in april van 2023 nog met 3 procent. Dit verlies is in april van 2024 echter alweer volledig tenietgedaan.
De toekomstige situatie is met name voor starters slecht nieuws. Het blijft voor hen lastig om aan een koophuis te komen, omdat de combinatie tussen hogere prijzen en meer leencapaciteit vooral woningbezitters gunstig is gezind.