Hoe kunnen we je helpen?

Belastingplannen: dit verandert er in 2023 voor bv’s

Belastingplannen: dit verandert er in 2023 voor bv’s

Het kabinet heeft op Prinsjesdag de belangrijkste plannen voor 2023 gepresenteerd. We vertellen u hieronder wat er volgend jaar verandert voor besloten vennootschappen.

U betaalt meer vennootschapsbelasting
Dit komt door twee veranderingen.

Schijfgrens van de vennootschapsbelasting
De eerste verandering heeft te maken met de verlaging van de zogenoemde schijfgrens: van €395.000 naar €200.000.

Dit houdt in dat alle winst tot €200.000 wordt belast in de eerste en laagste belastingschijf. Een behoorlijk verschil met de eerdere grens van €395.000.

Alle winst boven €200.000 wordt daarmee belast in de tweede en hogere schijf.

Hoger tarief vennootschapsbelasting
Een tweede verandering heeft te maken met de eerste schijf. Ook winsten die wél hierin vallen, ontkomen niet aan meer belasting. Het tarief in deze schijf gaat namelijk omhoog – van 15 naar 19%.

U betaalt dus vanaf volgend kalenderjaar 19% vennootschapsbelastingbelasting over winsten tot €200.000.

Het belastingpercentage in de tweede schijf is overigens 25,5%. Dat blijft onveranderd ten opzichte van 2022.

U kunt niet meer onbeperkt lenen van uw eigen bv
Althans – u kunt niet langer onbeperkt lenen van uw eigen bv. Daarmee hoopt het kabinet zogenoemd excessief lenen tegen te gaan.

Dat houdt concreet in dat u niet meer dan €700.000 kunt lenen. Doet u dit toch? Dan is het deel dat boven de €700.000 uitkomt een fictieve dividenduitkering. Daarover betaalt u – in box 2 – 26,9% inkomstenbelasting.

Bestelauto’s worden duurder
Dat komt doordat de vrijstelling voor de BPM – de Belasting van Personenauto’s en Motorrijwielen – komt te vervallen. Let wel: dit gebeurt in 2025 – en niet in 2023.

Andere, mogelijk voor u interessante veranderingen zijn:
– De CO2-heffing voor industrieën wordt aangescherpt;
– Het minimale gebruikelijke loon gaat omhoog;
– De uitzondering gebruikelijkloonregeling voor startups vervalt;
– De onbelaste reiskostenvergoeding wordt verhoogd.

Waarom de horeca bang is dat er bedrijven omvallen

Waarom de horeca bang is dat er bedrijven omvallen

Het coronavirus is in de laatste paar maanden relatief naar de achtergrond verdwenen, maar de klappen van de pandemie zijn voor vele bedrijven nog altijd merk- en voelbaar. De horeca geldt daarbij als een van de zwaarst getroffen branches: voor én na het dieptepunt van de crisis.

De sector had het in 2020 en 2021 vanzelfsprekend zwaar, maar dat is er niet veel beter op geworden. Sterker nog: binnen de sector bestaat de angst dat veel ondernemers in de horeca de komende winter werkloos worden. Dat meldt de branchevereniging Koninklijke Horeca Nederland (KHN) tegenover het Algemeen Dagblad.

Verschillende redenen
Die angst heeft volgens de KHN meerdere, uiteenlopende redenen.

Eén daarvan is dat veel horecabedrijven de schade van de coronacrisis nog lang niet heeft terugverdiend.

Een andere reden heeft te maken met de marges. Die staan volgens het KHN stevig onder druk door onder meer de hoge energie- en grondstofprijzen.

Daarnaast is onlangs afgesproken dat het jeugdloon omhoog gaat. Een verhoogde kostenpost die sommige horecagelegenheden – op z’n zachtst gezegd – nu niet uitkomt.

Mogelijke oplossingen
Het KHN spreekt momenteel van een ‘onevenredig verdeelde rekening’ en stelt dat de horeca een té grote prijs betaalt. Een mogelijke oplossing hiervoor is een kwijtschelding van de belastingschuld die veel horecabedrijven nog open hebben staan. Deze schuld moet vanaf 1 oktober worden terugbetaald en stamt nog uit het dieptepunt van de coronacrisis.

Zo’n kwijtschelding zou volgens het KHN voor voldoende lucht zorgen bij de ondernemer in de horeca. De organisatie ziet het bovendien als een beter alternatief op maatregelen als het verkleinen van de porties en het doorberekenen van verzwaringen van de lasten aan de klant.

Bron: Algemeen Dagblad

De verwachte faillissementsgolf: hoe zit het daar eigenlijk mee?

De verwachte faillissementsgolf: hoe zit het daar eigenlijk mee?

Velen vreesden er na twee jaar vol lockdowns voor: een groot aantal bedrijven die er noodgedwongen het bijltje bij neer moesten gooien. De verwachtingen van sommige experts zijn inderdaad niet rooskleurig, maar anderen geven juist aan dat het mee lijkt te vallen.

Zo meldde Allianz Trade in hun Global Insolvency Report voor 2022 een faillissementsstijging van 24 procent. Dit zou voor 2023 zelfs stijgen naar 39 procent. Nederland is daarmee het slechtst presterende land van de eurozone.

Maar de cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek laten iets anders zien. Het CBS meldde in de maand juli zelfs een daling in het aantal failliete bedrijven.

Kleine daling
We moeten daarbij wél opmerken dat het om een kleine daling gaat. Ten opzichte van de maand mei gingen er in juli 24 bedrijven minder failliet.

Toch is het aantal faillissementen in vergelijking met vorig jaar ook percentueel minder groot. In 2021 stopten er ruim 2 procent meer ondernemingen mee.

Dit biedt jongeren meer kansen op de woningmarkt in Utrecht, Zuid-Holland en zelfs de oververhitte Randstad. Kansen stijgen volgens de adviseur ook in de provincies Flevoland, Noord-Brabant en Zeeland.

Wel of geen faillissementsgolf?
De vraag blijft daardoor – komt die verwachte golf aan faillissementen er nou wel of niet? De opvattingen van Allianz Trade staan tenslotte lijnrecht tegenover die van het CBS.

Volgens Allianz Trade komt dit doordat er vorig jaar een laagterecord aan faillissementen plaatsvond. De toename blijft eveneens beperkt doordat verschillende overheden allerlei steunmaatregelen hebben getroffen. Het gaat dus eigenlijk om een soort vertraging van de werkelijkheid.

Allianz verwacht dan ook dat de golf er evengoed aankomt. Dat komt door uitlopers van de pandemie, maar ook door aanhoudende logistieke problemen en stijgende inkoopprijzen. Bedrijven die vóór 2020 al niet helemaal gezond waren, komen er volgens hen niet ongeschonden uit.

Nederlandse bedrijven gaan daar in het bijzonder iets van merken omdat ons exportland gevoelig is voor internationale ontwikkelingen.

Waarom bedrijven hun lonen eenmalig (flink) moeten verhogen

Waarom bedrijven hun lonen eenmalig (flink) moeten verhogen

De inflatie in Nederland bevindt zich momenteel met 8,8 procent (mei 2022) op een uitzonderlijk hoog niveau. Het Centraal Planbureau (CPB) oppert daarom een enigszins opmerkelijke maatregel: een flinke, eenmalige loonsverhoging namens werkgevers.

Nederland wordt de laatste maanden collectief armer. Een fenomeen dat vooral huishoudens raakt, zo stelt het CPB.

Het bedrijfsleven daarentegen heeft hier veel minder last van. Sommige ondernemingen maken zelfs meer winst dan ooit. Het Centraal Planbureau stelt daarom een eenmalige loonsverhoging voor. Dit moet dan onder meer bijdragen aan een evenredigere verdeling van de momenteel forse energieprijzen.

Het is daarbij wél de bedoeling dat deze loonkosten niet worden doorberekend in de prijzen van diensten en goederen. Dat zou volgens het CPB leiden tot een zogenoemde loonprijsspiraal.

Rutte
Het CPB staat overigens niet alleen in dit voorstel. Ook het kabinet roept werkgevers waar mogelijk op om hogere lonen te betalen. Premier Rutte opperde een dergelijke constructie al tijdens een persconferentie half april. Volgens hem is dit niet alleen een maatregel om de kosten voor energie gelijk te trekken, maar ook een taak passend bij een fatsoenlijke werkgever.

Cao-afspraken
Het idee dat het hierbij gaat om een eenmalige verhoging heeft te maken met het idee dat het niet verstand is om een automatische prijscompensatie af te spreken. Dergelijke compensaties worden doorgaans opgenomen in de cao-afspraken. Het loon groeit daarbij mee met de inflatie.

Zo’n constructie zorgt er echter voor dat de bedrijfskosten blijven stijgen, ook wanneer een organisatie in financieel slechtere tijden belandt. Dat is, volgens macro-econoom Marcel Klok van de ING, ook weer onverstandig. Een eenmalige stijging zou dit moeten verhelpen.

Bron: NOS

Van bv naar eenmanszaak: hoe verandert mijn belastingaangifte?

Van bv naar eenmanszaak: hoe verandert mijn belastingaangifte?

Uw besloten vennootschap verlaten om verder te gaan als een eenmanszaak. Het is mogelijk, maar dit gaat wél gepaard met de nodige transities op fiscaal vlak. Welke dat zijn? U leest het hieronder.

We kunnen ons allereerst verschillende redenen bedenken waarom het voor u gunstiger is om vanuit een bv als eenmanszaak verder te gaan. Verreweg de meeste daarvan hebben betrekking op uw financiën. Een bv beginnen kan vanuit fiscaal oogpunt slim zijn, maar alleen wanneer de omzet boven een bepaald niveau uitkomt. Een dalend inkomen kan er daardoor voor zorgen dat een overstap – of juist een terugkeer – naar een eenmanszaak u flink wat belasting scheelt.

Geruisloos en ruisend overstappen
Zo’n overstap houdt grofweg in dat u niet langer vennootschapsbelasting betaalt. Die plicht komt namelijk ten einde op het moment dat de liquidatie uit de bv is voltooid.

Een overstap kan geruisloos en ruizend plaatsvinden.

Een geruisloze overstap houdt in dat alle activa en passiva simpelweg van bv naar eenmanszaak worden overgeheveld. De Belasting wil daarbij wél dat u belasting betaalt over deze overdracht. Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer er sprake is van zogenoemde stille reserves binnen het vermogen van de bv.

Een ruisende terugkeer daarentegen vereist geen fiscale afrekening en steekt een stuk simpeler in elkaar. Het is hierbij gewoon mogelijk om uw diensten voort te zetten zoals u gewend was, maar dan vanuit de eenmanszaak. Grofweg het enige verschil is dat u niet langer meer vennootschapsbelasting betaalt, maar een enkelvoudige inkomstenbelasting. De winsten worden bij de Belastingdienst automatisch omgezet.

Veel bedrijven die deze overstap maken, kiezen daarom voor de ruisende overstap. Het kan desondanks aantrekkelijker zijn om toch te gaan voor de geruisloze variant. Vraag in dat geval uw accountant om advies.

Bv’s moeten zich mogelijk opmaken voor een lastenverzwaring

Bv’s moeten zich mogelijk opmaken voor een lastenverzwaring

Déze veranderingen staan op de eventuele planning van ons kabinet.

Het is u waarschijnlijk niet ontgaan: de Nederlandse regering moet flinke gaten dichten. De onderhandelingen over de Voorjaarsnota zijn inmiddels in de laatste fase beland. De kans is groot dat dit leidt tot onder meer een lastenverzwaring voor bedrijven en DGA’s – directeur-grootaandeelhouders.

De volgende maatregelen worden momenteel overwogen. Ze kunnen mogelijk nog dit jaar in werking treden: 

 Afschaffing van de 30%-regeling; 

  • Beperking van het laagste tarief voor de vennootschapsbelasting; 
  • Verhoging van het gebruikelijke loon voor DGA’s; 
  • Verhoging van het tarief in box 2. 

Afschaffing van de 30%-regeling
Neemt u werknemers uit het buitenland aan? U mag hen, onder bepaalde voorwaarden, dertig procent van het salaris uitbetalen zónder het inhouden van loonheffingen.

Nu nog wel, althans. Deze regeling komt mogelijk in z’n geheel te vervallen.

Beperking van het laagste tarief voor de vennootschapsbelasting
Bedrijven betalen momenteel vijftien procent vennootschapsbelasting over een winst tot €395.000. Deze winst wordt daarboven met 25,8 procent belast.

Het kabinet overweegt nu om die grens naar beneden te halen. Bv’s betalen in dat geval vijftien procent vennootschapsbelasting over een winst tot €200.000.

Verhoging van het gebruikelijke loon voor DGA’s
Een directeur-grootdeelaanhouder moet een gebruikelijk loon uit zijn of haar vennootschap halen. Dat komt neer op een bedrag dat 75 procent is van het loon uit een vergelijkbare dienstbetrekking.

Dit percentage gaat mogelijk op de schop. Het gebruikelijke loon moet dan 100 procent zijn van een loon uit een vergelijkbare dienstbetrekking. Hetzelfde, dus.

Verhoging van het tarief in box 2
Directeur-grootdeelaanhouders betalen momenteel 26,9 procent inkomstenbelasting over dividenden en/of andere voordelen die hij of zij haalt uit de vennootschap.

De kans is groot dat dit percentage wordt verhoogd naar 30 of zelfs 35 procent.

Tekenbevoegden en aansprakelijke personen: waar klop ik aan als er iets misgaat?

Authorized persons and liable persons: where do I turn if something goes wrong?


Het kan onverhoopt zo zijn dat zakelijke samenwerkingen niet verlopen zoals vooraf verwacht en gedacht. U moet zich dan richten op degene die hiervoor aansprakelijk is.

Een bouwklus die verkeerd afloopt. Een vormgever die niet helemaal heeft geproduceerd wat u hem of haar opdroeg. Een websitebouwer die allesbehalve puik werk levert. Zomaar wat voorbeelden van klussen die in het honderd kunnen lopen.

Heeft een zakenpartner niet geleverd wat u had willen hebben? Zoek dan naar degene die hiervoor aansprakelijk is. En nee – dat is nog niet zo eenvoudig als het klinkt.

Afhankelijk van rechtsvorm

U denkt wellicht dat dit altijd degene is die ook het samenwerkingscontract heeft ondertekend, maar dat hoeft bij lange na niet zo te zijn. Dit hangt namelijk compleet af van de rechtsvorm van het bedrijf waarmee u in zee bent gegaan.

Bij een eenmanszaak ligt het eenvoudig. Eigenaren of gevolmachtigden zijn hier namelijk de enigen die zo’n contract mogen ondertekenen. De eigenaar is eveneens de enige die aansprakelijk is voor zijn of haar werk. Dat is hij of zij overigens ook met het privévermogen.

It becomes more difficult if you have worked together with a general partnership – a general partnership. Partners can also be unauthorized to sign a contract, but are always liable. However, a legal entity requires a completely different approach. The mistakes of a BV, a NV, a foundation or an association are not mistakes of a person on paper. Not even from a board member, although they are authorized to sign. The legal person itself is liable.

Chamber of Commerce

It therefore depends on the legal form who or what you should contact should something go wrong. Check the website of the Chamber of Commerce (KvK) for a complete list of authorized signatories and liable persons.

De oorlog in Oekraïne en de invloed daarvan op Nederlandse bedrijven

De oorlog in Oekraïne en de invloed daarvan op Nederlandse bedrijven


De Russische invasie in Oekraïne heeft natuurlijk allereerst een grote impact op het leven van de bevolking aldaar. De kans is echter aanwezig dat dit óók van invloed is op uw bedrijf in Nederland. We lopen in dit artikel drie gevolgen langs waarvan u last kunt krijgen.

Stijgende gas- en olieprijzen

Het meest zichtbare gevolg van de oorlog in Oekraïne en de invloed daarvan op Nederlandse bedrijven, zijn de stijgende gas- en olieprijzen. Dat merkt u aan de pomp, maar het kan ook resulteren in méér kosten voor uw bedrijf. De schatting is dat onder meer de horeca en de voedselindustrie hiermee te maken krijgen. De onontkoombare, economische neergang die daarmee gepaard gaat, kan de koopkracht van de consument aanzienlijk beperken. Winkels kunnen hier hinder van ondervinden.

De prijsstijgingen voor olie kunnen slecht zijn voor bijvoorbeeld luchtvaartmaatschappijen, omdat vliegtickets (veel) duurder worden. Het mogelijke gevolg dáárvan is weer dat internationaal zakendoen wordt bemoeilijkt.

Schaarste van andere grondstoffen

Naast de stijgingen voor gas en olie zijn er ook andere grondstoffen en voedingsmiddelen die te maken kunnen krijgen met prijsverhogingen. Tarwe en maïs zijn hier goede voorbeelden van: beide worden veel geproduceerd in zowel Rusland als Oekraïne

Deze schaarste kan ondernemingen in de veeteelt en opnieuw de voedselindustrie tamelijk onder druk zetten.

Minder handel

Zoals u weet, hebben verschillende landen harde, economische sancties getroffen tegen Rusland. Die hebben vanzelfsprekend invloed op dat land, maar óók op Nederlanders. De lijst met goederen die zijn gebonden aan een exportcontrole is bijvoorbeeld uitgebreid. Dat kan leiden tot minder handel met het buitenland.

Onder meer de energie- en transportsector ondervinden hier gevolgen van.

Een webshop overdragen: hoe werkt dat?

Een webshop overdragen: hoe werkt dat?


Mede als gevolg van de pandemie schiet het aantal Nederlandse webshops als paddenstoelen uit de grond. Dat resulteert mogelijk ook in een groei van het aantal webwinkels dat van eigenaar wisselt. Een transitie die op twee manieren kan plaatsvinden.

Tuurlijk: een webshop overdragen kan gewóón door een ander de zeggenschap te geven. Maar we gaan er vanuit dat de overdracht die u bedoelt niet gaat om de winkel van een plaatselijke hobbyist.

Wanneer er serieus geld met zo’n overgang is gemoeid, houdt u juridisch gezien twee opties over. We onderscheiden de activatransactie én de aandelentransactie.

Wat is een activatransactie?

Een activatransactie is bedoeld voor webshops die het eigendom zijn van eenmanszaken (dus ook zzp’ers) en vennootschappen onder firma – de zogenoemde VOF’s. Deze bedrijven hebben tenslotte niet te maken met aandelen.

Concreet houdt het in dat de koper de bezittingen, dus de activa, overneemt van de verkoper. Het kan zijn dat de webshop geen bezittingen, maar juist schulden heeft. We spreken dan van een activa-passivatransactie.

Hierbij komt ook een stukje goodwill kijken. Goodwill is dat deel van de webshop die je de nieuwe eigenaar nodig heeft om deze goed te kunnen runnen. Je kunt hierbij denken aan domeinnamen, merken en klantenbestanden.

Wat is een aandelentransactie?

Een aandelentransactie is uitsluitend bedoeld voor besloten vennootschappen, hoewel die ook gewoon kunnen kiezen voor een activatransactie. Het verschil hierbij is dat de nieuwe bv in één transactie alle onderdelen van een webshop overneemt. We doelen daarmee op activa en passiva, overeenkomsten met consumenten en leveranciers, licenties en meer. De partij die afstand doet van de webshop, verkoopt daarmee ook automatisch zijn of haar aandelen in de webshop.

Ten onrechte een naheffingsaanslag ontvangen? Dit moet u erover weten!

Ten onrechte een naheffingsaanslag ontvangen? Dit moet u erover weten!


Naheffingsaanslagen voor de btw worden verstuurd wanneer de Belastingdienst uw gegevens niet of te laat heeft ontvangen. Afgelopen jaar stuurde de fiscus echter ook zomaar dit soort aanslagen. Een technische fout ging hieraan vooraf.

Doet u niet of te laat uw btw-aangifte? Dan loopt u het risico dat de Belastingdienst een zogenoemde naheffingsaanslag stuurt.

Dat komt doordat de fiscus zonder uw gegevens natuurlijk niet weet hoeveel kosten en baten u heeft gehad. Ontvangen ze géén btw-aangifte? Dan werken ze met vaste bedragen. Een naheffingsaanslag kan, op basis van deze standaardwaarden, behoorlijk hoog uitvallen – in ieder geval hoger dan verwacht.

Het is dan ook voor veel ondernemers schrikken wanneer ze zo’n naheffingsaanslag krijgen. Toch is er mogelijk nog een uitweg. De Belastingdienst geeft je namelijk de mogelijkheid om de naheffing te controleren. Klopt ‘ie? Dan kun je er verder weinig aan doen. Klopt ‘ie helemaal niet? Dan kun je alsnog btw-aangifte doen over het tijdvak van de naheffingsaanslag. Het te betalen bedrag valt dan waarschijnlijk lager uit.

Foutieve naheffingsaanslag

Het is sowieso een aanrader om de naheffingsaanslag goed te controleren. Eerder afgelopen jaar verstuurde de Belastingdienst namelijk per abuis naheffingsaanslagen over het tweede kwartaal van 2021. Ondernemers die gewóón btw-aangifte hadden gedaan, ontvingen hierdoor alsnog een brief.

De abusievelijk verstuurde naheffingsaanslagen waren het gevolg van een technische fout. De fiscus liet daarom vrij snel weten dat ze de aangiftes alsnog op de juiste manier gaan verwerken. Ondernemers die de foutieve aanslagen hebben ontvangen, hoeven hier dan ook niks mee te doen. De bijbehorende behoefte hoeft vanzelfsprekend ook niet te worden betaald.

Wél geeft de Belastingdienst aan dat het nog een aantal weken kan duren voor u bericht krijgt over het rechtzetten van de fout.